Doeschka Meijsing is maandagavond op 64-jarige leeftijd overleden aan de complicaties van een zware operatie, zo maakte uitgeverij zojuist bekend.
Meijsing heeft daarmee niet lang kunnen genieten van de erkenning en het grote lezerspubliek dat haar in 2008 na veertig jaar schrijven ten deel viel. In dat jaar kreeg ze voor haar roman Over de liefde de AKO Literatuurprijs, waarna het boek over het verraad van haar vriendinnen de bestsellerstatus bereikte. Ze had altijd tegen de klippen op geschreven, vertelde ze daarna in een lezing met veel genoegen, alleen omdat ze die innerlijke drang voelde. En nu had het toch wat opgeleverd. Roem, geld.
Zo veel plezier van doorbraak had ze toch al niet gehad. Door een zware depressie, waar ze vlak na het winnen van de AKO-prijs in terecht kwam, werd een nieuwe verhalenbundel steeds uitgesteld. Uitgeverij Querido had het voor deze maand opnieuw aangekondigd onder de veranderde titel Het kauwgomkind – maar Meijsing heeft de verschijning daarvan niet meer mogen meemaken. Het is zelfs de vraag of de bundel ooit nog verschijnt.
Meijsing debuteerde in 1974 met de bundel De hanen en andere verhalen. Na haar eerste roman Robinson, twee jaar later verschenen, werd ze algemeen erkend als belangwekkend schrijfster. In deze roman beschreef Meijsing het leven van een 17-jarige gymnasiaste die zich afsluit voor een bemoeizieke moeder en een opdringerig leven op school.
Zoals al uit deze roman bleek is het hoofdthema van haar werk is de botsing tussen feit en fictie. In Tijger, tijger! (1980) zoekt de hoofdpersoon haar heil in de verbeelding omdat ze geen grip krijgt op de werkelijkheid. Utopia of De geschiedenis van Thomas (1982) draait om de onmogelijkheid om het verleden te achterhalen omdat het geheugen tekort schiet en de gaten opvult met eigen verzinsels.
Een belangrijke drijfveer voor Meijsings schrijverschap is ook de strijd met haar familie. Vooral haar dwingende moeder, die haar vanaf haar vroege jeugd dwarszat, en haar jongere broer Geerten die tot haar grote verrassing en ergernis in hetzelfde jaar debuteerde als zij. In 2005 schreven broer en zus de dubbelroman Moord en doodslag, waarin hun moeizame relatie een belangrijk thema was.
Doeschka’s bijdrage aan de unieke dubbelroman maakte nog eens duidelijk dat zij geen schrijfster van rechtlijnige vertellingen is geweest, maar dat zij thuishoort in de traditie van De Revisor-auteurs die eind jaren zeventig de toon aangaven in de Nederlandstalige literatuur. Meijsing verbond haar verhalen altijd met klassieke thema’s. In Moord en doodslag ging het via Kaïn en Abel over haarzelf en Geerten.
Voor haar werk is Meijsing herhaaldelijk bekroond: de Multatuli-prijs, de F. Bordewijkprijs, de Opzij literatuurprijs en in 2003 de Tzumprijs voor de beste literaire zin. Dat was deze in uit 100% chemie: ‘Wij mochten op vrije zaterdagmiddagen bij louche verkopers minachtend tegen de banden schoppen, terwijl mijn vader onder de motorkap keek of de problemen die zich zouden kunnen voordoen met touw waren op te lossen.’
Maar alleen de AKO-prijs slaagde erin de deur naar haar werk te openen voor een groot publiek. Hopelijk blijft dat Meijsings werk de komende jaren lezen. Uitgeverij Querido heeft direct plannen voor herdrukken gemaakt om dat mogelijk te maken.
(Gepubliceerd op Knack.be, 31 jan 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten