donderdag 25 oktober 2012

1962: Herman Hesse, profeet van de hippies, sterft


Vijftig jaar geleden zag het literaire landschap er heel anders uit. Zijn de hypes, de bestsellers en de laureaten van 1962 vergeten? Aflevering 4: Herman Hesse sterft en wordt daarna een van de meest gelezen auteurs ter wereld.

Profeet van de hippies

In de nacht van 8 op 9 augustus 1962 overleed een van de beroemdste Duitstalige schrijvers van dat moment aan de gevolgen van een beroerte: Hermann Hesse, Nobelprijswinnaar, auteur van De Steppewolf, Siddhartha en Het kralenspel, eredoctor van de universiteit van Bern. Toen hij niet aan het ontbijt verscheen, waarschuwde zijn vrouw de huisarts. Deze vond hem in bed met in zijn linkerhand de opengeslagen Bekentenissen van Augustinus. Hesse was 85 jaar geworden.
Toch kwam Hesse’s grootste roem pas na de stroom necrologieën in de internationale pers. Enkele jaren later ontdekte de hippie-generatie – aanvankelijk in Amerika, later in de rest van de wereld – de schrijver als een voorganger in hun persoonlijke zoektocht naar een beter mens. Net als zij had hij onafgebroken zijn eigen innerlijk omgewoeld op zoek naar verlichting, authenticiteit, zelfkennis, een hogere waarheid. Net als zij liet hij zich inspireren door esoterische wijsheid.
Al in zijn eerste roman Peter Camenzind waarmee hij in 1904 doorbrak, beschreef Hesse een reis naar geestelijke en lichamelijke bevrijding. Peter vlucht voor zijn lot om het boerenbedrijf van zijn vader over te nemen, worstelt met de dood van zijn moeder en een vriend, overweegt zelfmoord, raakt aan de drank, maar vindt tijdens een reis door Italië echte liefde en ware vriendschap. Hij keert terug om zijn vader te verzorgen en beseft dat hij zijn jeugddroom zal waargemaakt: dichter worden.
Peter Camenzind is daarmee archetypisch voor alle protagonisten in Hesse’s oeuvre. Met zijn eigen autobiografie als basis – van zijn moeilijke jeugd waarin hij zich verzet tegen de autoriteit van zijn vader en school tot zijn verblijf in de alternatieve kunstenaarskolonie Monte Verità (bij Ascona) – weefde de auteur steeds opnieuw dezelfde elementen tot een roman. De mentor, de afkeer van het wereldse leven, de natuur als enige respectabele macht. In veel Hesse-romans keren ze terug.
Gaandeweg werd zijn werk, onder invloed van een reis naar India en de ontdekking van de psychoanalyse, mystieker en spiritueler. Siddhartha (1922) is een geromantiseerde biografie van Boeddha. In De steppewolf (1927) verliest de hoofdpersoon in ‘Het magisch theater’ zijn zorgen in een transcendentale ervaring. En Het kralenspel (1943) leest als een fantasy-boek: het beschrijft de leerweg van Joseph Knecht tot ‘magister ludi’ (schoolmeester en spelmeester) in Kastalia.
Maar het grondpatroon bleef hetzelfde. Net als Peter Camenzind verlaat Joseph Knecht zijn eigen gesloten wereld om ervaringen op te doen en te leren en keert hij uiteindelijk als een autonoom individu terug in zijn gemeenschap. En ook hij weet dat kunst daarbij hét uitdrukkingsmiddel van die geestelijke autonomie is. En net als voor Camenzind beschrijft Hesse voor Knecht de laatste fase van verlossing niet, hij ‘voorspelt’ die alleen. Wel besluit Het kralenspel met de ‘nagelaten geschriften’ van Knecht.
Het is goed te begrijpen waarom Hesse’s boeken hippies zo aansprak. Behalve dat ze helder geschreven zijn, behandelen ze problemen waarmee zij worstelden: de vastgeroeste patronen van autoriteiten, het verontmenselijkte leven in de stad, de traditionele opvoeding die iedere creativiteit doodt. Ook vonden ze inspiratie in de beschreven mystieke ervaringen van diepe verwantschap met mensen en de natuur of, in De steppewolf, het gebruik van drugs als middel om een etherisch wereld te betreden.
De Hesse-hype is nu wel voorbij. Alleen in een top 2000-liedje als Born to be Wild van Steppenwolf uit 1968 (op 659 in 2011) zie je de invloed nog die de Zwitserse auteur toen had. Maar gelezen wordt Hesse onverminderd, meer dan 120 miljoen boeken zijn er inmiddels van zijn werk verkocht. In Duitsland verschijnen naast heruitgaven regelmatig biografieën, studies, briefuitgaven, fotoboeken en kalenders, zeker dit jubileumjaar. Ook in Nederlandse vertaling blijft Hesse’s oeuvre bijna volledig leverbaar.

Overleden in 1962
Gerrit Achterberg (17 januari)
William Faulkner (6 juli)
Georges Bataille (9 juli)
Filip De Pillecyn (7 augustus)
E.E. Cummings (3 september)
Karen Blixen (7 september)


Eerdere afleveringen van deze rubriek:
- Stijn Streuvels krijgt de Prijs van de Nederlandse Letteren
- Steven Membrecht wint Reina Prinsen Geerlingsprijs
- Alexander Solzjenitsyn publiceert 'Een dag in het leven van Ivan Denisovitsj'

Geen opmerkingen: