Tommy Wieringa heeft zijn immense succes te danken aan mij. Dat is niet waar, maar iedere keer als ik hem spreek op een openbare gelegenheid – al was dat bepaald niet wekelijks – probeert hij zijn publiek daarvan te overtuigen.
Wat is er gebeurd?
Toen begin 2005 Joe Speedboot verscheen in een oplage van 2500 exemplaren, had de boekhandel geen vertrouwen in een eventueel succes van deze roman. Alle boekhandels bij elkaar – toch goed voor zo’n 1500 verkooppunten in heel Nederland – hadden iets van 423 exemplaren ingekocht. Sommige boekhandels die graag een breed assortiment aan hun klanten aanbieden, hadden voor de vorm twee exemplaren besteld. Meer leek ook hen niet commercieel verantwoord.
Volkomen terecht. Tommy Wieringa (20 mei 1967) was de auteur van drie romans waar de boekhandel bijna niets van had verkocht. Dormantique’s manco uit 1995 en Amok uit 1997 waren ook nog eens matig tot slecht ontvangen. ‘Een onsamenhangend geheel’, schreef Coen Peppelenbos in de Leeuwarder Courant over zijn debuut. NRC Handelsblad vond Dormantique’s manco ‘een lappendeken waarin je eens flink de schaar zou willen zetten.’
Tegenwoordig schaamt Wieringa zich voor zijn entree in de letteren. Op zijn officiële website zwijgt hij beide boeken dood, ook al houdt zijn oude uitgeverij In de Knipscheer ze nog altijd leverbaar. Peppelenbos vroeg hij – tevergeefs – of hij zijn recensie niet van het internet kon halen. ‘Ik probeer de eerste twee romans langzaam uit het zicht te laten verdwijnen’, mailde hij hem. ‘Jeugdwerk, ongedisciplineerde erupties’, oordeelde hij nog harder dan zijn critici.
Voor zijn derde roman Alles over Tristan (2002) vond Wieringa een nieuwe uitgeverij – een van de meest gerenommeerde van Nederland nog wel: De Bezige Bij. Deze eerste volkomen fictieve roman die hij schreef, kreeg wél lof. ‘Steeds opnieuw neemt het verhaal een wending die verrast’, oordeelde Trouw. ‘Het verhaal overtuigt tot en met de laatste letter’, vond Rails. Ook werd de roman onderscheiden met de Halewijnprijs en haalde het de longlist van de AKO Literatuurprijs.
Maar verkopen? Nee. Dat deed ook Alles over Tristan niet. Dus waarom zou de boekhandel dan zijn volgende boek groot in de etalage willen neerleggen?
Toen verschenen de eerste recensies van Joe Speedboot. De larger than life bildungsroman over de gehandicapte Fransje Hermans en de daadkrachtige dromer Joe Speedboot was ‘wervelend geschreven’ (NRC Handelsblad), ‘een boek om verliefd op te worden’ (Het Parool), ‘een lust om te lezen’ (Metro) en ‘een prachtig boek over opgroeiende jongens’ (De Groene Amsterdammer), een ‘ode aan de verbeelding’ (De Telegraaf). Het was kortom ‘een boek waarvan je gelukkig wordt’ (De Standaard).
Wieringa gloeide uiteraard van binnen na zoveel lof. Maar hij was ook bevreesd. Wat als iemand, opgezweept door het enthousiasme van de critici, naar de boekhandel ging en het boek niet kon krijgen? Dikke kans dat hij het erbij liet zitten. Of een ander boek kocht. Nu de recensies zo positief waren, moest en zou Joe Speedboot goed in de boekhandel liggen. Liefst in de etalage, op de toonbank of in grote stapels op de tafel ‘pas verschenen’. Daarom bedacht hij een actie.
In een mail vroeg hij zo’n tweehonderd vrienden, kennissen en andere relaties om naar hun lokale boekhandel te gaan en naar het boek te vragen. Dat zou de boekverkoper moeten prikkelen om Joe Speedboot in huis te halen. Dit scenario stond hem voor ogen:
Jij: Vraag de winkelier of hij Joe Speedboot in huis heeft, waarover je zulke goede dingen hebt gehoord.
De boekverkoper: ‘Joe Speedboot? Dat kijken we even na in de computer. Nee, sorry, dat hebben we niet op voorraad. U kunt het wel bestellen, dan hebben we het vrijdag in huis.’
Jij: ‘U hebt het niet liggen? Vreemd. Heel vreemd. Dan loop ik even door naar de volgende.’ Dit alles met uiterlijke onbewogenheid. Niet omkijken of de winkelier paniekerig op zijn hoofd krabt over zijn gebrek aan commercieel inzicht.
Deze actie werd opgepikt door de media. Daar kom ik in het verhaal. Behalve voor BOEK werk ik als freelance journalist voor Boekblad, het vakblad voor de boekenbranche. Toen ik ervan hoorde, dacht ik onmiddellijk: nieuws. Zeker omdat Wieringa in zijn mail de boekhandelaars kapittelt. ‘De boekhandel toont zich een conservatief bolwerk.’ Aan de telefoon voegde hij daar aan toe: ‘Het aantal eigenzinnige boekhandelaars met een eigen poëtica, die zelf boeken lezen en die vervolgens hun klanten aanraden, is afgenomen.’
Ik schreef een nieuwsbericht voor het publiek van boekhandelaren. Meer dan al Wieringa’s vrienden hadden kunnen doen, prikkelde ik hen. Het bericht lokte een aantal reacties van boekverkopers uit. Afwijzende, maar ook instemmende reacties. En een enkeling wees erop dat hij of zij Joe Speedboot wél had in gekocht. Ook Libris, een boekhandelsgroep waar meer dan honderd winkels lid van zijn, was geïntrigeerd en nodigde hem uit op een bijeenkomst over zijn roman te vertellen.
Vanzelfsprekend waren toen zo veel boekverkopers uitgedaagd dat ze een enorme stapel inkochten. En – omdat ze er weer vanaf moesten – legden ze het op nummer 1 in hun top 10, waarna de verkoop bijna vanzelf op gang kwam. Aldus Wieringa.
In werkelijkheid was mijn berichtgeving over deze actie natuurlijk niet doorslaggevend. Joe Speedboot begon na het juichend onthaal tóch te lopen omdat het een geweldig boek is dat talloze lezers wist te raken. Het boek ontroerde. Het boek maakte aan het lachen. En al die lezers waren zo enthousiast dat ze het boek aan hun vrienden cadeau deden en het hun collega’s aanraden.
Veel meer dan de marketing van uitgeverijen of het inkoopbeleid van boekhandelaars is het de mond-tot-mondreclame die van goed boek een absolute megaseller kan maken. De boekhandel volgt heus wel als steeds meer mensen het willen lezen.
And the rest is history. Inmiddels zijn er meer dan 270.000 exemplaren van het boek verkocht, dat sinds 2005 onafgebroken in de top 100 beste verkochte boeken van het jaar staat. Joe Speedboot won de F. Borderwijkprijs, Tzum-prijs en La Vie en Rose-prijs en was genomineerd voor Libris Literatuurprijs, NS Publieksprijs, Gouden Uil, AKO Literatuurprijs en tot twee keer toe voor de Boek-delenprijs. Buitenlandse uitgeverijen uit landen zo uiteenlopend als India, Finland, Zuid-Korea en Israel stonden in de rij om een vertaling te publiceren.
En nu op 15 mei 2009, na een paar keer te zijn uitgesteld, eindelijk de opvolger Caesarion verschijnt, zijn de boekhandelaren uiteraard niet meer zo terughoudend. De eerste druk van Caesarion heeft direct een oplage van 80.000 exemplaren.
(Eerder gepubliceerd in BOEK 3, 2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten