woensdag 3 oktober 2012

interview met AKO-genomineerde Anton Valens over 'Het boek Ont' (BOEK)


Het boek Ont van Anton Valens was een van de mooiste boeken van het voorjaar – dat nu op de Toplijst van de AKO Literatuurprijs 2012 staat. Humoristisch en aangrijpend, geschreven in een prachtige stijl. De roman is intuïtief ontstaan, vertelt de schrijver. ‘Ik laat me heel makkelijk meeslepen door een inval, een zijsprong of een doodlopende weg die ik op dat moment belangrijk vind.’

Bezweet komt Anton Valens binnen. Hij werkt sinds april als postbode. Vijf dagen in de week: van dinsdag tot en met zaterdag, elke dag een andere ronde, elke dag een onvoorspelbare hoeveelheid post. Als hij thuiskomt gaat hij schilderen. Aan het eind van de middag, als de geluiden buiten in Amsterdam-Oost langzaam uitsterven, kan hij het beste werken. Maar vandaag laat hij zich op dit uur interviewen. ‘Even een schoon t-shirt aantrekken, dan kom ik eraan.’
Wie Valens’ laatste roman Het boek Ont al gelezen heeft, zal smakelijk lachen om zijn nieuwste baantje. Postbode! De voornaamste karaktereigenschap van hoofdpersoon Isebrand Schut is zijn onvermogen post open te maken. Hij heeft daarom de hulpgroep Man&Post opgericht. Eens in de twee weken komen de deelnemers – een klein groepje tragikomische marginalen – samen in Isebrands appartement in hartje Groningen om elkaars post open te maken.
Puur toeval, noemt Valens deze samenloop van omstandigheden. ‘Ik was een lange periode het huis niet uit geweest. Ik was zo intens bezig met dat geschrijf, ik had behoefte gekregen om op straat te komen. Post bezorgen leek me altijd al leuk werk, maar het was nooit op mijn pad gekomen. Pas toen mijn vriendin op internet zag dat er veel vraag naar postbodes was, heb ik gesolliciteerd. Het is fijn werk. Al die gesprekjes op straat. Dagelijks in beweging.’
Niettemin is het uitgangspunt van de roman autobiografisch. Valens heeft zelf moeite post open te maken, waarom weet hij niet. Lang geleden deden hij en een vriend hetzelfde als de leden van Man&Post. ‘Dat bleek goed te werken. Maar eigenlijk snap ik nu nog beter dat mensen hun post niet willen openen. Als je ziet wat mensen van de postbode krijgen. Bedroevend. Incasso, belastingen, brieven van de woningbouw, boetes. Door e-mail is het aandeel “leuke” post heel klein geworden.’

Het boek Ont is de vijfde boek van de als beeldend kunstenaar opgeleide Anton Valens (1961). Hij debuteerde in 2004 met het tweevoudig bekroonde Meester in de hygiëne, waarin hij een aantal gefictionaliseerde portretten schetste van zijn klanten in de thuiszorg. Daarna volgde meer schetsen uit de thuiszorg in Dweiloorlog, het reisboek Ik wilde naar de rand van Beijing en de novelle Vis. Dit verhaal gaat over een werkloze kunstenaar die een week meevaart op een boomkorkotter.
Zijn werk heeft altijd veel lof gekregen, maar zo unisono geprezen als voor Het Boek Ont was Valens nooit. En terecht. De auteur beschrijft de wederwaardigheden van Isebrand en zijn lotgenoten, zoals het energieke warhoofd Cor Meckering en de ambitieuze psychiatrische verpleegkundige Sylvio, met veel mededogen. Hij heeft oog voor zowel de tragiek als de humor van hun bestaan. En alles geschreven in een uiterste levendige, precieze en bij vlagen vindingrijke stijl.
In veel opzichten is het boek een stap vooruit. Het is grappiger, minder autobiografisch en heeft meer plot. Zelf twijfelt Valens. ‘Ik hoor dat meer, dat er sprake zou zijn van ontwikkeling: van non-fictie naar fictie. Ik vind die theorie niet overtuigend. Mijn debuut bevatte veel fictie, in Ont zit ook non-fictie. Maar misschien maakt het uitgangspunt verschil. Sinds ik minder gebonden ben aan wat ik zelf heb meegemaakt, ontdekte ik dat ik meer mogelijkheden heb als schrijver.’
Eigenlijk vindt hij het moeilijk om te reflecteren over welk aspect van het schrijverschap ook. Buitenstaanders kunnen dat beter. Over de veelgeprezen humor van zijn roman zegt hij bijvoorbeeld: ‘Misschien heb ik dat onderschat. Ik vind het verhaal niet altijd even grappig. Ik dacht juist: wie gaat dit in godsnaam lezen? Het boek gaat bepaald niet over een diplomaat of een flitsende figuur die avonturen beleeft. Toen de vormgeefster het had gelezen, zei ze: jezus, wat een doffe ellende.’

Het boek Ont heeft een lange voorgeschiedenis. Valens schreef de eerste passages toen de euro tien jaar geleden net was ingevoerd. Geïnspireerd door een Franse zwerver die op tv klaagde over de impact van de nieuwe munt, werd het einde van de gulden een belangrijk motief in het boek. ‘Toen kon ik absoluut niet voorzien dat er een eurocrisis zou zijn als Het boek Ont uitkwam. Dat het onderwerp zo actueel zou zijn en Wilders nu op tv dingen zegt die letterlijk uit mijn boek komen.’
Organisch groeiden al die losse scènes langzaam tot één verhaal. ‘Ik laat me heel makkelijk meeslepen door een inval, een zijsprong of een doodlopende weg die ik op dat moment belangrijk vind. Ik schrijf intuïtief. Veel moet dan weer worden geschrapt. Tot ik, vrij laat, op een punt kom dat ik verbanden begin te zien. Dat ik opeens begrijp waarom ik al die dingen heb opgeschreven, zoals dat ook met schilderen vaak achteraf het begrip komt. Dan kan ik me meer focussen.’
Minstens zo veel tijd kost de zoektocht naar het juiste woord. ‘Ik probeer in principe zo eenvoudig mogelijk te schrijven, maar ik ben ook streng. Ik zal niet snel schrijven: een hoofd zo rood als een biet – tenzij het in een bepaalde context wél kan. Ik zoek steeds naar manieren om het anders te zeggen, of beter, duidelijker, beeldender. Ben ik dan een perfectionist? Ja. Maar ik vind het ook gewoon leuk om te doen. Ik beleef veel plezier aan de rijkdom en mogelijkheden van de taal.’

Valens zal niet snel uitweiden over de thema’s van zijn roman. Voor hem beschrijft Het boek Ont simpelweg het leven van een een groep mannen waarvan hij het type goed kent. ‘Er zijn er massa’s van,’ zegt hij. ‘Studie niet afgemaakt. Werk loopt niet lekker. Ze weten hun plek in de maatschappij niet een twee drie te vinden. En omdat het niet meer vanzelfsprekend is om een uitkering aan te vragen, is het voor hen alleen maar moeilijker geworden. Ze moeten uitdagingen aangaan, kiezen voor succes.’
Het is te danken aan Meckering dat Isebrand toch zijn draai vindt. Hoe waanzinnig zijn plannen ook zijn – het schrijven van een boek over het prefix ont- voorop –, de energie die de ooit succesvolle zakenman meebrengt, stimuleert Isebrand om niet te blijven hangen in zijn depressie. ‘Meckering heeft het steeds over onbegrensde mogelijkheden. Daarom gaat Isebrand nadenken over wat híj kan. ‘Ont’ symboliseert dat, dat voorvoegsel het staat voor iets afbreken én voor een nieuw begin.’
Daarom heeft het boek een optimistisch slot. ‘Dat vond ik belangrijk,’ zegt Valens. ‘Het leven is niet alleen maar ellende, in ieders leven gebeuren ook goede dingen. Uit empathie met hem gunde ik dat Isebrand ook.’
(Eerder gepubliceerd in BOEK 5, 2012)

Zie ook:

Geen opmerkingen: