zaterdag 1 juni 2013

A.F.Th. van der Heijden maakt een nieuwe start (Knack)


De P.C. Hooftprijs die A.F.Th. van der Heijden gisteren in ontvangst nam, stond in het teken van een nieuw begin. Hij eerde de belangrijke oeuvreprijs met een nieuwe roman.

Een oeuvreprijs is een bekroning voor afgeleverd werk, waarvan niet meer wordt verwacht dat er nog hoogtepunten aan worden toegevoegd. Een oeuvreprijs is een afsluiting. Dat blijkt uit de praktijk: welke Nobelprijswinnaar heeft na het ophalen van de prijs nog iets belangwekkends geschreven? En toch stond de massaal bijgewoonde uitreiking van de P.C. Hooftprijs aan A.F.Th. van der Heijden, gisteren in het Letterkundig Museum in Den Haag, in het teken van een nieuw begin.
Op meerdere niveaus. Ten eerste markeerde de middag de terugkeer van de schrijver in het publieke leven (een tv-interview bij College Tour, vorige week op Nederland 3, uitgezonderd). Na het dodelijk ongeluk van zijn zoon Tonio sloot hij zich drie jaar lang op in zijn eigen huis – zelfs de Libris Literatuurprijs haalde hij vorig jaar niet op. Nu tekent hij weer present – al is onduidelijk wat dat betekent. Gaat hij op tournee langs boekhandels nu hij een nieuwe roman publiceert?
Natuurlijk sprak Van der Heijden in zijn dankwoord over Tonio. Zijn zoon zou alle aanwezigen met hun toespraken, muzikale optredens en plechtige overhandigingen in de van iedere allure gespeende zaal met zijn camera hebben vastgelegd.  Maar het klonk bijna verontschuldigend. Die jongen is al zo vaak ter sprake gebracht. Het is dat Tonio’s dood Van der Heijdens kijk op zijn oeuvre en het belang ervan zo had veranderd dat het onvermijdelijk was om hem wel te noemen.
Alles wat Van der Heijden ooit heeft geschreven is ten prooi gevallen aan ‘verschaming’ of ‘schaamtevreet’, zoals hij het noemt. Iedere alinea lijkt hem nutteloos, belachelijk en misplaatst – ‘omdat het allemaal, langs wat voor omwegen ook, tot het grote ongeluk heeft geleid dat ik met al mijn uitsloverij niet heb kunnen tegenhouden’. De P.C. Hooftprijs zelf is een van de weinige dingen die nog is ontsnapt aan deze ‘hersenschimmige aandoening.’
Maar ook daarom heeft Van der Heijden een nieuw begin gemaakt. De verschaming is ook ‘een remedie tegen gemakzuchtige ijdelheid en voorbarige tevredenheid’. Het leidt ertoe dat hij nog beter werk heeft proberen te maken om er zelf van onder de indruk te kunnen raken. Hij wilde het dankwoord niet gebruiken om een nieuwe en aangescherpte poëtica uit te leggen – maar dat hij die heeft, is een feit. Wie hoopt dat hij geen complexe en omvangrijke romans meer zal schrijven, zal bedrogen uitkomen.
Van der Heijden onderstreepte dit door – waarschijnlijk als eerste oeuvreprijswinnaar in de literaire geschiedenis – op dezelfde dag als de uitreiking een nieuwe roman te presenteren. Aanstaande donderdag ligt De helleveeg pas in de winkel, maar alle aanwezigen kregen gisteren al een exemplaar mee. Zij konden nog dezelfde avond beginnen aan het vijfde deel van de romancyclus ‘De tandeloze tijd’, dat is gewijd aan Tiny, de tante van hoofdpersoon Albert Egberts.
Tot slot dankte Van der Heijden een naamloos jongetje, die hij als 14-jarige ooit zag met een vergiet op zijn hoofd. Het was dat beeld dat hem voor het eerst naar zijn schrijftafel dreef ‘met een andere bedoeling dan het maken van achterstallig huiswerk’. Toen lukte het hem niet het beeld in woorden te vangen. Door die jongen met het vergiet alsnog glashelder en beeldend te beschrijven, liet hij symbolisch zien: ik maak een nieuwe start.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 31 mei)

Meer A.F.Th. van der Heijden:

Geen opmerkingen: