De P.C. Hooftprijs die
A.F.Th. van der Heijden gisteren in ontvangst nam, stond in het teken van een
nieuw begin. Hij eerde de belangrijke oeuvreprijs met een nieuwe roman.
Een oeuvreprijs is een bekroning voor afgeleverd werk,
waarvan niet meer wordt verwacht dat er nog hoogtepunten aan worden toegevoegd.
Een oeuvreprijs is een afsluiting. Dat blijkt uit de praktijk: welke
Nobelprijswinnaar heeft na het ophalen van de prijs nog iets belangwekkends
geschreven? En toch stond de massaal bijgewoonde uitreiking van de P.C.
Hooftprijs aan A.F.Th. van der Heijden, gisteren in het Letterkundig Museum in
Den Haag, in het teken van een nieuw begin.
Op meerdere niveaus. Ten eerste markeerde de middag de
terugkeer van de schrijver in het publieke leven (een tv-interview bij College
Tour, vorige week op Nederland 3, uitgezonderd). Na het dodelijk ongeluk van
zijn zoon Tonio sloot hij zich drie jaar lang op in zijn eigen huis – zelfs de Libris Literatuurprijs haalde hij vorig jaar niet op. Nu tekent hij weer
present – al is onduidelijk wat dat betekent. Gaat hij op tournee langs
boekhandels nu hij een nieuwe roman publiceert?
Natuurlijk sprak Van der Heijden in zijn dankwoord over
Tonio. Zijn zoon zou alle aanwezigen met hun toespraken, muzikale optredens en
plechtige overhandigingen in de van iedere allure gespeende zaal met zijn
camera hebben vastgelegd. Maar het klonk
bijna verontschuldigend. Die jongen is al zo vaak ter sprake gebracht. Het is
dat Tonio’s dood Van der Heijdens kijk op zijn oeuvre en het belang ervan zo
had veranderd dat het onvermijdelijk was om hem wel te noemen.
Alles wat Van der Heijden ooit heeft geschreven is ten prooi
gevallen aan ‘verschaming’ of ‘schaamtevreet’, zoals hij het noemt. Iedere
alinea lijkt hem nutteloos, belachelijk en misplaatst – ‘omdat het allemaal,
langs wat voor omwegen ook, tot het grote ongeluk heeft geleid dat ik met al mijn
uitsloverij niet heb kunnen tegenhouden’. De P.C. Hooftprijs zelf is een van de
weinige dingen die nog is ontsnapt aan deze ‘hersenschimmige aandoening.’
Maar ook daarom heeft Van der Heijden een nieuw begin
gemaakt. De verschaming is ook ‘een remedie tegen gemakzuchtige ijdelheid en
voorbarige tevredenheid’. Het leidt ertoe dat hij nog beter werk heeft proberen
te maken om er zelf van onder de indruk te kunnen raken. Hij wilde het
dankwoord niet gebruiken om een nieuwe en aangescherpte poëtica uit te leggen –
maar dat hij die heeft, is een feit. Wie hoopt dat hij geen complexe en
omvangrijke romans meer zal schrijven, zal bedrogen uitkomen.
Van der Heijden onderstreepte dit door – waarschijnlijk als
eerste oeuvreprijswinnaar in de literaire geschiedenis – op dezelfde dag als de
uitreiking een nieuwe roman te presenteren. Aanstaande donderdag ligt De
helleveeg pas in de winkel, maar alle aanwezigen kregen gisteren al een
exemplaar mee. Zij konden nog dezelfde avond beginnen aan het vijfde deel van
de romancyclus ‘De tandeloze tijd’, dat is gewijd aan Tiny, de tante van hoofdpersoon
Albert Egberts.
Tot slot dankte Van der Heijden een naamloos jongetje, die
hij als 14-jarige ooit zag met een vergiet op zijn hoofd. Het was dat beeld dat
hem voor het eerst naar zijn schrijftafel dreef ‘met een andere bedoeling dan
het maken van achterstallig huiswerk’. Toen lukte het hem niet het beeld in
woorden te vangen. Door die jongen met het vergiet alsnog glashelder en
beeldend te beschrijven, liet hij symbolisch zien: ik maak een nieuwe start.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 31 mei)
Meer A.F.Th. van der Heijden:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten