vrijdag 7 maart 2014

De opschepper Jan Cremer op het wereldwijde web

De schelmenroman Ik, Jan Cremer was in 1964 en de jaren erna een bestseller, zeker. Maar hoeveel exemplaren er in een halve eeuw zijn verkocht? Op het omslag van de 40e druk uit 1980 stond: 350.000 exemplaren verkocht. Op het omslag van de 50e druk uit 2000: 550.000 exemplaren. En bij de jubileumeditie die vandaag verschijnt staat vermeld: 55e druk, 1.150.000 exemplaren verkocht.

Pardon!?

Dat zou betekenen dat de laatste vijf drukken gemiddeld elk 100.000 exemplaren groot was. Als de claim dus ook maar ergens op is gebaseerd, is hier wel heel creatief geboekhoud. Zelfs wanneer je de verkopen erbij optelt van deel twee (verschenen in 1966) en drie (2008) én de vertalingen, dan geloof ik het nog niet. Ik, Jan Cremer 3 stond zes jaar geleden slechts twee weken in de Bestseller 60.

Hoe groot de oplage is van de nieuwe jubileumeditie weet ik niet. Erg groot kan die niet zijn. Duizend exemplaren? Vijftienhonderd? Ik, Jan Cremer wordt immers toch alleen nog gelezen door een kleine groep met literair-historische interesse? Toen Pauw & Witteman dinsdag jl. over dit boek praatte, bleek dat bijna niemand in het publiek het had gelezen. 'Ze zijn ook zo jeugdig', zei Witteman.

Literair-historische interesse was in ieder geval mijn motivatie, toen ik het eind september 1994 las. Ik vond er weinig aan. Ik, Jan Cremer bevatte een vitalistische impuls, maar de inhoud schokte me niet en de stijl was oppervlakkig. De taal is misschien niet verouderd, dat is al heel wat. Maar twintig jaar geleden dacht ik al: dit ben ik snel weer vergeten. Dat is ook gebleken.

Zo lang Cremer nog leeft – en ik gun de pocher nog vele jaren in goede gezondheid – zal hij echter aandacht krijgen van de pers. Ik stuitte de afgelopen weken al op interviews in Humo, de Volkskrant, Haarlems Dagblad (ook elders overgenomen), Tubantia – afgenomen ter gelegenheid van het jubileum uiteraard. Na zijn dood zal het afgelopen zijn met Cremers naamsbekendheid.

En dat in weerwil van de mondiale roem waarover hij zich altijd laat voorstaan. Zelfs Fidel Castro las Ik, Jan Cremer, schept hij op in Haarlems Dagblad. ,,Hoe ik dat weet? Nou, via Mulisch, een rode rakker destijds. Die had een audiëntie bij Castro. En het eerste wat die zei toen die het woord Nederland hoorde. ’Holland? Cremer!’’ Mulisch kan het toch niet meer tegenspreken.

Het grappige is dat je die wereldwijde roem tegenwoordig makkelijk kan controleren. In hoeveel talen heeft Jan Cremer een pagina op Wikipedia? Drie: in het Nederlands, Duits en Italiaans. Ter vergelijking: Harry Mulisch heeft er 63 en Arnon Grunberg 12. In hoeveel talen is Cremers werk eigenlijk vertaald? Volgens de Literaire Vertalingen database van het Nederlands Letterenfonds: Engels, Duits, Japans, Spaans en Deens.

En google voor de grap is op 'Jan Cremer site:.es'. Je krijgt wel bijna 50.000 hits, maar de kwaliteit ervan is matig. In plaats van sites waar je iets over de auteur en zijn werk te weten kan komen, krijg je bij de eerste resulaten vermeldingen op de Spaanstalige versies van Lastfm en Ebay. Ga je naar pagina 10, dan heb je al alleen maar sites waar toevallig de woorden 'cremer' en 'jan in een andere context voorkomen.


Die wereldroem, die heeft de zelden nog gelezen Jan Cremer alleen in zijn eigen taalgebied.

3 opmerkingen:

Nick ter Wal zei

Slaat het getal misschien op verkochte exemplaren wereldwijd, dus alle Nederlandse drukken plus de vertalingen?

Maarten Dessing zei

Jan Cremer zegt zelf in het interview met Humo van vorige week dat er wereldwijd 12 miljoen zijn verkocht. Als het aantal vertalingen klopt (vijf dus) en je de 1,15 miljoen in Nederland aftrekt, kom je uit op gemiddeld 2,17 miljoen exemplaren per taal. En dat terwijl je op Amazon alleen tweedehands Engelse vertalingen uit eind jaren zestig kan vinden.

Maarten Dessing zei

Overigens zei Remco Campert al (in de onlangs verschenen columnverzamelbundel 'Te vroeg in het seizoen') dat je aan Cremers beweringen over oplages niet al te veel waarheid mag hechten.