Eindelijk! Een Nobelprijs voor een Nederlandse auteur! In
Jonathan Galassi's roman Muse in
ieder geval. Alleen krijgt niet Hendrijk David de prijs, die al jaren iedere
eerste donderdag van oktober met groeiende wanhoop bij de telefoon wacht op het
verlossende gerinkel, maar de obscure essayist Dries van Meegeren, die aldus
wordt beloond voor zijn jarenlange promotietour in Scandinavië. De officiële
bekendmaking in Stockholm, die altijd samenvalt met de grote internationale
boekenbeurs in Frankfurt, leidt onmiddellijk tot de gebruikelijke hectiek.
Publishers from nearly everywhere, who before
today had never heard of Van Meegeren, swarmed the normally empty Dutch hall,
anxious to buy themselves a Nobel Prize winner. The booth of De Bezige Bij, The
Busy Bee, van Meegeren’s lucky publisher, resembled a rebooking desk in an
airline terminal after a canceled flight.
Voor Paul Dukach, hoofdpersoon van Muse, is het maar een detail. Hij denkt op de Buchmesse alleen maar
aan het bezoek dat hij aansluitend zal brengen aan Ida Perkins in Venetië. De
bejaarde dichteres, winnares van maar liefst vijf National Book Awards en twee
Pulitzers, is de reden dat hij als onbegrepen tiener in een provinciaal gat een
levenslange liefde voor de letteren opvatte, literatuur ging studeren, en in
het boekenvak terechtkwam, tegenwoordig als redacteur van de onafhankelijke
uitgeverij Purcell & Stern. Voor het eerst in zijn leven zal hij zijn idool
ontmoeten.
Toch loont het de moeite om langer stil te staan bij de
Nederlandse Nobelprijs. Het toont aan waar het Galassi in Muse om te doen is. De 66-jarige Amerikaan werkt al veertig jaar in
de uitgeverij, tegenwoordig als directeur van dé literaire uitgeverij van New
York: Farrar, Straus and Giroux. Hij moet ergens hebben opgevangen hoe gefrustreerd
Nederland is dat onze literatuur nog nooit een Nobelprijs ten deel is gevallen,
hoezeer Harry Mulisch en Cees Nooteboom concurreerden om de eer de eersten te
zijn, dat Mulisch elk jaar bij de telefoon wachtte... Galassi móést dat gewoon
kwijt.
Muse is geen
sleutelroman, die een op een zulke feiten openbaart. Maar Galassi heeft zijn
intrige van Paul Dukach en Ida Perkins zonder twijfel bedacht om een
alternatieve geschiedenis te schrijven van het naoorlogse Amerikaanse
boekenvak. Alles wat hij in zijn carrière heeft meegemaakt, iedere
persoonlijkheid die hij ontmoette, de talrijke bizarre anekdotes die hij hoorde
– hij heeft het allemaal verwerkt. Wie de mensen kent, heeft regelmatig een o
ja-Erlebnis. Howard Stern, die heeft iets van uitgever Roger Straus. Dmitry
Chavchavadze: de dichter Joseph Brodsky. Enzovoorts.
Dmitry was considered the most important
Georgian poet of the century, and the Swedish Academy had concurred, enNobeling
him unprecedented early, at the age of thirty-eight. His poems in Russian were
said to be at once hypnotically lyrical and cynically disaffected, but some saw
the English-language versions, which he insisted on creating himself, as an
unintentional pastiche that relied on an insufficient understanding of his
target language. Still, his status as a freedom fighter combined with his
brilliance and take-no-prisoners implacability conferred impregnable authority
on Dmitry. "Is sheet!" he'd shout, about the work of a writer he
didn't rate, which was most of them. "Sheet! Sheet! Sheet!!" This
turned out to be a surefire argumentative technique, since few had the temerity
to disagree.
Muse heeft een fascinerende,
met schwung en merkbaar plezier opgezette intrige – daar niet van. Denk: in
onbegrijpelijke code geschreven notitieboekjes die een befaamd dichter en
ex-echtgenoot van Ida Perkins heeft nagelaten. Een levenslange rivaliteit
tussen twee literaire uitgevers, wiens karakters niet meer van elkaar hadden
kunnen verschillen, over het recht om Perkins te mogen uitgeven. En een geheim
manuscript met explosieve inhoud dat alleen postuum kan worden uitgegeven. Een
echte boekenliefhebber zal zeker de grap en de spanning ervan begrijpen.
Maar als dit verhaal verteld is, gaat Galassi dóór. Muse bevat een veel te lange epiloog
omdat de auteur kostte wat kost wil laten zien hoe het boekenvak de laatste
jaren is veranderd. En dus krijgt Dukach – toepasselijk vernoemd naar de
componist Paul Dukas, tegenwoordig alleen nog bekend van 'De tovenaarsleerling'
– een relatie met een content editor van internetretailer Medusa. Biedt grote
baas George Boutis hem daar een baan aan, die hij afwijst omdat hij alleen kan
werken vanuit zijn ouderwetse liefde voor literatuur. Daarom besluit hij maar
een boek te schrijven. Over Ida Perkins uiteraard.
Ondanks de wat afstotelijke sentimentele klank is de
Nederlandse titel van de roman daarom toepasselijker dan het origineel. Muse, dat verwijst naar Ida Perkins en
bij uitbreiding naar de schone letteren als inspiratiebron voor alles wat Paul
doet. Maar Toen boeken nog boeken waren
verwijst naar het gevoel dat er een goede oude tijd was die iedere pagina van deze
roman ademt. De tijd dat uitgevers markante gentleman-gokkers waren, boeken een
betrekkelijk schaars goed omdat de oplage per definitie beperkt was,
boekhandels centra van beschaving...
Oftewel, de tijd, zoals Galassi zelf verwoordt in zijn
tegelijk soepele en barokke Engels:
when books furnished many a room,
and their contents, the magic words, their poetry and prose, were liquor,
perfume, sex, and glory to their devotees. These loyal readers were never many
but they were always engaged, always audible and visible, alive to the romance
of reading. Perhaps they still exist underground somewhere, hidden fanatics of
the cult of the printed word.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 18 jun)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten