Bij ieder
boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen
oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 4: de vrije indirecte
rede.
Voor een
uitleg over de vrije indirecte rede verwijst Stephan Enter graag naar James
Wood. In How Fiction Works legt de
Britse criticus van voornamelijk The New Yorker ragfijn uit wat dit perspectief is, zegt de bewonderende
schrijver. Het komt neer op een kruising tussen de eerste en derde persoon
enkelvoud. Je kruipt helemaal in je personage, maar geeft diens gedachten en
gevoelens weer in de derde persoon. Het is het perspectief dat Enter voor Grip koos, zijn meest succesvolle boek
tot nu toe.
'De vrije
indirecte rede heeft als voordeel dat je een soort onpartijdigheid suggereert
die er misschien niet is. Dat geeft het verhaal een interessante spanning. Een
tweede voordeel is dat je veel bloemrijker kunt zijn. Je kunt als alwetende
verteller observaties doen die een ik-verteller nooit zou doen. Je hoeft de
gedachten van het personage immers niet letterlijk weer te geven, je suggereert
ze. Dat geeft je ook veel mogelijkheden om een situatie uit te diepen.'
Enter kwam
zelf via een andere weg tot dit perspectief. Hij leerde Woods boek uit 2008
later kennen. Hij overwoog dat de vrije indirecte rede goed paste bij Grip. Hij vertelt daarin achtereenvolgens
vanuit Paul, Martin en Vincent hoe zij een cruciale gebeurtenis tijdens een
gezamenlijke vakantie in de Lofoten hebben beleefd, terwijl ze op weg zijn om
elkaar voor het eerst in jaren weer te ontmoeten.
'De vrije
indirecte rede is gemaakt voor Grip.
Stel je voor dat de lezer de personages achtereenvolgens in de eerste persoon
zou horen. Dan moest hij na ieder deel schakelen. Nu gaat de overgang soepeler.
De toon blijft dezelfde, er is de illusie dat er een verteller van buiten is.
Maar vooral: dit boek gaat over denken en herinneren. Ze twijfelen, mijmeren,
reflecteren. Dankzij dit perspectief kun je dat doen zonder dat je steeds bij
iedere gedachte moet schrijven: twijfelde hij. Of: dacht hij.'
Hoe komt
een schrijver erachter of een perspectief werkt dat hij nooit eerder heeft
gebruikt? 'Je moet heel zorgvuldig met die keuze omgaan', zegt Enter. 'Je zit
er een heel boek aan vast. Je moet dus goed de consequenties overwegen – wat
kan nog wel? wat niet meer? En wat het mogelijk oplevert. Ik herinner me dat ik
in mijn dagboek heb gefilosofeerd over die keuze. Ook ging ik op zoek naar een
goed boek waarin het perspectief werd gebruikt.'
Het boek
waarin hij uiteindelijk een voorbeeld vond was Mrs. Dalloway van Virginia Woolf. 'Een meesterwerk. In dit boek zag
ik dat waar ik over piekerde echt kan. Dat heeft me het laatste zetje geven om
het te proberen. Woolf schuift voortdurend het ene personage in en het andere
uit, zonder steken te laten vallen. Je ziet vaak schrijvers die het onbewust
gebruiken, maar dan gebeurt het nooit foutloos. Dat de vrije indirecte reden
daarom tricky is, vond ik ook spannend.'
Wat kan er
dan fout gaan? Enter legt uit: 'Je schrijft bijvoorbeeld snel: "..., zei
hij wanhopig". Dat lijkt te kunnen, maar nee, je denkt nooit over jezelf:
wat denk ik wanhopig. Dat moet dus worden: "... zei hij en meteen hoorde
hij hoe wanhopig hij klonk." Je moet het perspectief heel secuur
gebruiken. Dat maakt het interessant.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 2016/1)
Zie ook:
- Les een, twee en drie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten