Wat is het uitgeverij De
Bezige Bij waard om een pamflet van Dyab Abou Jahjah, aangekondigd voor
september 2016, te publiceren? Een verhaal over principes, eigen auteurs eerst
en miscommunicatie.
Welke
auteur gaat uitgeverij De Bezige Bij binnenkort verliezen? De columnist Dyab
Abou Jahjah? Of bestsellerauteurs Leon de Winter, Jessica Durlacher en Marcel
Möring, die zich publiekelijk hebben gekeerd tegen de in hun ogen
antisemitische activist? Sinds de prestigieuze Amsterdamse uitgever van bijna
alle grote naoorlogse Nederlandstalige auteurs – van Reve en Mulisch tot
Hermans en Claus – in februari jongstleden Abou Jahjah een contract voor twee
boeken gaf, zijn de gemoederen zó hoog opgelopen dat het ondenkbaar is dat de
uitgeverij het beide kampen ooit naar de zin kan maken. Wellicht heeft de
Vlaming met Libanese wortels ook medestanders die dreigen op te stappen als De
Bezige Bij het auteurscontract verscheurt.
Het
laatste nieuws is de aankondiging van een bijzondere vergadering van
Schrijversvereniging De Bezige Bij op 9 mei. De voorzitter Allard Schröder had
aanvankelijk gezegd dat de vereniging – die door het verleden van de uitgeverij
als coöperatie nog altijd grote invloed heeft – geen standpunt innam. Het
uitgavebeleid was een zaak van de directie. Maar onlangs maakte het bestuur in
een brief aan de leden bekend de publicatie van Abou Jahjahs pamflet Pleidooi voor radicalisering te steunen.
Acht leden drongen er vervolgens aan eens goed te praten over 'de onrust over
de identiteit' van de uitgeverij. Ofwel: 'over principes en fundamenten, maar
ook wat daarvan de consequenties zijn', zo staat te lezen in de uitnodiging.
Om
welke acht schrijvers het gaat is niet bekend – geen van de betrokkenen wil de
interne ruzie uitvechten via de media. Het moge duidelijk zijn dat het
handjevol auteurs dat zich wél heeft geroerd erbij is. Deze tegenstanders
vallen uiteen in twee kampen. De Winter en Durlacher lijken hoe dan ook tegen
een boek van Abou Jahjah met het befaamde Bij-logo te zijn. Zijn
antizionistische en antisemitische uitspraken zijn zo schokkend dat het in het
geheel niet uitmaakt wat hij beweert in zijn pamflet – dat, voor alle
duidelijkheid, nog niemand heeft gelezen. 'Een stem
als die van Abou Jahjah binnen de uitgeverij geeft me een onveilig gevoel',
uitte Durlacher haar dreigement in diverse media.
Daartegenover
staat Marcel Möring. Toen hij zich verdiepte in de opinies van de columnist –
soms lang geleden gedaan in zijn tijd als voorman van de Arabisch Europese Liga
(AEL) – schrok hij zich wezenloos. Maar: hij dreigt niet met opstappen, hij
wacht af. 'Ik doe niet aan dreiging', schreef hij in NRC Handelsblad. 'Ik heb mijn uitgever gevraagd waarom deze
agitator een contract heeft gekregen. Dat is alles. Ik sluit niet uit dat ik
vertrek als hij het soort teksten publiceert waarvan wij hem kennen, maar dat
is voorlopig niet aan de orde. Misschien schrijft hij een sprookje waarin
islamitische, christelijke en Joodse kabouters gezellig samenleven in een grote
paddenstoel. Dan zou ik zomaar kunnen blijven.'
De
uitgeverij – eveneens zeer terughoudend naar de media – verdedigde Abou Jahjah
aanvankelijk als een 'gerespecteerde stem in het debat'. Met de voor hen zo logische
kanttekening dat het bijna overbodig leek het te zeggen: dat de uitgeverij
vanzelfsprekend geen antisemitische geschriften wenst te publiceren. Contract
of geen contract. Later gaf de uitgeverij toe dat de protesten van prominente
fondsauteurs aanleiding hadden gegeven tot een fundamentele discussie 'over de
rol van een moderne uitgever in prangende actuele kwesties en in het
gepolariseerde debat van vandaag', zoals het in een van de schaarse uitingen
heette.
Daar
gaat het natuurlijk om: de rol van de uitgever. Kan een uitgeverij alle teksten
uitgeven waarmee hij denkt geld te verdienen? De meeste uitgevers vinden van
wel. De tijd van de verzuiling is voorbij. Kijk naar Prometheus. Die gaf net zo
makkelijk een rechts-extremistische haatgeschrift van PVV-politicus Martin
Bosma (De schijn-élite van de valse
munters, 2010) uit als de memoires
van GroenLinks-voorvrouw Femke Halsema (Pluche,
2016). Of neem, in Vlaanderen, Pelckmans. De uitgeverij beweerde vorig jaar bij
hoog en bij laag Waarover men niet
spreekt van islambasher Wim Van Rooy uitsluitend vanwege de gebrekkige
kwaliteit niet uit te geven. Want ook Pelckmans vindt: het debat is gebaat bij
grote diversiteit aan stemmen.
De
enige reden waarom een uitgever werk van een auteur niet wil publiceren is dat
hij persoonlijk niets met diens mening heeft. Lang niet iedereen zal bereid
zijn Bosma of Van Rooy een podium te geven. Bosma was voor zijn tweede boek, Minderheid in eigen land, ook gedwongen
dat in eigen beheer uit te geven. Maar een boek weigeren omdat andere auteurs
in het fonds het ermee oneens zijn? Dat gebeurt nooit. Zoals Oscar van Gelderen
van uitgeverij Lebowski schouderophalend in Het
Parool zei: 'Als je meerdere succesnummers in je stal hebt, kan het natuurlijk ook
altijd gebeuren dat mensen elkaar niet kunnen luchten of zien, los van
politieke standpunten.'
Het
opmerkelijke is dat uitgerekend De Bezige Bij haar uitgavebeleid recentelijk heeft
laten bepalen door protesten van fondsauteurs. De uitgeverij zou in
samenwerking met Das Magazin een
bundel brengen van de tien beste jonge auteurs uit dit literair tijdschrift.
Tot Jessica Durlacher na een tip protesteerde. Het tijdschrift had ooit JamalOuariachi's 'Handleiding Antisemitisme voor Beginners' gepubliceerd, waarin
zij en echtgenoot Leon de Winter tamelijk onprettig figureren. Daar kon de
uitgeverij zich absoluut niet mee associëren, of het verhaal nu ironisch was
bedoeld of niet. Dat Ouariachi niet eens in De
Tien voorkwam, maakte geen verschil. De uitgeverij verkoos toen de
gevestigde bestsellerauteurs boven de aanstormende talenten. De Tien verscheen daarop elders.
Heeft
de uitgeverij van deze kwestie uit 2013/2014 geleerd? Het lijkt er niet op. De
Bezige Bij had destijds niet bijtijds de gevoeligheid onderkend om eventuele
bezwaren bij anderen te kunnen wegmasseren. Dat is precies wat er dit keer ook
misging. Abou Jahjah heeft in Vlaanderen een andere reputatie dan in Nederland,
waar hij nog altijd bekend staat als de heetgebakerde activist die te vaak uit
de bocht vloog. Zijn columns in De
Standaard leest daar niemand. De hoofdredacteur Vlaanderen Katrijn Van
Hauwermeiren – zelf een Vlaamse, zij het met jarenlange ervaring in Nederland –
heeft daarom het potentiële risico van het binnenhalen van deze auteur
onderschat. Net als haar baas Henk Pröpper.
Daar
komt bij: Abou Jahjah stáát al op de fondslijst van De Bezige Bij. Zijn Dagboek Beiroet-Brussel, een verslag van
de oorlog tussen Isräel en Libanon in 2007, is zelfs te koop via deuitgeverijsite. Tegen betaling van 20,95 euro wordt er on demand een exemplaar geproduceerd. Dit 256 pagina's tellend boek
verscheen oorspronkelijk in 2008 bij Meulenhoff/Manteau. Deze imprint van
Standaard Uitgeverij, destijds geleid door Harold Polis, ging in 2010 op in de
zelfstandige uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen. Toen die uitgeverij in 2014
werd opgeheven kwam het terecht bij De Bezige Bij. Dus, zou je zeggen, wie zou
bezwaar aantekenen tegen een nieuw boek van zijn hand?
Maar
nu is het te laat. Vlaamse Bezige Bij-auteurs als Stefan Hertmans en David Van
Reybrouck hebben Abou Jahjah verdedigd. Zij hebben van dichtbij gezien hoe de
columnist met het ouder worden zich steeds milder uitte. Goed, 'zijn heftige,
provocatieve stijl van argumenteren [richt] vaak meer schade aan dan
noodzakelijk', aldus Van Reybrouck in De
Groene Amsterdammer. Maar: 'Voor de meesten [in Nederland] is Abou Jahjah
niets minder dan de belichaming van de baarlijke duivel zelve. Die merkwaardige
beeldvorming is in Vlaanderen inmiddels al jaren achterhaald.' Krijg dat nu echter
nog maar eens uitgelegd aan de al te zeer geprovoceerde Durlacher en De Winter.
En
Abou Jahjah zelf? Hij heeft het te druk met naar zijn mening belangrijker
kwesties. In een op verzoek van NRC
Handelsblad geschreven opiniestuk somde hij op: de positie van Israël in
Europa, de positie van de islam en moslims, een radicale gelijkheid, de
fundamenten van het internationale beleid. 'Dat zijn discussies die ik veel
interessanter vind dan die rond mijn eigen persoon. Dat zijn zaken waarvoor ik
me als activist inzet. En dat zijn de kwesties waarin ik me als schrijver
verdiep en waarover ik nu voor De Bezige Bij een boek aan het schrijven ben.
Als mijn criticasters daarover willen debatteren, dan zal ik met veel plezier
van de partij zijn. Maar voor lege welles-nietesspelletjes en
dovemansgesprekken moeten de dames en heren in kwestie mij excuseren. Sorry
daarvoor.'
Ondertussen
schrijft hij rustig door aan Pleidooi voor
radicalisering waar, door alle heisa, reikhalzender naar wordt uitgekeken
dan welk ander geschrift van zijn hand ooit.
(Eerder verschenen op Knack.be, 2 mei)
2 opmerkingen:
BOsma's 2e boek werd niet in eigen beheer uitgegeven. Benieuwd of deze fout ook in BOekblad gemaakt is. 1x googlen en je weet de uitgever van Bosma's 2e boek, dus het is een fout die mij verbaast.....maar kan gebeuren. Vraag is alleen dan hoe zo'n fout idee postvat bij auteur dezes.....als ook bij elke recensie en belangrijke verkoopsite de uitgever vermeld staat ;-)
Volgens de catalogus van de KB is het boek uitgegeven door de Bibliotheca Africana Formicae – een uitgeverij die geen enkele andere publicatie heeft uitgebracht. Dat is ook de naam die bij verkoopsites staat. (Wat Boekblad over dit boek heeft geschreven, weet ik niet.)
Een reactie posten