zondag 9 december 2018

Anne Zeegers van de Schrijverscentrale over schrijvers & bibliotheken (Bibliotheekblad)

Het aantal schrijversoptredens in bibliotheek waarvoor De Schrijverscentrale bemiddelt, neemt al enkele jaren af. Directeur Anne Zeegers wil graag het tij keren. Ze ziet nieuwe kansen om de samenwerking te verstevigen met haar grootste klant. Ook is de bijdrage van de bibliotheek onontbeerlijk om de opbrengst van een schrijversbezoek op  de leesbevordering te vergroten.

De cijfers zijn onmiskenbaar. Het aantal keer dat De Schrijverscentrale bemiddelt voor een optreden van een jeugdauteur in een bibliotheek is drastisch afgenomen. Tussen 2011 en 2013 ging het van 1512 naar 1188 bemiddelingen. Na een aantal jaar stabiel te zijn gebleven op dat niveau waren het er in 2017 nog maar 981. Het aantal bemiddelingen voor optredens van schrijvers voor volwassenen laat een soortgelijk beeld zien. In 2011 waren het er 814, na een eerste daling schoot het iets omhoog, maar in 2017 waren het er maar 612.
Samengevat: De Schrijverscentrale stuurde vorig jaar bijna een kwart minder schrijvers naar bibliotheken dan zes jaar eerder. Fors, vindt ook directeur Anne Zeegers, die de redenen daarvoor kent. 'Bibliotheken hebben een ongelooflijke bezuinigingsslag doorgemaakt, waardoor veel filialen zijn gesloten. Ze hebben minder locaties om optredens te organiseren. Ook werd door het wegvallen van de NBD Biblion-subsidie op lezingen – ooit 200.000 euro – een schrijversbezoek duurder.'
Daar komt de nieuwe Bibliotheekwet bij. Iedere openbare bibliotheek heeft nu wettelijk vastgelegd vijf functies, waardoor de actieradius van deze instellingen enorm is verbreed. 'Wat ik zie is dat veel bibliotheken hun beleid vertalen naar drie pijlers: de klassieke bibliotheek, de educatieve bibliotheek en de maatschappelijke bibliotheek. Mijn indruk is dat de aandacht voor het maatschappelijke domein wat door lijkt te staan. Dat gaat ten koste van de leesbevordering en de boekencollectie.'

Zeegers snapt 'heel goed' dat de bibliotheek met zijn tijd mee moet gaan, zo vertelt ze, en ook rekening moet houden met de voorwaarden van de gemeente als subsidiegever. 'Maar ik hoop ook dat er uiteindelijk een schommelbeweging gaande is', redeneert ze in haar lichte kantoor in Amsterdam. 'Dat de bibliotheek op een gegeven moment pas op de plaats maakt, opnieuw weegt hoe alle genomen initiatieven zich verhouden tot de kerntaak en zich concentreert op waar het goed in is. En dat is toch het stimuleren van het lezen.'
De kerntaak van de bibliotheek, zoals zij die benoemt, is burgers helpen zich te ontwikkelen opdat ze goed kunnen functioneren in de maatschappij. 'Maar: dat begint bij kunnen lezen. Er zijn inmiddels vele studies die aantonen dat leesvaardig zijn een essentiële voorwaarde voor mensen is om volwaardig te participeren in een ingewikkelde samenleving. De bibliotheek is bij uitstek geschikt om ervoor te zorgen dat de leesvaardigheid wordt vergroot. Zij hebben de ervaring, de kennis en de mensen.'

Welke nadruk een bibliotheek ook legt, daar horen altijd boeken bij – en dus eigenlijk ook schrijversoptredens. 'Een maatschappelijke bibliotheek, die zich concentreert op taalontwikkeling en programma's voor laaggeletterden, kan daarvoor heel goed schrijvers uitnodigen. Schrijvers als Karin Giphart, die haar boeken laten hertalen voor NT1- en NT2-leerlingen. En dat gebeurt ook. Bibliotheken doen geregeld een beroep op ons bij projecten in het kader van het Tel mee met Taal-programma.'
Hetzelfde geldt voor een bibliotheek die inzet op discussie en debat. 'Schrijvers verwoorden ook maatschappelijke dilemma's en hoe je je daartoe kunt verhouden. Bezoeken van schrijvers nodigen daarom bij uitstek uit tot debat over de thema's die zij aan de orde stellen. Dat is waar al sinds het begin Nederland Leest over gaat. Een bestaand boek is altijd aanleiding om te praten over een belangrijk maatschappelijk thema, zoals recentelijk over democratie, de invloed van robots op ons leven, en voeding.'
Zeegers ziet daarbij mogelijkheden voor bibliotheken om meer samen te werken met maatschappelijke organisaties. 'Wij bemiddelen al veel voor logopedieverenigingen, de politie, verenigingen van huisvrouwen, noem maar op. Als bibliotheken stuiten op financiële beperkingen, zoals soms gebeurt, wijzen wij hen al op de mogelijkheid om samen te werken met lokale partners en de kosten te delen. Dat kan structureler. Door beter in kaart te brengen voor wie wij allemaal bemiddelen, hopen we daar een bijdrage aan te kunnen leveren.'

Wat in ieder geval niet de daling van het aantal bemiddelingen van de Schrijverscentrale voor de bibliotheek verklaart, is dat de organisatie is ingeslapen. Sinds Zeegers in september 2015 aantrad als directeur van toen nog Schrijvers School Samenleving (SSS), is ze direct gestart met een moderniseringsslag. De naamsverandering anderhalf jaar geleden sloot aan bij de nieuwe koers om De Schrijverscentrale zichtbaarder te maken, meer tegemoet te laten komen aan de behoefte en het effect van een schrijversbezoek te vergroten. Met als resultaat: een nominatie voor de Astrid Lindgren Memorial Award dit jaar.
'We hebben de interne organisatie aangepakt', vertelt Zeegers. 'Het hele proces van aanvraag tot facturatie is nu geautomatiseerd, zodat wij meer tijd hebben voor persoonlijk advies aan de aanvragers. Wij zijn meer samenwerkingen aangegaan en hebben bestaande samenwerkingen, zoals met de CPNB, geïntensiveerd. En we zijn onze kennis en kunde meer gaan delen. We plaatsen op de site ideeën en succesverhalen om andere te inspireren en versturen nu diverse nieuwsbrieven aan verschillende doelgroepen.'
Ook de 1500 actieve auteurs in het bestand – onlangs aangevuld met zo'n twintig spoken word-artiesten – zijn zichtbaarder geworden. Ze hebben de mogelijkheid gekregen om een profiel aan te maken: met een cv, voorbeeld-lessen, de eerste hoofdstukken van het laatste boek zodat klassen die van tevoren kunnen lezen, opzet van een lezing. Wat een auteur maar wil. Een stuk of duizend hebben dat ook gedaan. 'De zoekfunctie gaan we doorontwikkelen, om nog beter te filteren op de wens van aanvragers.'

Om zicht te krijgen op de opbrengst van het schrijversbezoek op leesbevordering in het onderwijs. liet De Schrijverscentrale daar samen met Stichting Lezen onderzoek naar verrichten. Uit de resultaten, in september gepubliceerd, blijkt zonneklaar dat een optreden het lezen stimuleert. De helft van de basisschoolleerlingen en drie op de tien middelbare scholieren wil vaker boeken gaan lezen van de optredende auteur. Ook wordt 69% van de basisscholieren en 62% van de middelbare scholieren aan het denken gezet.
Maar er dreven ook verbeterpunten boven. De voorbereiding van een schrijversbezoek kan beter om het effect ervan te optimaliseren. Slechts 53% van de basisscholieren en 35% van de middelbare scholieren heeft voorafgaand aan een schrijversbezoek een boek van hem of haar gelezen. 'Wij willen docenten daarom nog meer handvatten bieden om de voorbereiding te verdiepen. Dit najaar zijn we begonnen met een pilot met een Menukaart voor basisscholen, met allerlei praktische en inspirerende lestips in een vlog van de auteur.'

Daarbij is de rol van bibliotheken essentieel. Zij hebben vaak direct contact met de scholen en kunnen daarom een goede voorbereiding stimuleren. 'Cubiss heeft bijvoorbeeld een werkboekje gemaakt waar kinderen in kunnen schrijven wat ze van een bezoek vonden. Op onze site is een daar een link naar te vinden. Misschien kunnen wij meer soortgelijke instrumenten gaan aanbieden. We hebben een expertmeeting georganiseerd en gaan in overleg met de vele partijen die betrokken zijn bij de organisatie van een schrijversbezoek – zoals docenten, bibliotheek, uitgevers, KB – verder verkennen hoe we het beste de kennis van ons en Stichting Lezen kunnen verspreiden.'
Ook voor de beschikbaarheid van boeken zijn bibliotheken belangrijk. De scholen die steeds vaker zelf auteursoptredens organiseren – blijkens het gestegen aantal bemiddelingen van 799 in 2011 naar 1204 in 2017 – kunnen dat niet doen met de schoolbibliotheek alleen. 'Deze groei houdt verband met de opkomst van De Bibliotheek op School. Die is waardevol. Maar deze collecties hebben wel vaak maar een paar boeken per auteur. Ondersteuning van de bibliotheek is dan nodig om voor of na een schrijversbezoek over honderd exemplaren te beschikken. Want een schrijver die op school komt, bezoekt 3 tot 4 klassen achter elkaar.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad)

Geen opmerkingen: