De Correspondent komt op 4 juni met een boek over klimaatverandering: Hoe gaan we dit uitleggen van Jelmer Mommers. Voor de uitgeverij was dat aanleiding te onderzoeken of en hoe ze voortaan zo duurzaam mogelijk kunnen uitgeven.
Hoe gaan we dit uitleggen: Onze toekomst op een steeds warmere aarde – die titel alleen al was voor uitgever Milou Klein Lankhorst genoeg reden om zichzelf de vraag te stellen: kunnen we dit boek wel laten drukken? Het was het begin van een onderzoek waarover ze twee stukken schreef voor De Correspondent. In het eerste, dat twee weken geleden online kwam, beantwoordt ze bovenstaande vraag bevestigend. In het tweede, vandaag gepubliceerde stuk beschrijft ze hoe je boeken duurzamer kunt uitgeven, zonder dat het veel meer hoeft te kosten.
'Toen ik eind vorig jaar de eerste versie van dit boek las, liep ik een paar dagen verdwaasd rond', vertelt Klein Lankhorst. 'Ik wist niet dat het zó slecht is gesteld met het klimaat. En dan werk ik nota bene in de dodebomenindustrie. Maar, in tegenstelling tot veel andere klimaatboeken, laat Mommers ook zien wat iedereen kan doen om de ergst opwarming tegen te gaan. De politiek, het bedrijfsleven, burgers – iedereen heeft invloed op hóé erg het wordt. Ook uitgevers, drukkers en boekhandelaren. Daarom besloot ik uit te zoeken wat we kunnen doen.'
De eerste vraag die ze zich stelde was: is het beter alles digitaal uit te geven? Dat bleek mee te vallen, vond Klein Lankhorst. Het lezen van één boek op papier is milieuvriendelijker dan één boek op een e-reader. Maar: een e-reader gebruik je in principe vaker. Daarom geldt: wie zijn reader voor ten minste dertig boeken gebruikt, kan het beste digitaal lezen. Toch blijft De Correspondent voor papier kiezen, omdat veel mensen met een reader dat aantal niet halen. Bovendien, schrijft ze, bereikt een uitgever nog altijd meer mensen met papieren boeken.
Maar dan moeten de papieren uitgaven wel zo duurzaam mogelijk zijn. En dat realiseren viel niet mee. Ten eerste: hoe meet je de huidige voetafdruk van een uitgave? Er zijn zo veel certificaten en keurmerken en niet één meet de totale impact. Alleen het gloednieuwe ecolabelsysteem (ELS) dat de invloed van de hele drukwerkketen meet, komt in de buurt. Volgens die schatting is De Correspondent al goed bezig – 'doordat we toevallig de goede keuzes maakten', aldus Klein Lankhorst. De uitgeverij komt uit op A+, waarbij A+++ de hoogste categorie is.
Toch moest de publicatie van Hoe gaan we dit uitleggen een hoger label kunnen krijgen. De uitgeefster zocht daarom naar een betere papiersoort, zuiniger inkt, milieuvriendelijker lijm en eco-laminaat. In een aantal gevallen koos de uitgeverij – vooralsnog – toch voor het bestaande materiaal. Van alternatieven zijn bijvoorbeeld de effecten onvoldoende in kaart gebracht, zoals bijvoorbeeld papier gemaakt van landbouwafval. Of de winst op één aspect had nadelige bijeffecten. Zo is vernis beter recyclebaar dan laminaat, maar omdat dat minder bescherming biedt, zullen meer boeken beschadigd worden.
Op inktgebruik kon de uitgeverij de meeste winst behalen in de productie: door een ander lettertype te gebruiken. Het liefst was De Correspondent overgestapt van de Scala, waarin het tot nu toe haar boeken zette, naar de Gulliver – dankzij de korte schreef de zuinigste letter ter wereld (in 1993 ontworpen door Gerard Unger). Daarop kon de uitgeverij echter geen licentie krijgen. Wel was de Calicanto beschikbaar. Bij een test bleek een boek van 60.000 woorden daarmee 16 pagina's dunner te kunnen worden. Een papierbesparing van 6 tot 7 procent (per gedrukt exemplaar).
Ook in haar bedrijfseconomische keuzes kon Klein Lankhorst verschil maken. Zo koos ze voor een hogere eerste druk dan gebruikelijk: 10.000 exemplaren. 'Al is die bij ons altijd vrij hoog. De laagste eerste druk die wij hadden, was 5.000 exemplaren.' En ze zoekt niet alleen partners voor productie en distributie die milieuvriendelijk werken, ze blijft er ook op aandringen dat zij dat nog meer doen. 'In de keten ben je allemaal van elkaar afhankelijk. Dus we moeten dit ook met z'n allen doen. Door zelf, als klant, een signaal te geven draag je eraan bij dat ook andere partijen stappen zetten.'
De Correspondent laat de boeken momenteel drukken bij Wilco – al is Klein Lankhorst in gesprek met Ecodrukkers. Voor de distributie kan het nauwelijks om CB en PostNL (voor afhandeling internetbestellingen) heen. Daar zijn ook duurzame stappen gezet. Wilco bijvoorbeeld hergebruikt de restwarmte, compenseert de CO2-uitstoot en wil overstappen op elektrische vrachtwagens. CB zet zijn wagenpark steeds slimmer in, waardoor onder andere vrachtwagens niet leeg terug rijden, maar eerst bij drukkerijen nieuwe exemplaren ophalen.
De maatregelen kunnen bedrijfseconomische consequenties hebben. Een hogere oplage betekent hogere opslagkosten plus een groter risico. Meer tekst op een pagina kan in theorie leiden tot een lagere verkoopprijs. En dan schrijft Klein Lankhorst ook nog dat de lezer zelf bij kan dragen aan duurzaam lezen door bibliotheekboeken te gaan lezen, of door hun gekochte exemplaar weg te geven als ze hem uit hebben. Maar daar lijkt ze zich in eerste instantie niet druk om te maken. 'Het boek wordt ongeveer even dik als normaal: 240 pagina's, waar we de gebruikelijke prijs voor vragen: 20 euro. Aan ons is de uitdaging om de eerste druk leeg te verkopen.'
In ieder geval ziet ze, liever dan zelf terug te komen van haar milieu-ambities, dat ze navolging krijgt. 'Wij verkopen maar zo'n 100.000 boeken per jaar. Dat is heel weinig op de totale markt. Ik hoop daarom dat meer uitgevers zichzelf dezelfde vragen stelt als wij.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 20 mei)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten