De deze week op 83-jarige leeftijd overleden Carlos Fuentes heb ik één keer in levende lijve gezien. Meer dan vijf geleden in Den Haag, waarover ik voor het Algemeen Dagblad verslag deed.
DEN HAAG - ,,De verantwoordelijkheid van een schrijver is alleen maar groter geworden. Een schrijver moet met zijn verbeelding en zijn taal de lezer een andere versie bieden van de platte werkelijkheid van alledag.’’
Carlos Fuentes brak zaterdagavond een lans voor het belang van schrijvers in de moderne maatschapprij. De wereldberoemde Mexicaanse auteur werd in de Border Kitchen, de salon van het Crossing Border Festival, geïnterviewd door literair journaliste Margot Dijkgraaf.
,,Pablo Neruda vertelde me ooit dat schrijvers voor de natie spreken’’, zei Fuentes. ,,In zijn tijd was dat ook zo: in de Latijns-Amerikaanse dictaturen sprak het niet vanzelf dat je je mening kon geven. Gewone boeren en arbeiders werden ook niet gehoord. Nu klinken de woorden van Neruda aanmatigend, omdat er in Zuid-Amerika parlementen, vakbonden en kranten zijn. Maar het belang van verbeelding en taal is onverminderd.’’
Tegelijk relativeerde de 78-jarige schrijver de waarde van de schone letteren: ,,De literatuur is als een mooie prinses die roept: ‘neem me, neem me’. Als je haar laat liggen, prima. Maar als je haar neemt, moet je haar helemaal nemen.’’
Voor Fuentes was het al vroeg duidelijk dat hij zijn leven zou wijden aan deze mooie prinses. Zijn ouders vernoemde hem naar een jong aan de tyfus bezweken oom die gedichten schreef. Zeven jaar oud begon Fuentes met schrijven, vier jaar later debuteerde hij al in een Chileense krant. ,,Het lot van een koperen munt, het was het soort verhaaltje dat je schrijft als je elf bent.’’
Tijdens zijn jeugd als diplomatenzoon verbleef hij langdurig in het buitenland. Toch sprak het voor Fuentes vanzelf dat hij in het Spaans zou schrijven: ,,Ik droom in het Spaans, ik kan alleen in het Spaans de liefde bedrijven – ontdekte ik als jongeman, en ik kan alleen beledigen in het Spaans. Noem me motherfucker en het doet me niets. Noem me hijo de puta en oei oei oei.’’
Zijn afkomst bepaalde ook de sterke invloed van politiek in zijn werk. ,,Mijn vader was iedere dag bezig Mexico te verdedigen. In de jaren ‘30 stond Mexico vaak onder vuur. Ook ik kreeg ermee te maken. Op school in Washington was ik populair. Tot president Cardenis in 1938 tot woede van Amerika de olie nationaliseerde. Opeens waren mijn klasgenoten boos op mij.’’
Alleen zomers was de jonge Fuentes in Mexico. Daar verbleef hij bij zijn oma’s. ,,Zij waren minstens zo belangrijk voor mijn schrijverschap, door alle verhalen die zij mij vertelden. Eigenlijk hebben zij de helft van mijn boeken geschreven.’’
(Eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 17 december 2006)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten