Iedere ochtend eenentwintig smetteloze servetten
Met Des éclairs sluit Echenoz een serie van drie romans af over de levens van beroemdheden die wellicht wat in de vergetelheid dreigen te raken. Niet hun namen, wel hun levens. Na de romans Ravel en Courir (over de langeafstandloper en Olympisch kampioen Emil Zátopek) is nu Nikola Tesla de hoofdpersoon, al krijgt hij in het boek een andere naam: Gregor.
Hoewel het leven van deze geniale uitvinder bijzonder en turbulent was, blijft Echenoz dichtbij Gregor en schetst hij tussen de grootse uitvindingen het tragische en eenzame leven dat deze man geleid moet hebben. Zoveel roem en succes kan tenslotte niet anders dan een keerzijde hebben.
Geboren tijdens een heftige onweersbui in een afgelegen gebied in Zuid-Europa geeft hij al snel blijk van een hoge intelligentie en veel leergierigheid waardoor hij na enkele studies uiteindelijk in New York terecht komt. Daar gaat hij werken voor Thomas Edison en overtroeft diens ontdekking van de gelijkstroom met zijn eigen uitvinding van de wisselstroom. Vervolgens begeeft hij zich onder de jetset en ontmoet hij rijke industriëlen die zijn uitvindingen subsidiëren. Op congressen presenteert hij vol overgave zijn nieuwste ideeën en hij schuift aan bij exclusieve diners om te netwerken. Maar uiteindelijk trekt hij zich het liefst terug in zijn hotelkamer of in zijn laboratorium om zich over te geven aan zijn immer ratelende brein waaruit de meest fantastische ideeën worden geboren. Vondsten waarmee hij aan de slag gaat, maar die hij niet uitwerkt, waardoor anderen ermee aan de haal gaan (zoalde Röntgen met de X-ray en Marconi met de radio). Dat gegeven, samen met zijn onzakelijkheid zullen uiteindelijk tot zijn ondergang leiden.
Op knappe wijze verweeft Echenoz fictie en biografische feiten. Wie de Wikipedia-pagina van Nikola Tesla erop naleest, herkent er zonder meer Gregor in. Maar hoewel de schrijver Gregor ook de eigenaardigheden geeft die toegeschreven werden aan Tesla, krijgt de lezer toch meer te zien dan alleen de uitvinder.
Quand il descend au salon, vingt et une serviettes immaculées se trouvent empilées par avance sur la table attribuée à Gregor. Pourqoui tant de serviettes pour un homme seul, dites-vous : eh bien parce que sa hantise des microbes est devenue telle qu'il lui faut, avant de manger, soigneusement nettoyer lui-même ses couverts, ses assiettes et ses verres, même si les cristaux du salon des palmiers étincelles aussi fort que son argenterie. Et pourqoui spécialement vingt et une, insistiez vous : eh bien, on vous l'a dit, parce que c'est divisible par trois donc bien mieux, presque aussi bien que l'adresse de son laboratoire, 33 Third Avenue.
Echenoz (die ons op amusante wijze nauw bij het verhaal betrekt) legt hier een persoonlijk aspect bloot dat later voor een groot contrast zal zorgen. Gregor heeft moeite met het aangaan van persoonlijke relaties, laat staan intieme relaties met vrouwen. De enige levende wezens waar hij zich om zal bekommeren en voor wie hij zelfs wil zorgen zijn de duiven uit het park en ondanks zijn smetvrees neemt hij zelfs gewonde exemplaren onder zijn jas mee naar zijn hotelkamer. Tegenover de uitvindingen die invloed zullen hebben op de hele mensheid staan deze nietszeggende en fragiele vogels.
De jaren glijden voorbij en zijn uitvindingen worden, omdat zij hun tijd ver vooruit blijken te zijn (hij presenteert zelfs het concept van internet), met steeds meer scepsis ontvangen. Investeerders trekken zich terug en hij steekt zich diep in de schulden om nog een beetje het leven te kunnen blijven leiden waar hij zo gewend aan was.
Tegen het einde van het boek maakt Echenoz sprongen van tien jaar en laat hij een steeds oudere, excentriekere en wereldvreemdere man zien. Dit is wat overblijft van iemand die ooit roemvol bovenop de berg stond en langzaam afdaalt naar het dal waar hij nooit meer uit zal opklimmen. Af en toe borrelt er nog een superieure uitvinding in hem op, maar voornamelijk luistert hij naar het onweer en bekommert hij zich om de duiven in het park, tot die zelfs niets meer van hem moeten hebben.
Personnellement je n'en peux plus, de ces pigeons. Vous n'en pouvez plus également, je le sens bien. Nous n'en pouvons plus et, en vérité, ingrats et versalites comme ils sont. Eux-mêmes n'en peuvent plus de Gregor. Fatigués de sa personne et jugeant trop à la baisse la qualité de ses approvisionnements, ils sont donc décidé de s'en défaire.
Zelfs de schrijver lijkt zich hier van Gregor af te keren en benadrukt daarmee dat het niet uitmaakt hoe beroemd en gevierd men is: achter ieder leven schuilt uiteindelijk een persoonlijke tragiek en een eenzaamheid die niets of niemand kan wegnemen.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 1 dec 2010)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten