maandag 9 december 2013

Het uitgeven van klassieken (1): de markt in 2013 (Boekblad)


Wie klassieken uitgeeft hoeft niet te hopen op bestsellers. Maar de uitgeverij die er succes mee wil hebben, moet er meer moeite voor doen dan vroeger. Opvallender vormgeving. Evenementen. Sneller nieuwe vertalingen overwegen. En: klassiekers niet wegstoppen in een reeks.

Het kan dus wel. De publicatie van een biografie van J.D. Salinger zette het werk van de mysterieuze Amerikaanse auteur begin september in het middelpunt van de belang-stelling. Grote stukken in alle belangrijke media. Een item in De Wereld Draait Door. Met als gevolg: De vanger in het graan, dat voor het eerst in 1954 in vertaling verscheen, kwam een week later binnen op 59 van de Bestseller 60.
Doorgaans is het uitgeven van klassiekers niet zo’n lucratieve bezigheid, heeft ook Folef van Nispen van Home Academy gemerkt. Uit persoonlijke liefde voor Het eiland van het tweede gezicht van Albert Vigoleis Thelen heeft het dochterbedrijf Het Tweede Gezicht, dat eerder vier boeken publiceerde, deze Duitse klassieker opnieuw gelanceerd. ‘Ik heb nu nog meer respect voor uitgevers van klassieken,’ zegt hij.
Het eiland van het tweede gezicht kwam in juni uit in een oplage van 1000. De boekhan-del bestelde er op aanbieding zo’n tweehonderd. De Kler kocht er daarna 85 in op grond van een enthousiaste videorecensie van ‘huiscriticus’ Maarten ‘t Hart. Half september was de helft weg. En dan zette de uitgeverij toen pas echt de marketingmachine aan – met onder meer een avond onder leiding van Wim Brands in De Rode Hoed.
‘Het is zeker niet bedoeld als hobbyproject,’ zegt Van Nispen. ‘We hebben een serieuze begroting gemaakt. Maar het is een enorme inspanning voor minimaal resultaat. En dan kon ik nog de bestaande vertaling uit 2004 gebruiken. Als de oplage weg is, spelen we quitte. Dan gaan zeker bijdrukken: ik wil dit boek meerdere jaren leverbaar houden. Het is een van de geweldigste boeken ooit, dat veel mensen moeten leren kennen.’

Het is niet objectief vast te stellen hoe het met de markt voor klassieken gaat. Voor de heruitgave van tijdloze, gecanoniseerde werken – van Plato tot Frans Kellendonks Mystiek lichaam (1986) – bestaat geen aparte NUR-code, waarvan GfK de verkoop zou kunnen registeren en analyseren. Uitgevers trekken verschillende conclusies op grond van hun eigen onderbuikgevoelens en verkoopcijfers.
Uitgeverij Artemis lanceert deze maand de eerste twee titels in de nieuwe reeks Artemis Classics omdat de uitgeverij het idee heeft dat ‘in tijden van crisis vaak teruggegrepen wordt naar veilige zekerheden van vroeger’. En dus ook naar bewezen literaire kwaliteit. Redacteur Renate Liesker verwijst daarbij ook naar het succes van Stoner, dat in feite een nieuw, want nooit eerder vertaald, boek is.
Uitgever Frits van der Meij van Athenaeum-Polak & Van Gennep signaleert daarentegen dat het publiek voor klassiekers kleiner is geworden. ‘De consumenten die alleen kennis willen nemen van het verhaal, ongeacht of het een obscure of verouderde vertaling is, kan dat snel op internet vinden.’ De uitgeverij is afhankelijker geworden van een publiek dat verzorgde, mooie uitgaven wil. ‘Gelukkig zijn dat er nog voldoende.’
Vooral reeksen hebben het moeilijk. Athenaeum-Polak & Van Gennep stopt daarom met Gouden Reeks (luxe uitgaven), Grote Belletrie (vertaalde literatuur uit alle eeuwen), Baskerville reeks (Griekse en Romeinse klassieken) en Salamander (goedkope gebonden uitgaven). Alleen Perpetua blijft bestaan. Boom overwoog serieus de filosofie-serie Grote Klassieken te staken – tot het onlangs besloot Bergsons Tijd en vrije wil erin onder te brengen.
Al deze series zijn gesneuveld in de harde strijd om displayruimte bij de boekhandel. Liever dan tientallen series compleet neer te zetten, waarvan de delen een geringe omloopsnelheid hebben, kiezen ze voor one shots, die – gesteund door persaandacht – korte tijd in de belangstelling voor het publiek. Van der Meij: ‘Van de Gouden Reeks zei men in het begin: nieuw, leuk. Maar na een tijd is de rek eruit.’

De veranderde concurrentieverhoudingen – door de opkomst van sites met gratis aanbod: van de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren en Project Gutenberg tot de e-books Eregalerij van de openbare bibliotheken en hobby-aanbieders als Astoria – en de strengere inkoop van boekhandels, wil niet zeggen dat uitgevers van klassieken het bijltje er bij neer gooien. Integendeel.
Wie succes wil met boeken waarvan al tienduizenden Nederlanders een exemplaar in de kast hebben staan – daarom zijn het klassiekers – moet alleen meer moeite doen. Beter nadenken welke titels kunnen aanslaan bij een nieuw publiek, om te beginnen. Artemis vraagt boekhandel en publiek om suggesties voor nieuwe delen. Hoewel het niet zo bedoeld is, komen veelgevraagde titels zo vanzelf bovendrijven.
De uitgave zelf moet veel meer opvallen in de boekhandel. Athenaeum-Polak & Van Gennep stopt met de Baskerville en Grote Belletrie vanwege het weliswaar mooie, maar  wat saaie korset waarin beide reeksen worden geperst. De uitgeverij blijft wel auteurs uit alle eeuwen brengen: maar ieder met een sterke individuele uitstraling, zodat iedere titel in de boekhandel de impulskoper kan verleiden.
Bovendien wil Athenaeum-Polak & Van Gennep de titels verrijken. De Gallische oorlog van Ceasar is dan niet meer sec de tekst, die gemakkelijk in talrijke vertalingen te vinden is. Het wordt een uitgave die verdieping biedt, legt Van der Meij uit: met kaarten, archeologisch illustratiemateriaal, extra teksten die Ceasars propagandaverhaal in historisch perspectief plaatst.
En anders proberen de uitgevers zelf wel een graantje mee te pikken van de digitale markt. Artemis geeft de Artemis Classics ook het e-book uit, zoals de uitgeverij dat van alle boeken doet. De christelijke klassieken van Kok zijn via Kobo digitaal te verkrijgen. Veel Perpetua’s zijn als e-book leverbaar. En ook Het eiland van het tweede gezicht. ‘Ook zo kunnen we het boek voor langere tijd leverbaar houden’, zegt Van Nispen.

De mogelijkheden om met marketing te stunten zijn beperkt. De bijna gegarandeerde lage afzet betekent dat er nauwelijks budget is. Free publicity is dan cruciaal om het verschijnen van een titel onder de aandacht te brengen, zeggen uitgevers. De kans op grote stukken in kranten en tijdschriften is het grootst als er een nieuwe vertaling van een klassieker komt.
Toch gebeurt dat spaarzaam. Vertalingen van de vaak dikke boeken zijn ontzettend duur. Het afnemen van subsidie­mogelijkheden helpt daarbij ook niet. ‘Voor grote namen loont het zeker nog,’ zegt Van der Meij. ‘Denk aan Homerus, van wie we in 2011 de Ilias in een gloednieuwe, eigentijdse vertaling van Patrick Lateur brachten en in 2015 de Odyssee. Maar ook Kafka of Joyce blijven de moeite waard.’
Zonder nieuwe vertaling moet een uitgever iets anders bedenken. Evenementen – zoals de avond rond Het eiland van het tweede gezicht. Sterker inhaken op de actualiteit – zoals Boom in de economische crisis aanleiding zag om Het kapitaal opnieuw uit te geven. Of rumoer in de boekhandel – zoals Artemis doet met de merchandising die bij haar nieuwe reeks te krijgen is.
Onmogelijk is het dan nooit: een notering in de bestseller 60. Als het met Salinger lukt, waarom dan niet met Du Maurier of Caesar?
(Eerder verschenen in Boekblad magazine, oktober 2013)

Zie ook:

Geen opmerkingen: