Bij ieder boek
stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen
oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 2: een milieu tot leven
wekken
Hoe gaat
het eraan toe op een schermvereniging? Hoe staan conservatoriumstudenten in het
leven? In een kort verhaal kan een schrijver zulke specifieke milieus nooit tot
in detail oproepen. 'De ruimte is te beperkt', zegt Stephan Enter. 'Je zet wat
scènes neer en dat is het. Als je het toch probeert, creëer je een waterhoofd.
De lezer denkt dan snel: kom op, dit is een verhaal, terug bij de les.'
Dus toen
Enter na zijn debuut begon aan de roman die Lichtjaren
zou worden, wilde hij – zoals je ook ziet in werk van bijvoorbeeld Dickens en
Proust – de lezer in voor hem onbekende werelden meevoeren. Hoewel de
liefdesgeschiedenis van Nils en Hella, die elkaar leren kennen op een
schermvereniging, niet autobiografisch is, baseerde Enter zich daarbij wel
degelijk op eigen ervaringen.
'Ik heb
zelf geschermd', vertelt hij. 'Ik heb een relatie gehad met een studente van
het conservatorium. Ik kreeg zo toegang tot milieus die de meeste mensen weinig
vertrouwd zijn. Dat is goud voor een schrijver. Het gepiep van schoenen op de
mat tijdens een schermwedstrijd. Het gerinkel van degens tegen elkaar. Alleen
als je dat ooit hebt gehoord kun je het zó opschrijven dat het echt is.'
Natuurlijk
kan iedere schrijver research doen. Boeken lezen over schermen.
Conservatoriumstudenten interviewen. Maar het gevaar op fouten is dan groter,
vindt Enter. 'Een lezer moet erop kunnen vertrouwen dat een schrijver weet
waarover hij het heeft. Alleen dan laat hij zich meevoeren. Een lezer die een
schrijver betrapt op een slordigheidje, doet gelijk twee stappen naar achter.'
Essentiëler
is het gevaar op het romantiseren van een milieu. Een voorbeeld vindt Enter De Nederlandse maagd van Marente deMoor: ook een roman over schermen, maar een die hij na een bladzijde of tachtig
weglegde. 'Zij beschrijft alleen de gloed van het schermen. Het ridderlijke,
het schreeuwen als je een uitval doet, kortom, het pathetische clichébeeld. Ik
vond het moeilijk te geloven dat ze zelf had geschermd.'
Voor Enter
is een milieu pas goed neergezet als het in zijn volledigheid wordt geschetst.
'Literatuur lezen betekent voor mij het inzicht in het leven verdiepen – of op
zijn minst dat ik erover aan het denken wordt gezet. Een boek wordt daarom pas
echt interessant als iemand beide kanten laat zien. Zoals Proust die de hoogste
kringen beschreef: de glans, maar óók de vulgariteit ervan.'
Aan de
andere kant is schrijven over de werelden die je kent evenmin zonder risico.
Ook op de schaal van de roman is het mogelijk een milieu met zo veel
bijzonderheden te beschrijven dat de lezer verveeld afhaakt. Bijvoorbeeld door
het geven van details die niet specifiek en dus overbodig zijn. Een kantine van
een schermvereniging wijkt echt niet zo veel af van de kantine van andere sportverenigingen.
Enter:
'Iedere auteur schrijft voortdurend te wijdlopige scènes. De kunst is te
schrappen. Hoe meer ervaring je hebt, hoe sneller je gaat zien welke passages
eruit moeten. Ik zie dat nu ook beter dan toen ik Lichtjaren schreef. Ik heb de roman in 2012 voor de vierde druk
herzien: van 318 bladzijden werden het er 300. Woordjes met te weinig
zeggingskracht, te nadrukkelijke bijvoeglijke naamwoorden – het moest er
allemaal uit.'
Mocht een
schrijver het daarentegen zelf niet zien: laat altijd je tekst lezen. 'Ik heb
gelukkig een aantal goede meelezers die recht in mijn gezicht durven zeggen:
wat je nu doet, werkt niet. De ene is scherp in de psychologische
karaktertekening, de ander is een kommaneuker. Zulke mensen moet je koesteren.
Ik kan aspirant-schrijvers alleen maar aanraden om zo'n groepje lezers te
verzamelen.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 5, 2015)
Zie ook:
- Les een
- Les een
Geen opmerkingen:
Een reactie posten