Karl Ove Knausgard en
Frederik Ekelund hielden een briefwisseling bij tijdens het WK voetbal van
2014. Uit & thuis gaat gelukkig
ook over ‘vriendschap en andere zaken van levensbelang’, zoals het in de
ondertitel luidt. Het WK is al te lang geleden om hun verhalen daarover net zo
boeiend te vinden als wat ze over hun eigen leven hebben op te merken. Lees de
recensie van Maarten Dessing.
Zo denken ze dus in de rest van de wereld over het
Nederlandse voetbalelftal van de laatste jaren – nog voor de beschamend eerloze
wijze waarop Nederland afhaakte voor het EK van deze zomer. Dit schrijft de
Noorse schrijver Karl Ove Knausgard, wereldberoemd geworden met zijn
roman-in-zes-boeken Mijn strijd, aan
zijn vriend Fredrik Ekelund na afloop van Mexico-Nederland op het laatste WK:
‘Het
is inderdaad eigenaardig dat er zo veel negatiefs aan Nederland kleeft – die
verschrikkelijke finale van het WK van 2010, toen ze te hard speelden (er moet
heel wat gebeuren voor ik dat schrijf) en nu die schwalbes van Robben – juist
dát kunnen we hem niet vergeven, het maakt niet uit hoe fantastisch hij heeft
gespeeld – terwijl het eigenlijk van oudsher die goede ploeg is die iedereen
wil zien winnen (…). Al die fantastische spelers die ze hebben gehad. (…) En nu
Van Persie, Robben – maar het maakt me niet meer uit, ik wil dat ze er in de
kwartfinale uit vliegen, of in de halve finale totaal vernederd worden door
Argentinië.’
Wij
waren achter onze tv’s opgetogen over de magistrale 5-1 tegen Spanje waarmee
het WK werd geopend. Wij aanvaardden Robbens uitleg dat zijn valpartij tegen
Mexico géén schwalbe was. Wij kregen steeds meer vertrouwen in de meesterzetten
van bondscoach van Louis van Gaal, die een hecht team smeedde en iedere
tegenstander tactisch de baas leek. Waarom hadden we geen wereldkampioen kunnen
worden? We waren er zo dichtbij in de halve finale tegen Argentinië. De
klinkende 3-0 tegen Brazilië om het brons leek niet meer dan een terechte
bekroning. En vervolgens schrijft de Zweedse auteur Ekelund, wiens werk nooit
in het Nederlands is vertaald, doodleuk:
‘Nederland
heeft tijdens de WK-finale in Zuid-Afrika in 2010 zijn eigen handelsmerk
vermoord door heel grof te spelen, en een bezoedeld handelsmerk in ere
herstellen, is bijzonder moeilijk.’
Pijnlijk
om te lezen.
Of is
het, in het voorjaar van 2016, vooral vervelend? Het WK in Brazilië ligt
inmiddels bijna twee jaar achter ons. Het doet vreemd aan om nu te lezen wat
twee schrijvers van de wedstrijden en de atmosfeer vinden en hoe ze verwachten
dat de rest van het toernooi verloopt. Dit is immers geen reconstructie van het
WK, waarin bijvoorbeeld wordt geanalyseerd waarom Duitsland voorbestemd was de
titel mee naar huis te nemen. Dit zijn reacties op gebeurtenissen, fris van de
lever geuit, op het moment dat ze plaatsvinden. Dit zijn stukken die je in de
krant verwacht. Of, zoals in Noorwegen is gebeurd, die zo snel mogelijk na
afloop van het WK in de boekhandel moet liggen.
Een
Nederlandse lezer moet het WK wel heel nauwgezet hebben gevolgd, wil hij het
leuk vinden om het verloop van het toernooi herbeleven. Alleen dan is het ook
interessant om bijvoorbeeld je alsnog af te vragen of Nederland-Argentinië nou een
saaie pot afbraakvoetbal was of een spannend gevecht op het scherpst van de
snede. De levenslustige Ekelund met zijn voorliefde voor het Braziliaanse
sambavoetbal vindt het eerste, de huismus Knausgard met zijn voorkeur voor
lijden stelt zich op het tweede standpunt. Een fascinerend verschil tussen die
twee.
Uit & thuis is dan ook interessanter als
het niet over voetbal gaat. Simpelweg omdat het tijdlozer is. Bij Knausgard
komt daar nog bij dat de beschreven herinneringen en belevenissen direct
aansluiten op zijn autobiografische roman. Hij beschrijft hoe hij zijn dochters
dagelijks wegbrengt naar repetities voor een musical. Hij vertelt over een
promotietour naar Warschau. Hij herinnert zich een vreemde ontmoeting die het
begin van een roman zou kunnen zijn. En al die dingen meer. De meeste lezers
van deze correspondentie zullen lezers zijn die méér Knausgard willen. Die
worden op hun wenken bediend.
Maar
ook de bijdrage van Ekelund is de moeite waard – al zie je meteen dat hij de
mindere is van de twee auteurs. Hij beschrijft met gevoel voor detail hoe hij
in Brazilië de wedstrijden ondergaat: een volksfeest op het strand bij
Copacabana, de eeuwige voetbalwedstrijdjes met vrienden tussendoor, de
onbeschrijfelijke tristeza na de
vernederende uitschakeling van de thuisploeg. Tussendoor heeft ook hij
ontmoetingen, herinneringen en filosofische opmerkingen. En alles beschreven
met die ontwapenende bejahung van het leven. Ook het contrast in karakter
geeft de briefwisseling sjeu.
Toch
zou je eigenlijk willen dat er een goedkope herdruk van Uit & thuis kwam waarin alle passages over voetbal zijn
geschrapt. Het aanzienlijk dunnere restant is dan een mooie voetnoot bij Mijn strijd – net als al die andere
Knausgard-uitgaven die de komende jaren in Nederlandse vertaling zullen
verschijnen, zoals een dagboek die de Noor bijhield bij de geboorte van zijn
vierde kind. Helaas zal dat niet gebeuren. Lees deze correspondentie dus zo
snel mogelijk, voor de herinnering aan het WK verder vervaagt.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 21 mrt)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten