Een gemiddeld
whatsappbericht van een jongere zou je niet de indruk geven dat ze enig benul
van grammatica hebben. Toch is dat het geval, blijkt uit nieuw onderzoek.
Wat is dat voor taal waarmee scholieren elkaar whatsappen? Hoooooj, de
film is nu eg fat mja ben wieder weg kom strx nog trug mzzzzzl (hoi, de film is erg goed maar ik ben weg, ik
kom straks terug, de mazzel). Ik heb twee pwen deze week, fml (ik heb twee proefwerken deze week, fuck my
life). Ha ha, lmfao (ha ha, laughing
my fucking ass off). Is dat nog wel Nederlands?
De kromme zinnen lijken het vooral begrijpelijk te maken dat
de middelbare school zoveel laaggeletterden aflevert. De berichten hebben
nauwelijks hoofdletters en leestekens, zodat je amper weet waar de ene zin
eindigt en de volgende begint. De spelling is een fonetische weergave van de
uitspraak en dus uitsluitend per ongeluk correct. En dan is de helft van de
tekst soms ook nog Engels.
Het is logisch dat het gebruik van textese – zoals de taal
van whatsapp en andere moderne sociale media in academische kringen wordt
genoemd – tot zorg leidt, vindt ook taalkundige Elma Blom, verbonden aan de
Universiteit Utrecht. 'Je trekt al snel de voorbarige conclusie dat iemand die
zulke whatsappberichten stuurt ook een matige taalkennis en taalvaardigheid
heeft.'
Voorbarig, ja. Want de zorg is niet terecht. De vele
onderzoeken die wereldwijd zijn uitgevoerd naar het verband tussen textese en
spel- en leesvaardigheid laten in 'grote meerderheid' duidelijk 'een positief
verband' zien, vertelt Blom. Met andere woorden: hoe meer textisms een jongere in zijn digitale communicatie hanteert, hoe
béter zijn score in spel- en lees- en schrijftests.
Blom voegde daar recent een onderzoek aan toe naar de
grammaticakennis van de whatsapper, waar nog weinig bekend over is. Ook uit
deze studie onder een groep 10- tot 13-jarigen, onlangs gepubliceerd in PLOSone, bleek een significant positief
verband. Hoe meer woorden een whatsapper weglaat in zijn berichten, hoe beter
hij scoort op grammaticatoetsen.
Samen met haar collega’s analyseerde Blom de
whatsappberichten van kinderen aan de hand van hun antwoorden die de kinderen
stuurden op een berichtje vol textisms, hun reacties in bepaalde scenario’s en
door privéberichtjes te verzamelen. De grammaticakennis werd getest door lange
zinnen voor te lezen die de proefpersonen moesten herhalen. Omdat de zinnen te
lang waren om te onthouden is kennis van zinsstructuur nodig.
'Het is alleen de vraag wat precies het verband is', zegt
Blom. 'Wij gaan ervan uit dat een kind dat hele dag whatsapp-berichten stuurt,
actief met taal bezig is. Hij laat niet willekeurig woorden weg. Hij beslist
voortdurend wélke woorden hij weglaat. Om die keuzes te kunnen maken heb je
kennis van grammatica nodig. Op die manier werkt het schrijven van berichten
als een training.'
Maar het kan ook andersom werken: Iemand die de
grammaticaregels goed onder de knie heeft is beter in staat woorden in zijn
whatsappcommunicatie weg te laten. Blom: ‘Het is eigenlijk een kip-en-ei
situatie. Er is meer onderzoek nodig. Maar het is niet eenvoudig om te bepalen
of whatsapptraining zorgt voor een betere grammaticakennis, of dat een betere
grammaticakennis zorgt voor meer textese. Misschien gaat het hand-in-hand.’
Blijft de vraag: waarom passen kinderen in whatsapp hun
grammaticakennis niet toe als ze die wel degelijk bezitten? Dat volgt uit de
aard van het communicatiemiddel, legt Blom uit. Whatsapp is een geschreven
variant van een gesprek. Whatsappers willen op elkaar reageren als in een
conversatie. Snelheid is daarom belangrijker dan correct taalgebruik. 'Daar
komen al die reducties uit voort.'
Dat betekent dat functiewoorden verdwijnen die niets
bijdragen aan de betekenis, maar een zin wel grammaticaal maken. Denk aan:
lidwoorden, voegwoorden, persoonlijke voornaamwoorden. De snelheid verklaart
ook alle afkortingen in het Engels – een taal die zich beter dan het Nederlands
leent voor het creëren van textisms. En omdat een whatsapp-conversatie een
gesprek moet zijn, vertegenwoordigen letterherhalingen, rijen uitroeptekens en
emoticons het non-verbale aspect.
Whatsapp is daarmee niet anders dan weer een manier om taal
in te zetten – zonder dat je conclusies kunt trekken over de kwaliteit van de
taal. Zie alleen al het verschil tussen whatsapp en sms. Blom: 'In een sms
paste een beperkt aantal tekens. Een bericht versturen was ook duur. Dus je
wilde zo veel mogelijk informatie in een bericht stoppen. Daaraan zie je hoe
dynamisch en flexibel taal zich laat gebruiken.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 7 jun)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten