Het
Nederlands Uitgeversverbond (NUV) trekt na de reorganisatie weer nieuwe leden
aan. De transitie van Springer Nature naar een businessmodel waarin Open Access
leidend is, is nog niet voltooid. Derk Haank vertelt over zijn voorzitterschap
bij het NUV en zijn vertrek bij Springer Nature.
U bent nu een half jaar
voorzitter van de NUV. Bevalt de functie?
'Zo
goed zelfs dat ik mijn eigenlijke baan er niet meer bij kan doen. Ik móést
stoppen als directeur van Springer Nature. Maar nu serieus. Ik wist dat aan
Springer Nature een einde zou komen. Het leek me leuk om actief te blijven in
de branche waar ik mijn hele beroepsleven actief in ben geweest en het contact
te hernieuwen met mensen die ik van vroeger ken.'
Door u werk bij een zo
internationaal bedrijf als Springer Nature bent u een relatieve buitenstaander.
Helpt u dat?
'Natuurlijk
wordt je er sterker van als je over de hele wereld hebt rondgekeken, maar
uitgevers hebben mijn blik niet nodig. Die kijken zelf over de grens. Aan de
andere kant heb ik in mijn tijd bij Elsevier ook al heel veel in de branche
actief geweest. Met cao-onderhandelingen en dergelijke. Ik ben zelfs lid van
verdienste bij een zo'n club.'
Kunnen we uit het
jaarverslag van de NUV opmaken dat het goed gaat met de sector?
'Wat
heet goed? We hebben moeilijke jaren achter de rug – en trouwens ook nog voor
de boeg, nu structureel een aantal dingen onder druk staan. Maar 2016 gaf geen
verdere achteruitgang te zien. De uitgeverijen van a-boeken hebben hun oplagen
op peil gehouden en 1 à 2 procent omzetwinst geboekt. De kranten niet, maar
door kostenmaatregelen is hun resultaat wel gestegen. De vakbladen zien hun
advertenties stabiliseren nu de economie aantrekt. Dus het pessimisme is niet
meer zo groot als het was.'
Voor 2015 wordt een
omzetverlies van 4,9 % voor alle ledenbedrijven bij elkaar genoteerd. Voor 2016
groeit dat weer?
'Ik
weet niet of die cijfers er al zijn. We gaan in ieder geval uit van
stabilisatie.'
'Structureel staan een
aantal dingen onder druk', zei u. Waar doelt u op?
'Het
allergrootste probleem, zoals ik ook bij de jaarvergadering zei, is dat de
leestijd toeneemt, maar de commerciële benutting ervan niet. Uitgevers kunnen
de leestijd nog altijd omzetten in advertenties, maar niet meer zo veel als
vroeger. Facebook en Google nemen het leeuwendeel van de advertenties in met de
leestijd die uitgevers creëren. Daar moeten we iets op bedenken. Wat, weet ik
ook niet precies. Meedelen in hun opbrengsten, centrale heffingen, belasting.
Alles lijkt me beter dan nu, met het gevaar dat de redactionele bron opdroogt.'
En voor uitgeverijen die
niet afhankelijk zijn van advertenties – zoals boekuitgeverijen?
'Voor
boekenuitgeverijen zijn de uitdagingen minder groot. Bij de opkomst van het
e-boek bestond de neiging de groeilijn door te trekken. Dus hoorde je tien jaar
geleden: in 2017 bestaan geen papieren boeken meer. Dat blijkt niet het geval.
Er is integendeel een evenwicht tussen papieren en e-boeken ontstaan. Dat is
goed. Een probleem is eerder de straf op digitaal lezen in de vorm van hogere
btw. Maar dat gaat verdwijnen. Iedereen is het daarover eens, het is alleen nog
de vraag wanneer het precies wordt ingevoerd.'
In het jaarverslag dat
uitgevers in 2016 volop investeerden in innovatie én dat 2016 het jaar van back
to basics was – na jaren van experimenteren en investeren. Hoe is dat met
elkaar te rijmen?
'Ik
denk dat beide waar is. De tijd van wilde experimenten is voorbij, maar
iedereen innoveert nog wel. Neem de introductie van internet. Iedereen wilde
aanwezig zijn op internet en iedereen probeerde wat anders. Nu zijn websites
gestandaardiseerd. Dus ligt ieders nadruk op het exploiteren van de portfolio –
terwijl het lanceren van een nieuwe site voor een individueel bedrijf nog
altijd een innovatie is.'
En zo geldt dat voor alle
technologische vernieuwingen in de uitgeverij?
'In
den brede: ja. Kranten experimenteerden volop en nu zie je een standaardmodel
ontstaan: doordeweeks een e-krant en in het weekend een dikke, papieren
zaterdagkrant. Boekenuitgeverijen probeerden van alles met het e-boek, nu zie
je dus een evenwicht waarbij papier en e-boek elkaar aanvullen. Al is het mijn
privémening dat iedere koper van een boek daar meteen het e-boek bij moet
krijgen. Daar gaat het ook heen, denk ik.'
Wat zijn de voornaamste
uitdagingen voor het NUV zelf?
'Wat
heel goed gelukt is, is de reorganisatie van de organisatie. De ervaring leert
dat als het slecht gaat in een sector de brancheorganisatie de laatste is die
inkrimpt. Het NUV heeft pro-actief de koppen bij elkaar gestoken en flink in
eigen vlees gesneden. De kosten zijn met een kwart gedaald en van de overige
kosten is een derde flexibel gemaakt. Het NUV is daarmee verder gegaan dan de
leden zelf. Ik vind dat heel goed. Dat is ook de reden dat ik voorzitter ben
geworden. Omdat ik er voor pleitte dat het voorzitterschap een onbetaalde
functie werd, vond ik het een goed signaal om daar zelf het eerste slachtoffer
van te worden. Nu moet de reorganisatie alleen worden afgerond.'
Hoe?
'De
verlaagde kosten moeten volgens een nieuwe systematiek worden verdeeld over de
leden. Een werkgroep is daarmee aan de slag. En er moet een bestuursmodel komen
waarbij de activiteiten van het NUV worden afgestemd met die van de clubs
daaronder, zoals de GAU en NDP Nieuwsmedia.'
Dat zei u bij uw aantreden
een half jaar geleden ook al.
'Maar
er zijn ook stappen gezet! Voor het bestuursmodel ligt een aanbeveling die het
NUV-bestuur inmiddels heeft geaccordeerd. Binnen een half jaar is dat
afgerond.'
En dan komt er energie vrij
voor nieuwe dingen?
'Persoonlijk
trof ik een club aan waar meer dan voldoende energie was. Omdat het NUV is
afgeslankt en er overlap is tussen de mensen die het algemene beleid uitzetten
en mensen die voor de afzonderlijke clubs werken, wordt ook beter samengewerkt.
Maar het moet ook niet te veel elan hebben. De leden willen dat we ons beperken
tot vier speerpunten: auteursrechten en collectieve rechten, digitalisering en
innovatie, sociaal beleid en HR, en privacy en big data. Dat gaan we doen. Op
termijn evalueren we dat.'
Blijkens het jaarverslag
wordt veel werk gemaakt van het repareren van de schade als gevolg van de
Europese uitspraak in de zaak HP versus Reprobel, waardoor uitgevers geen recht
zouden hebben op vergoedingen uit collectieve rechten.
'Zeker.
Dat is bij uitstek een dossier waarvan je zegt: als er nog geen
brancheorganisatie was, moesten we er een oprichten. Hier kan een individuele
uitgeverij geen vuist maken.'
Is de reparatie al in
zicht?
'Er
wordt hard aan gewerkt. Ook op Europees niveau is er inzicht dat uitgevers
recht hebben op een legitiem aandeel in de vergoedingen. Het heeft tijd nodig.
Als het binnen twaalf maanden is geregeld, zou ik tevreden zijn. Iedere maand
dat deze situatie duurt, kost dat uitgevers geld. In Nederland valt dat nog
mee, omdat de uitbetaling gewoon doorgaat. Maar in Duitsland niet. Heel
schadelijk voor uitgeverijen daar.'
Leidt de reorganisatie ook
tot ledengroei? Het jaarverslag suggereert van wel.
'Ik
heb het mijn persoonlijke speerpunt gemaakt om uitgeverijen die geen lid zijn
te overtuigen. Afgehaakte leden en nieuwe uitgeverijen. De organisatie stáát en
het kost minder dan vroeger. Dus als je nu geen lid wordt, wanneer dan wel? Er
zijn geen excuses meer. En het werkt. Welke uitgeverijen opnieuw lid worden,
wordt binnenkort bekend gemaakt.'
U moest stoppen bij
Springer Nature vanwege uw voorzitterschap, grapte u al. Kreeg u veel reacties
op de aankondiging vorige week?
'Het
was hartverwarmend, zoals je dat noemt. Mensen die opgelucht zijn dat ik ga,
melden zich natuurlijk niet. De algemene teneur was: we begrijpen dat het er
een keer van moest komen, maar we hadden het niet zien aankomen. Dat beschouw
ik als een compliment, omdat ik blijkbaar nog niet moe, oud en der dagen zat op
het werk verscheen.'
Maar het was het juiste
moment.
'Zeker.
Door mijn leeftijd, en omdat de fusie tussen Springer en Nature na twee jaar is
afgerond. Met groot succes, kan ik zeggen. Er is een bedrijf neergezet dat goed
draait. Dus is er tijd voor nieuw elan. Want anders dan een brancheorganisatie
kan een onderneming daar niet genoeg van hebben. Met Daniel Ropers hebben we
iemand dat absoluut zal inbrengen.'
Is het ook tijd voor nieuwe
initiatieven bij Springer Nature? Of is de transitie naar digitalisering en
Open Access nog niet helemaal afgerond?
'De
digitalisering wel. Het nieuwe businessmodel nog niet. Je gaat over van een Big
Deal met grote instellingen naar individuele betaling met wetenschappers – die
daarna hun werk vrij beschikbaar stellen. Open Access dus. Dat is nog niet zo
makkelijk. In Nederland zijn inmiddels overeenkomsten met alle universiteiten.
We zijn nu in gesprek met Duitsland. En zo ga je landje voor landje de hele
wereld over, waarbij men niet in elk land hetzelfde wil. Amerikanen willen iets
anders dan Europeanen, en in Azië denkt men er weer anders over. Daar is Daniel
zeker nog wel een jaar of tien mee bezig.'
Maar hij gaat vast meer
doen dan alleen op de winkel passen.
'Als
het profiel voor mijn opvolger was geweest: op de winkel passen, dan waren we
zeker niet bij Daniel uitgekomen. Hij zal eigen accenten zeggen en nieuwe
dingen bedenken, daar ben ik van overtuigd. Maar het invoeren van het nieuwe
businessmodel, ja, dat zal hem ook een paar jaar bezig houden.'
Gaat u zelf naast het
NUV-voorzitterschap meer doen in de uitgeverijen – bijvoorbeeld bij Singel
Uitgeverijen, waarvan u grootaandeelhouder ben.
'Nee
hoor. De leiding daarvan is in bekwame handen van het management. Ik hoop
alleen dat ik meer tijd krijg om hun mooie producten te lezen – al wil ik niet minder werken, maar anders werken, door niet langer eindverantwoordelijk te zijn voor
zo'n wereldwijd bedrijf met 13.000 werknemers. Dat geeft dagelijks toch veel
druk. Wat ik precies ga doen, weet ik niet. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.
Ik heb een brede belangstelling dus ik hoef me niet per se te beperken tot
investeringsmogelijkheden of commissariaten in de uitgeverij. Voorlopig zit ik
nog een half jaar bij Springer Nature.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 5 jul)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten