Lieke Kézér kreeg de ANV Debutantenprijs voor De afwezigen (de
Arbeiderspers). Een prijs helpt een debutant zonder twijfel om op te vallen te midden
van vele, vele andere boeken, denkt zij. Haar werk krijgt opnieuw aandacht in
de media. Hopelijk volgt de boekhandel. Zo niet nu, dan bij haar volgende boek.
Was het vorige week zondag een uitzonderlijke mooie dag in je nog prille
carrière?
‘Natuurlijk! Je hoopt wel dat je zo’n prijs krijgt, maar Lize Spit
was ook genomineerd. Met haar verkoopaantallen was zij de gedoodverfde
favoriet. En toen won ik.’
Voel je je op zo’n feestelijke dag meer dan ooit tevoren op een
voetstuk geplaatst?
‘We werden op een tuktuk door Dordrecht gereden. Mensen werden de
covers van onze boeken getoond, waarna ze mochten stemmen op het omslag dat ze
het mooist vonden. Dat voelde wat ongemakkelijk. Mensen vinden het misschien
leuk om Herman Koch te zien, maar zo'n onbekende griet in een tuktuk rijdt al
snel gewoon in de weg. De organisatie heeft wel echt zijn best gedaan om de
drie genomineerde debuten onder de aandacht te brengen. Er zijn tegenwoordig zoveel
literaire prijzen dat het voor hen lastig is om op te vallen.’
Beschouw je deze prijs, tien maanden na verschijnen van De
afwezigen, als je doorbraak?
‘Dat moet blijken. Ik heb er niet per se hoge verwachtingen van.
Er zijn ieder jaar veel debutanten. Naar deze prijs dongen tachtig auteurs mee
– 95% van hen zakt heel snel weg in de vergetelheid. Een prijs helpt dan wel.
De ANV Debutantenprijs krijgt best veel aandacht in de media. Dat heb je,
helaas, nodig als debutant. Misschien helpt het nog meer bij mijn volgende
boek, dat boekhandelaren nu wellicht nog serieuzer zullen nemen.’
Heeft de Arbeiderspers voor verschijnen je verwachtingen als
debutant goed gemanaged?
‘Ik ben niet bezig geweest met de vraag of mijn boek een
bestseller zou worden. Ik wilde dat het een goede roman zou worden. Ik geloof
wel dat de Arbeiderspers er hoge verwachtingen van had. Mijn redacteur Esther
Hendriks vindt De afwezigen een boek
voor een groot publiek. De uitgeverij heeft het daarom veel aandacht gegeven in
de aanbiedingsfolder. Maar zij weten natuurlijk ook wel dat je er van tevoren
niets over kunt zeggen.’
Onderstreepte AP de grote verwachtingen met een marketingoffensief?
‘Daar heb ik weinig zicht op. Er is veel aan publiciteit gedaan,
maar ik heb de indruk dat ze qua marketing voorzichtig zijn geweest. Dat ze
eerst wilden zien hoe het boek zou gaan lopen. Dat begrijp ik. Ik had uiteraard
niet verwacht dat ik met mijn gezicht in abri's door het hele land zou hangen.’
Esther Hendriks zei eerder op Boekblad.nl dat AP alles uit de kast
heeft gehaald.
‘Maar wat is dat: alles uit de kast halen? Ik heb weinig
vergelijkingsmateriaal. Ik weet wel dat ze erg hun best hebben gedaan met
persberichten, informatie voor leesclubs, sociale media. Maar hoeveel geld dat
heeft gekost? En hoe de inspanning zich verhoudt tot andere debuten? Ik heb er
weinig vragen over gesteld. Ik ben al heel blij dat ze me wilden uitgeven en me
tot nu toe steeds het gevoel geven dat ze mijn werk hoog hebben zitten. En ik
ben zeer tevreden over wat ze hebben gedaan. Ze doen momenteel ook nog hun best
om filmmakers te interesseren en het boek aan het buitenland te verkopen.’
Had de boekhandel De afwezigen goed ingekocht?
‘Daar heb ik niet over te klagen. De AKO en Bruna kochten het
natuurlijk niet in. Ik ben geen BN’er of bestsellerauteur. Maar vanuit het hele
land stuurden vrienden me foto’s vanuit boekhandels met stapeltjes van mijn
boek. De uitgeverij was ook tevreden, geloof ik.’
Daarna verschenen veel goede recensies.
‘Ja, van NRC en De Telegraaf tot
regionale kranten en bladen als Zin
en Opzij. De uitgeverij had alleen gehoopt dat alle recensies tegelijk
in het begin zouden komen, zodat mensen denken: wat is hier aan de hand? Nu was
het verspreid. Maanden later, toen ik al dacht dat niemand nog over het boek
zou schrijven, bleven recensies komen. Er ontstond dus geen hype. Maar ik klaag
niet. Volgens mij zijn er tot nu toe zo'n tweeduizend exemplaren verkocht. Nu
het is beloond met de ANV Debutantenprijs kopen veel boekhandelaren het opnieuw
in.’
En wat vind je van tweeduizend exemplaren in
tien maanden?
Lachend: ‘Veel te weinig uiteraard. Ik heb er hard en lang aan
gewerkt, de reacties zijn positief, de verkoopcijfers moeten omhoog.’
Hoe pikte de boekhandel al die aandacht op? Met etalages?
Uitnodigingen voor signeersessies en lezingen?
‘Nee, dat liep geen storm. Ik heb een presentatie gegeven bij
boekhandel Adr. Heinen in Den Bosch en ik ben uitgenodigd bij een paar lokale
boekhandels, zoals Derijks in Oss. Op Bookstore Day was ik bij Gianotten
Mutsaers in Tilburg.’
Hadden boekhandels meer moeten doen?
‘Natuurlijk zou het fijn zijn als ze de etalage vol zouden zetten
met mijn boek. Als ze torenhoge stapels van De
afwezigen in de winkels zouden plaatsen. Maar kom op, ik kom net kijken. Er
verschijnen iedere week nieuwe, goede boeken. Ik begrijp ook wel dat ik me
eerst moet bewijzen.’
Wat heb je zelf gedaan om het boek te ondersteunen?
‘Misschien niet genoeg. Ik ben op advies van de Arbeiderspers op
Facebook en Twitter gegaan, maar als je daar net mee begint, bereik je daar
weinig mee. Ik ben daar ook niet de persoon voor. Ik zeg wel op alle verzoeken
ja, om de promotie zo veel mogelijk te ondersteunen. Ook dan helpt een prijs.
Ik ben deze week door verschillende media benaderd.’
Had de Arbeiderspers je daarin meer moeten coachen?
‘Nee, ik ben geen kind dat aan de hand hoeft te worden genomen. Ik
weet hoe het wereldje werkt. Debuteren is lastig. Het brengt veel onzekerheid
met zich mee. Daarom is die prijs ook zo fijn. Het is een geruststelling om te
weten dat je goed werk levert. En misschien is té veel coaching van alle
auteurs door een uitgeverij ook niet goed. Het schept verwachtingen die lang
niet allemaal worden waargemaakt.’
Laat de uitgeverij je nu in alle rust aan het tweede boek werken?
‘Tot nu toe wel. Als alles goed gaat, komt die eind 2018, begin
2019. Misschien voeren ze de druk op als dat moment nadert.’
Want een uitgeverij zal een debutantenprijs als deze optimaal
willen benutten en daarom niet te lang willen wachten op een nieuw boek.
‘Nee. Toch willen ze bovenal dat het een goed boek wordt. Dat heeft nu eenmaal tijd nodig. En ik schrijf – mede op aanraden van de uitgeverij – ondertussen korte verhalen. Binnenkort verschijnt er een in Das Mag. Zo blijf ik een beetje zichtbaar.’
‘Nee. Toch willen ze bovenal dat het een goed boek wordt. Dat heeft nu eenmaal tijd nodig. En ik schrijf – mede op aanraden van de uitgeverij – ondertussen korte verhalen. Binnenkort verschijnt er een in Das Mag. Zo blijf ik een beetje zichtbaar.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten