Raoul de Jong schreef dit jaar – in de bibliotheek van Rotterdam! – een van de verhalen van 3PAK, de geschenkbundel van de Boekenweek voor jongeren. Hij grijpt de gelegenheid aan om jongeren te vertellen dat de werkelijkheid leuker is dan je op de middelbare school wordt geleerd.
Iedere stad moet een openbare bibliotheek hebben, of er nu veel mensen gebruik van maken of niet. Voor Raoul de Jong is het simpel. 'Zoals een stad ook zonder dat de inwoners gelovig zijn een kerk moet hebben: een plek waar mensen met iets hogers bezig zijn dan winkelen. Zo moet er een plek zijn waar alle literatuur en kennis verzameld is. Zonder zo'n plek heeft een stad geen ziel.'
Zelf is de schrijver die dit jaar een van de verhalen van 3PAK (zie kader), al jaren geen lid meer. Waarom zou hij? Hij koopt boeken liever. En voor informatie hoef je niet meer naar de bibliotheek. 'Mijn moeder en ik wilden ooit dezelfde hond als haar oma in Groningen vroeger', vertelt hij. 'In de bibliotheek vonden we in een boek over hondenrassen dat het een dwergpinscher was. Nu zouden we dat op internet hebben opzocht.'
Wel is de auteur van De grootsheid van het al (2013) en Dagboek van een puber (2018) vaak met zijn laptop in de bibliotheek te vinden. Hij schrijft aan een tafeltje op de derde verdieping van de centrale vestiging in Rotterdam. Zijn columns. Een boek over Suriname waar hij al jaren aan werkt. En zijn bijdrage aan 3PAK: 'Jaguarman', dat zich laat lezen als een voorpublicatie uit dit grote boek.
Sterker: juist omdat De Jong geen lid is, ontdekte hij de bibliotheek als werkplek. 'Toen ik het idee kreeg om een boek te maken over het land van mijn vader, die ik toen net voor het eerst had ontmoet en op wie ik veel lijk, zocht ik Wij slaven van Suriname van Anton de Kom. Alleen de bibliotheek had dat. Omdat ik het niet kon lenen heb ik het daar in een paar heerlijke middagen achter elkaar gelezen.'
Dat bleek zo fijn dat hij er nooit meer weg wilde. 'Het is weg van huis, waardoor je een frisse start kunt maken', somt hij de voordelen op om daar te werken. 'Er is geen bed om dutjes op te doen. Ik kan niet op Facebook, omdat ik geen toegang tot wifi hebt. Je kunt alleen inloggen met je lidmaatschapnummer. En je zit tussen al die geweldige boeken. Ik geloof dat dat afstraalt op mijn werk.'
De Jong heeft allerminst geaarzeld toen de CPNB hem vroeg mee te werken aan 3PAK. Het is wat hem betreft een eer vergelijkbaar met het schrijven van het 'echte' Boekenweekgeschenk. 'Het is toch een bewijs dat wat je maakt gezien wordt', zegt hij. 'Dat het gewaardeerd wordt, dat ze ervoor willen zorgen dat je werk meer aandacht krijgt. Zo'n verzoek is als een klein prijsje.'
Zijn medewerking bevestigt De Jongs jeugdig imago dat sinds zijn debuut op 21-jarige leeftijd met Het leven is verschrikkulluk (2005) en zijn medewerking aan toenmalige webzine Spunk aan hem kleeft. Dat komt niet alleen door zijn toegankelijke stijl, maar ook door zijn kwikzilveren persoonlijkheid waardoor hij net zo makkelijk actief als acteur (de jeugdsoap ZOOP) of tv-maker (Iedereen kan dansen).
Het kan hem weinig schelen, zegt hij met kenmerkende lach. 'Ik ben een schrijver van bijna 35, dat schept een bepaald beeld. Waarom zou ik daaraan voldoen? Ik zat laatst in een Haribo-reclame. Dat betaalde heel goed en ik kreeg twee dagen in een vijf sterrenhotel in Londen. Moet ik dat laten schieten vanwege een imago waar je toch geen controle over hebt? Ik doe liever wat ik leuk vind.'
Bovendien: De Jong vindt het – anders dan de meeste schrijvers – daadwerkelijk leuk om op scholen te spreken. 'Ik weet nog zelf hoe het was om puber te zijn. Ik weet wat ik toen wilde en dat ze je op de middelbare school niet vertelden dat dat kon. Ik weet dat je later wél kunt doen waar je vrolijk van wordt. De werkelijkheid is leuker dan je op de middelbare school wordt geleerd.'
Hij vindt het belangrijk om dat tegen jongeren te zeggen. 'Juist op die leeftijd kan het nog alle kanten op. Je moet ze nu te pakken krijgen, voordat ze braaf bijdragen aan de vernietiging van de aarde zoals alle andere volwassenen doen. Je kunt ook met slechts vijftig dollar op zak naar New York [beschreven in It's Amaaazing (2006)] of te voet naar Marseille [beschreven in De grootsheid van het al].'
Dat het daarbij helpt om veel te lezen is voor hem evident. 'Het leuke aan het leven is dat je het zelf kunt uitvinden, je hoeft niet te doen wat anderen hebben gedaan. Maar boeken helpen je om te bestuderen wat je allemaal kan doen. Toch zal ik niet zeggen: je moet lezen. Er zijn nu eenmaal mensen die erdoor worden gegrepen en mensen voor wie het niet hoeft. In het laatste geval denk ik dan alleen: jammer voor jou.'
Bibliotheken zouden er goed aan doen jongeren – bij uitstek de categorie die het lezen en in verlengde de bibliotheek opgeeft – op dezelfde manier te benaderen. 'Biedt het aan, en er zullen altijd jongeren zijn die het aanpakken. Je hoeft het niet te verdommen, door te zeggen: lezen is net zo leuk als Instagram. Dat is onzin. Lezen is niet net zo leuk, lezen is veel leuker.'
Ook De Jongs laatste boek sluit aan bij zijn imago. In maart verscheen Dagboek van een puber. Het boek bevat – slechts heel licht bewerkte – fragmenten uit zijn eigen dagboek uit het jaar waarin hij van de lagere school naar de middelbare school, becommentarieerd door de volwassenen van nu. Een deel verscheen vorig jaar als column op de achterpagina van NRC Handelsblad.
'Ik vond het dagboek na 21 jaar terug op de zolder van mijn opa', vertelt hij. 'Ik las het meteen helemaal uit. O my god, dacht ik, vre-se-lijk! Tot ik me bedacht dat ik die persoon helemaal niet was. Het was iemand anders. Toen kon ik er erg om lachen. En het beschrijft precies het jaar waarin alles voor het eerst gebeurt. De eerste joint, de eerste keer naar de disco, de eerste verliefdheid.'
Ook laat het dagboek de transformatie zien van een 'raar kind dat op de lagere school een beetje werd gepest', zegt De Jong, naar iemand die normaal wil zijn. 'Ik was vergeten hoe bewust ik mezelf had veranderd in iemand die ik eigenlijk niet ben, en ook dat ik er zo goed in was geslaagd dat ik aan het einde van het jaar was gekroond tot Brugger van het jaar. Terwijl ik daar echt trots op ben geweest.'
En dan nu is er 'Jaguarman', zijn verhaal voor 3PAK. Het beschrijft een expeditie naar de tigriin de binnenlanden van Suriname. 'Ik ben al zo lang aan het struggelenmet mijn boek over dit land, mijn vader, de slavernij. Het gaat alle kanten op. Het is ook een zwaar boek, door alle thema's die het aansnijdt, terwijl ik meer van licht houd. Dit reisverhaal is dat: licht, terwijl het toch gelukt is die zwaardere thema’s erin te stoppen. Ik vond het heel fijn om te maken.'
De Boekenweek voor Jongeren (voorheen Literatour) vindt dit jaar plaats van 21 tot en met 30 september. Iedere school krijgt een speciaal pakket met lesmateriaal en 32 exemplaren van het geschenk voor jongeren: 3PAK, waarin dit jaar verhalen staan van Raoul de Jong, Nhung Dam en Tim Hofman, die zijn gericht op scholieren van 15 tot en met 18 jaar op alle schooltypes. Jongeren kunnen 3PAK bovendiengratis ophalen bij hun bibliotheek of boekhandel. Ook gaan 21 auteurs op tournee langs honderd scholen: de Literatour. De week begint met de bekendmaking van het Beste Boek voor Jongeren (voorheen Dioraphteprijs).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten