Een korenhalm die in je mouw verdwijnt
De tekenlerares Antoinette woont intern in Oeverhorst, een onafhankelijke psychiatrische instelling voor oververmoeide kunstenaars, sinds ze is bezweken voor de charmes van Olaf. Samen met Wibold en zijn ex Louise houdt de psychiater de instelling draaiende. In de buurt woont Gert, die de gave heeft ongezien het terrein op te komen en dan ook te pas en vooral te onpas in de roman opduikt. Gert, zo constateert Antoinette, ‘is een korenhalm die in je mouw verdwijnt, waar je niet bij kunt, steeds zit het ding hoger dan je denkt.’
Ook voor De wanden van Oeverhorst, de tweede roman van Libris-prijswinnares D. Hooijer, schiep de eigenzinnige schrijfster een aantal even wereldvreemde als aantrekkelijke personages. Alles vertelt van ze over hun karakter, in originele en spitsvondige zinnen, maar ze blijven onnavolgbaar. Ook de vertelwijze draagt bij aan dat gevoel van ondoorgrondelijkheid. Hooijer vertelt haar plot wel lineair, maar gaat ook van de hak op de tak, en ze staat nergens lang bij stil. Zo besteedt ze aan de dood van Gert niet meer dan een paar zinnen.
Het gebrek aan reflectie is tegelijk het manco aan dit boek. In ieder hoofdstuk beschildert Antoinette samen met de staf en de internen opnieuw een grote wand die met kerst wordt onthuld door de burgemeester. In ieder hoofdstuk gebeurt dus hetzelfde. Dat gaat op den duur tegen staan. Volgens de achterflap maakt de schrijfster zo duidelijk dat therapieën mogen veranderen, maar dat ouder worden de enig werkelijke verandering is in de mens. Misschien is dat zo, maar omdat Hooijer altijd onnadrukkelijk vertelt, denk je toch: wat gezocht, om zo'n zwaarwichtige betekenis aan zo'n luchthartig verhaal te hechten.
Hooijer, D. - De wanden van Oeverhorst (220 p.) - Van Oorschot, € 16,-, ISBN 978 90 282 4183 1
(Gepubliceerd in BOEK nr. 1, 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten