vrijdag 20 januari 2012

Over een voorganger van BOEK

In november 1935 krijgt Han de leiding over Den Gulden Winckel. Dit geïllustreerde tijdschrift […], in 1902 opgericht om het ‘rechtstreeksch verkeer tusschen boekenkenner en boekenvriend, liefde tusschen hen en de voorwerpen hunner minne levendig te onderhouden’, was ooit bedoeld als goedkoop informatief tijdschrift over boeken. […] Doordat het eerste nummer indertijd in tienduizenden exemplaren is verspreid over wachtkamers, hotels en koffiehuizen, kreeg het blad ruime bekendheid. Bij het vijfentwintigjarig bestaan constateerde de uitgever tevreden dat het tijdschrift mooier, luxer en duurder (90 cent) was geworden dan hem voor ogen had gestaan. Dankzij de vormgeving met veel foto’s en illustraties was het een echt publiekstijdschrift geworden, breed van opzet en gevarieerd van inhoud. Aan ‘stelselmatige afkeuring, hoe venijnig of vernuftig ook’, doet Den Gulden Winckel in principe niet. ‘Loyale kritiek is onze spreuk, de eenig-bestaanbare voor den normalen mensch.’

(Uit: Han G. Hoekstra. Biografie – Joke Linders & Janneke van der Veer, Ambo, 2011)


Toen BOEK in 2003 begon, dacht ik: eindelijk. Een blad over boeken gericht op een groot publiek dat wel regelmatig een boek leest maar niet de boekenbijlagen van NRC Handelsblad en de Volkskrant op de voet volgt, had er lang moeten zijn. Maar uit de biografie van dichter en journalist Han G. Hoekstra blijkt maar weer: er is niets nieuws onder de zon. BOEK kent wel degelijk voorgangers. Den Gulden Winckel heeft het zelfs zo’n veertig jaar uitgehouden, tot de papierschaarste in de oorlog de uitgever dwong het blad op te heffen. En daarna zijn er natuurlijk ook nieuwe pogingen ondernomen. Dat zulke bladen vervolgens vergeten zijn, komt omdat ze anders dan literaire tijdschriften als De Nieuwe Gids of Forum, die fungeerden als het medium voor een nieuwe generatie auteurs, geen rol in de literatuurgeschiedenis hebben gespeeld.

Overigens: een roman of verhalenbundel ‘afkeuren’ kan in BOEK wel. Als een auteur ondermaats werk aflevert, moet dat gezegd worden. In weerwil van het parool van Den Gulden Winckel deed Han G. Hoekstra dat uiteindelijk ook. De literatuur was hem te dierbaar om er kritiekloos laffe stukjes over te schrijven.

Geen opmerkingen: