Mijn schapen drinken daaruit
Er was niets tot God de aarde schiep, zo leert de Bijbel traditioneel. De meeste mensen hangen tegenwoordig echter de big bang-theorie aan: alles is ontstaan uit de oerknal. En dus begint Martin Michael Driessen zijn interpretatie van de Bijbel aldus: ‘In den beginne was alles en het universum was statisch en ondoordringbaar; tot God zijn marlpriem nam en de tijd ontvlocht.’
De openingszin van Vader van God zet de toon. Driessen beeldt zich in hoe de wereld en het geloof is ontstaan met alle kennis van nu – niet alleen van natuurkunde, maar ook van bijvoorbeeld sociologie. Als twee joodse spionnen, waaronder een vermomde God, in Jericho bij de hoer Rachab overnachtten, wordt er dus geneukt. Zoals dat gaat met iemand die het voor het geld doet: troosteloos.
Het effect van Driessens benadering is uitermate komisch. Neem Johannes’ ontdekking van het dopen. Als hij een hemofilitische herder neerslaat, heeft het geen zin om het bloed weg te wassen. Daarom bedenkt hij ter plekke dat hij dan maar de zonden wegwast. Dat de herder geen zonden heeft, doet er niet toe. En dat hij niet wil evenmin: ‘Mijn schapen drinken [daaruit],’ protesteert hij tevergeefs.
Maar Vader van God is geen lach-of-ik-schiet. De ondertoon is serieus. Veel meer dan amuseren gebruikt de auteur de Bijbel voor onderzoek naar serieuze vragen: wat als God zelf behoefte heeft aan emotionele binding? Of wat doet het Jozef als hij hoort dat zijn zoon de Messias wordt? Driessens roman is daarom ook interessant bij herlezing – als je bent uitgelachen en ook kunt nadenken.
Martin Michael Driessen – Vader van God (206 p.) – Wereldbibliotheek, € 17,90, ISBN 978 90 284 4047 0
(Eerder verschenen in BOEK 1, 2013)
Zie ook:
- Morgen: Guus Kuijer, 'De Bijbel voor ongelovigen'
1 opmerking:
Dank voor je inspirerende recensie. Zelf heb ik ook net een blog geschreven over dit boek:
http://vincentblok.wordpress.com/2013/12/23/vader-van-god-martin-driessen-en-de-kinderjaren-van-jezus-john-coetzee-een-gesprek/
Een reactie posten