Goed, mooi, puntgaaf
Op een gegeven moment ben ik gestopt met noteren welke stukjes goed, mooi of puntgaaf zijn. Er staan er zo veel in Ga niet naar zee, waarin Tommy Wieringa de beste columns heeft verzameld die hij de afgelopen tien jaar schreef voor de gratis dagbladen Metro en De Pers. Ik kon wel aan de gang blijven.
Uitgeverij De Bezige Bij presenteert Ga niet naar zee als ‘een kleine autobiografie’. Dat is te veel gezegd. Alleen terloops geeft de auteur essentiële feiten van zijn leven prijs. De geboorte van een dochter. Of het derde huwelijk van zijn moeder met een Egyptenaar – een feit dat Wieringa heeft verwerkt in het boek waarmee hij in 2005 doorbrak: Joe Speedboot.
Wel gaan de stukjes over wat hem zoal bezighoudt: rugby, de natuur, mannenvriendschappen, zijn reizen, een verhuizing, het schrijverschap. In het begin van deze verzameling is hij nog een onbekende literator die zich tevergeefs probeert te identificeren met een boek van eigen hand waarop zijn foto staat. Aan het eind is hij een gevierd auteur die moppert op de regionale dranken en spijzen die organisatoren van lezingen hem altijd geven.
De grote kracht van Wieringa’s columns zit hem in de zuivere woordkeus. Zelden schrijft hij één keurig afgerond verhaal. Hij excelleert juist in rake sfeertekeningen en perfect getimede terzijdes, waarmee hij in ieder stuk zijn opvallende opmerkingsgave demonstreert.
U moet Ga niet naar zee zelf maar eens opslaan in de boekhandels. Geen stuk is langer dan twee pagina’s. Kies een willekeurige uit, laat u betoveren en schaf het daarna aan.
Tommy Wieringa, Ga niet naar zee, De Bezige Bij, 284 blz., 18,50 euro, ISBN 978-90-234-5802-9
(Eerder verschenen in Knack, najaar 2010)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten