Sinds uitsluitend vrouwelijke auteurs op de shortlist van de Finlandia Prize stonden, waarover ik hier en hier schreef, was ik nieuwsgierig naar het winnende boek: Coupé no. 6 van Rosa Liksom. Die schrijversnaam klinkt ook goed: Rosa Liksom. Het is dan ook een pseudoniem. Ik had niet verwacht dat de roman in het Nederlands zou verschijnen, maar uitgeverij Podium waagde de gok.
Eerlijk gezegd was Coupé no.6 (vertaald oor Annemarie Raas) geen ontdekking. Het is een roadnovel, waarin de jonge Finse Anna begin jaren tachtig de trans-Siberische spoorlijn naar Ulaanbaatar neemt en opgescheept wordt met een archetypische Russische arbeider. Om het plot draait het dus niet.
Je moet meevoelen met het alleen maar aangestipte liefdesverdriet van Anna die zijn culminatie vindt in een bezoek aan grottekeningen nabij de Mongoolse hoofdstad. Zoals zij in gedachten teruggaat naar het begin van haar geschiedenis, ziet ze in de grot de tekeningen die het begin van de geschiedenis symboliseren.
Ook kun je lachen om de arbeider die alleen maar met ‘man’ wordt aangeduid. Het Russische leven van ongebreideld zuipen, vreten en neuken temidden van de altijd nabije dood, heeft hem zo gehard dat hij zonder problemen een flesje nagellakremover, dat Anna in zijn wodkafles heeft leeggekieperd, kan wegdrinken.
Maar om nou te zeggen dat ik heb meegevoeld en gelachen? Niet echt. En de stijl is wel beeldend – maar niet zó beeldend dat ik echt onder de indruk was.
Ik vermoed dat Coupé no. 6 ook een ode is aan de Russische literatuur. Vooral in de anekdotes van de man weerklinkt de absurde humor van schrijvers als Gogol, Charms, Platonov, Jerofejev en anderen. En een treinreis tegen liefdesverdriet verwijst natuurlijk naar Anna Karenina van Tolstoj, waarin de hoofdpersoon zich voor de trein werpt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten