donderdag 29 januari 2015

'Bibliotheken moeten erop uit en kijken waar hulp nodig is' (Bibliotheekblad)

De plek centraal zetten en verbindingen leggen – tussen collectie, mensen, instellingen en elkaar. Dat zien bibliotheken, ongeacht hun doelgroep, als belangrijkste taak in de toekomst, zo bleek dinsdag tijdens een discussiebijeenkomst in Amsterdam.

Wat hebben de sprekers elkaar eigenlijk te vertellen? had Hilde van Wijngaarden gedacht voorafgaand aan een discussie over de toekomst van bibliotheken in academisch-cultureel centrum Spui 25. Was hun achtergrond niet te verschillend? Zelf is ze hoofd bibliotheek van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Martin Berendse is directeur van de OBA. En Steph Scholten is directeur van UvA Erfgoed en daarom onder meer verantwoordelijk voor de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Was er meer dan alleen de hoofdstad die hen bond?
Al na de inleiding van bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap Frank Huysmans, zo bekende ze als laatste spreker dinsdagavond, begon ze in te zien dat ze zich had vergist. Het ging om het creëren van een plek waar – zoals Huysmans het zei – mensen met informatie en mensen met mensen werden verbonden. Dat gebeurt in de openbare bibliotheek waar de collectie in principe om de tien jaar in zijn geheel wordt ververst, net zo goed als in een erfgoedbibliotheek waar de collectie bestaat uit onvervangbaar materiaal dat in optimale omstandigheden eeuwig wordt bewaard.
Huysmans legde uit dat we tegenwoordig in een informatiesamenleving leven, maar dat de publieke sfeer – 'de belangenvrije ruimte  waar burgers met elkaar in discussie gaan over de inrichting van de samenleving' – door overheden en commerciële partijen onder druk staat. Onlangs nog was in Amerika een journalist tot drie jaar cel veroordeeld voor het delen van een hyperlink naar illegale informatie. Huysmans acht het noodzakelijk om een tegenkracht te organiseren. De bibliotheek is bij uitstek geschikt 'om burgers te empoweren om zelf met informatie aan de slag te gaan.'
De instituties die informatie leveren, worden de laatste jaren uitgehold. De journalistiek ziet door de digitalisering zijn verdienmodel onder druk komen te staan. Digitale alternatieven – eenpitters die over een gebied of een onderwerp berichten – weten zich nauwelijks te bedruipen. En de bibliotheken leidt sinds 2008 onder aanhoudende bezuinigingen. Hoeveel filialen zijn er de afgelopen vijf jaar gesloten? Hoeveel informatiespecialisten hebben moeten omzien naar ander werk? Een kwart van de werkgelegenheid in de bibliotheeksector is al verdwenen.
Toch ziet Huysmans kansen. Minder subsidie roept de noodzaak op van meer cultureel ondernemerschap, waartoe al langer wordt opgeroepen. Voorwaarde is wel dat bibliotheken een kritische distantie houden tegenover hun geldschieters. Daarnaast kan de bibliotheek allianties sluiten met alle mogelijke partijen. Maar het belangrijkste is dat een bibliothecaris niet langer de expert is die aan zijn balie wacht op een informatievraaag die hij beantwoordt. Hee, hij moet een 'informatie- en mediapedagoog' worden die burgers helpt informatie te vinden met betere zoekstrategieën.
Berendse sloot hierbij aan. Zoals hij al eerder heeft betoogd, legde hij uit dat aantallen leden en uitleningen te belangrijk in de beeldvorming zijn geworden. 'De OBA is in 1919 opgericht als openbare leeszaal en bibliotheek. Leeszaal dus ook: een publieke ruimte, bedoeld om kennis uit te wisselen, media te gebruiken, met elkaar in gesprek te gaan. Dat is de essentie. Die moeten we bovenal in stand houden. Het liefst in samenwerking met andere instellingen. Zij houden ook vaak plekken in stand. Nee, laat ons de plek zijn waar zij bijvoorbeeld leesvaardigheids- of computerprogramma's organiseren.'
In de discussie na afloop van alle presentaties voegde hij daar nog aan toe dat de bibliotheek niet zelf onafhankelijke informatie moet willen creëren. De bibliotheek kan bijvoorbeeld niet de taak van de journalistiek overnemen. 'Maar we kunnen het wel faciliteren. Wij hebben in de centrale op het Oosterdokseiland al een klein studiootje in huis: van Amsterdam FM. Die gaan wij meer ruimte geven op de eerste verdieping. Daar staat nu toch alleen maar een museum van schijfjes. Die collectie verdwijnt op korte termijn omdat we de informatie op een andere manier aanbieden.'
Ook de afdeling Bijzondere collecties van de UvA is, in vergelijking met tien jaar geleden, bezig de collectie meer in te zetten – niet alleen maar voor onderwijs en onderzoek (en dus voor intern gebruik door studenten en wetenschappers), maar ook voor het grote publiek. Dat gebeurt, zo legde Scholten uit, door te digitaliseren: 100.000 boeken zijn binnenkort beschikbaar via Google Books en Delpher. Maar ook door de expositieruimte die is geschapen op de OudeTurfmarkt. Een 'culturele hangplek' noemde Scholten die, sinds 2013 zelfs officieel geregistreerd als museum.
Aan de HvA heeft Van Wijngaarden gemerkt dat er nog altijd behoefte is aan een plek: studieruimtes zijn drukker dan ooit. Iedereen komt daar om samen te werken, elkaar te inspireren, koffie te drinken. 'Vroeger was de plek waar de informatie was. Nu is de informatie overal.' De informatiespecialist kan daarom helpen door de overvloed aan informatie te filteren en die naar de plek te brengen waar die nodig is – hetzij waar studenten op de hogeschool samenkomen, hetzij op de computer. 'Dat vereist een nieuwe mindset. We moeten erop uit en kijken waar hulp nodig is.'
Veel onderlinge overeenkomsten dus. Ligt het dan niet voor de hand dat de Amsterdam-se instellingen ook verbindingen leggen met elkaar? Al langer bestaat AdamNet, waar deze drie plus nog 27 instellingen uit de stad met bibliotheekfunctie samenwerken. Daar is meer uit te halen, zei Berendse. 'Iedereen laat zich door zijn principalen, of dat nu de universiteit of subsidiegever is, afrekenen op eigen prestatie-indicatoren. Dat heeft ertoe geleid dat we allemaal bezoekers naar de eigen plek en collectie leiden. Gelukkig is er nu een beweging de andere kant op: richting met elkaar delen.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 28 jan)

Zie ook:

Geen opmerkingen: