woensdag 14 januari 2015

Naomi Rebekka Boekwijt, 'Hoogvlakte'

Hoogwater is een nogal voor de hand liggend zinnebeeld van een crisis. Edzard Mik gebruikt het in Goede tijden (2009): de oplopende huwelijkscrisis tussen twee protagonisten loopt parallel met de aanhoudende regen, het uit de oevers treden van de Maas en de invallende droogte. Het gaf de roman iets opgelegds symbolisch, wat me tegenstond. Het verhinderde de lezer om het verhaal te lezen als verhaal en het zelf te interpreteren (het zat me ook bij Rob van Essen dwars).
In Naomi Rebekka Boekwijts romandebuut Hoogvlakte voel je het hoogwater eveneens van verre aankomen. De oude boer, bij wie de jonge vertelster Maite werkt, is zo bevreesd voor de zondvloed dat hij een constructie heeft laten bouwen die vanzelf wegdrijft als het water komt. Moser – zo heet-ie – vult de voorraden in de constructie voortdurend bij. Zijn angst is ergens op gebaseerd: de Thur is wel vaker overstroomd door de aanvoer van smeltwater uit de bergen. Natuurlijk gebeurt dat weer. Omdat het nog vriest, ontstaat zo een immense ijsvlakte.
Een ijsvlakte die verdorie ook al symbolisch is. Af en toe denkt Maite terug aan de schaatstochten op het Nederlandse platteland dat ze niet zo lang geleden is ontvlucht. Ze zag er eens een dode woerd onder het ijs. Ooit durfde ze over een scheur. Het zijn verwijzingen naar wat in Zwitserland opnieuw gebeurt. Net als in Nederland is ze op deze afgelegen boerderij geïsoleerd geraakt. Is haar pad doodlopend gebleken. Ze moet de scheur over: de wijde wereld in. Zoals ze op dat moment eigenlijk al gedaan heeft door in Zürich les te gaan geven.
Toch is Hoogvlakte een roman – geen allegorie. Boekwijt beschrijft met korte (zij het nooit amechtige) zinnetjes de gebeurtenissen in Maites leven. Het werk. De maaltijden met Moser. De zorg voor de paarden. De komst van een vrouw, die bij Moser haar paard stalt, op wie Maite verliefd wordt. Slechts af en toe biedt Boekwijt een blik op de gevoelens van de gesloten Maite hierbij. En het belangrijkste: ze houdt de metaforen klein. Zelfs het hoogwater laat zich makkelijk over het hoofd zien.
Hoogvlakte is daarmee een subtiel portret van een jonge vrouw die zich, door de onmogelijkheid zich werkelijk te verbinden met de mensen om haar heen, steeds beter realiseert dat ze verdwaald is op een platteland dat haar tegelijk vertrouwd als onbekend is. Het is een transparant portret dat baadt in heldere kleuren. Erg aangenaam om te lezen.


Meer Boekwijt: over 'Pels', haar schrijftips
Meer Alpenliteratuur: Camenisch, Kaiser

Geen opmerkingen: