In de jury van de VSB
Poëzieprijs zetelt altijd een dichter. Zo kan het voorkomen dat een schrijver
de prijs een keer toekent én een keer wint. Ester Naomi Perquin zat in de
VSB-jury van 2012 en won de hoofdprijs voor beste gedichtenbundel van het jaar
in 2013.
2. De VSB Poëzieprijs
winnen
Het eerste wat Perquin voelde toen haar, een dag voor de
uitreiking in januari 2013, werd verteld dat zij de prijs kreeg voor Celinspecties, was schaamte – zoals bij
alle prijzen, een stuk of zes in totaal, die ze ooit voor haar poëzie kreeg. 'Pas
toen ik, maanden later, op een dag onder de douche stond, dacht ik opeens:
verdomd, ik heb de VSB gewonnen. Een prijs die ik natuurlijk graag wílde
winnen, maar ik dacht dat dat pas later zou gebeuren, als ik oud en lelijk ben.
Niet op mijn 32e.'
Waarom die schaamte? Ze kan er niet helemaal de vinger op
leggen. 'In Nederland is het onmogelijk om een prijs waardig in ontvangst te
nemen. Het is moeilijk om trots op je eigen werk te zijn – ik ken maar weinig
auteurs die daar goed in zijn. Zo'n prijs doet er ook volstrekt niet toe in een
wereld die in brand staat. Het telt alleen in het kleine circuit dat weet wat
de prijs is. Dus je kan niet zeggen: wat fantastisch. Tegelijk kun je het ook
niet wegwuiven, anders klinkt het vals bescheiden.'
Daarbij: 'Ik héb al behoorlijk wat veren in mijn reet
gekregen. Je zou kunnen zeggen dat ik de Golden Retriever ben van de
Nederlandse poëzie: het aaibare compromis. En er anderen die ik het meer gun. Van
de genomineerden toen heb ik vooral voor Luuk Gruwez en Menno Wigman enorm veel
waardering. Zeker voor Menno was het hoog tijd. Zijn laatste bundel is zo goed.'
Toch heeft de prijs haar status verhoogd, merkt ze. Niet in
termen van: meer aanvragen voor optredens of meer aandacht. Maar als poëtisch
visitekaartje, zoals ze het noemt. 'Sommige mensen – mannen vooral, of
hoogleraren, heel aandoenlijk – zijn heel gevoelig voor de status van een prijs.
Voor hen ben ik met de prijs nu blijkbaar een echte dichter geworden. Ze
benaderen me anders. Denken opeens dat ik verstand van zaken heb.'
Dan vindt ze het mooier dat Celinspecties op middelbare scholieren wordt gelezen. 'Meisjes doen
mondeling in mij. Heel leuk. Laatst was ik op een school waar zelfs een
wachtlijst was voor deze bundel.' Ook was de bundel aanleiding tot meer
interessante gesprekken en debatten dan eerder werk. 'Maar dat ligt ook aan de
bundel zelf [die is geschreven naar aanleiding van haar jaren als cipier, md].
De thematiek ervan. De prijs heeft dat alleen maar versterkt.'
Belemmerend werkt de belangrijkste poëzieprijs niet.
Althans, niet meer dan normaal. 'Na elke bundel denk ik: dit is alles wat ik te
zeggen heb. Ik schrijf niet voor niets gedichten. Ik kan mezelf gedurende de
lengte van één gedicht aanhoren, daarna ben ik het zat. Gelukkig was ik toen
vooral bezig met proza. Nog steeds trouwens: verhalen en essays over
machtsmisbruik. En toch voelde ik eerder opluchting dan verlamming: de mooiste
prijs heb ik nu gehad, ik hoef niets meer. Dat geeft ruimte in mijn hoofd.'
Ester Naomi Perquin
en de VSB Poëzieprijs
Ester Naomi Perquin (1980) debuteerde in 2007 met Servetten halfstok. Zij kreeg de VSB
Poëzieprijs voor haar derde bundel Celinspecties.
'Op verraderlijk luchtige toon schept Perquin met onvoorspelbare wendingen een
gelaagde ruimte in deze bundel', aldus de jury. Perquin is niet de enige VSB-winnaar
die ooit in de jury voor dezelfde prijs zat. Mustafa Stitou jureerde in 2000 en
won in 2004. Antoine de Kom won vorig jaar en jureert dit jaar.
(Eerder verschenen in Schrijven Magazine, dec 2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten