Ilja Leonard Pfeijffers geschenk voor de
Poëzieweek 2015 is een ware literaire meesterproef. Giro giro tondo is een sonnettenkrans over de liefde: 14 sonnetten
waarbij de laatste regel steeds de eerste regel van het volgende gedicht is,
plus een vijftiende sonnet dat bestaat uit alle eerste regels en het thema van
de cyclus samenvat. Een sonnettenkrans is een zeldzaamheid in de Nederlandse literatuur.
Maar waarom niet? 'Alle talen zijn even mooi en hebben per definitie dezelfde
uitdrukkingsmogelijkheden.'
Had je het idee al voor een
sonnettenkrans toen je werd gevraagd voor het geschenk?
'Ja. En ook dat
het over de cyclische ontwikkeling van de liefde moest gaan: van verlangen naar
verwerkelijking naar teleurstelling naar breuk naar gemis, dat opnieuw
verandert in verlangen. Ik was nog niet daadwerkelijk begonnen, maar toen ik
werd gevraagd, viel alles op zijn plek. Het geschenk heeft de ideale lengte om
zo'n krans afzonderlijk uit te geven. Anders had ik het moeten verstoppen in
een bundel. Dan valt het de meeste mensen niet eens op. Voor inspiratie hoefde
ik ook niet ver te zoeken. Het liedje waarop de krans is gebaseerd hoor ik
kinderen buiten zingen als het mooi weer is – en zoals je weet woon ik in
Italië waar het altijd mooi weer is.'
Viel het mee om zo'n ingewikkeld
kunststuk te maken?
'Ach. Je weet
van tevoren dat het niet makkelijk wordt. Maar dat wordt het ook niet als je
vrije verzen schrijft. Het is wel bevredigend om te maken. Als je de krans
onder je handen ziet ontstaan. Daardoor moet je oppassen voor de valkuil van
vormvastheid: dat je te snel tevreden bent als rijm en metrum eenmaal kloppen. Het
moet wel goede poëzie zijn. In de weken dat ik eraan werkte heb ik steeds
oplossingen die voldeden aan de vormeis, proberen te vervangen voor betere
oplossingen.'
Beschouw je de taal als je gereedschap
van je poëzie? Of is het meer?
'Het is mijn
materiaal. Ik ben daar niet uitzonderlijk in. Voor iedereen is taal de lucht
die hij ademt. Ik maak er alleen kunst van. Ik ben me daardoor bewuster van dat
taal meer kan zijn dan een effectief communicatiemiddel, maar ook intrinsieke
schoonheid heeft. Sorry voor het esoterisch geneuzel.'
Ben je actief op zoek naar nieuwe
woorden om te kunnen gebruiken?
'Ik raap de
taal op zoals ik haar vind, achtergelaten in verlaten cafés, bezoedeld,
verkreukeld, besmeurd, en ik probeer hem opnieuw te laten stralen door woorden
in een nieuwe context te plaatsen. Ieder woord is goed genoeg en, als ik niet
tevreden ben met het bestaande arsenaal, verzin ik desnoods neologismen die wel
uitdrukken wat ik wil. De titel van mijn bundel Het glimpen van de welkwiek uit 2001 is zelfs een en al neologisme.
Nu doe ik het trouwens minder, ik weet niet waarom.'
Wat betekent 'taal oprapen' concreet?
Heb je altijd een notitieboekje bij de hand?
'Nee, nee. Ik
bedoel het als metafoor. Ik hoef ook maar de radio of de televisie aan te
zetten of ik hoor mijn moedertaal er verwaarloosd bij liggen. Binnen de kortste
keren hoor je de schrikbarendste voorbeelden.'
Stoor je je ook aan de taal die je
vindt?
'Ja. Lelijke
taal kan mij heel diep irriteren. Zoals politici praten! Laagopgeleide Schilderswijkers
spreken het plat-Haags waarmee ze zijn opgegroeid. Daar kun je op een bepaalde
manier zelfs ontroerd van raken. Maar hoogopgeleide politici die expres lelijk
praten omdat ze denken dat het bij hun vak hoort, dat kan ik niet uitstaan.'
Met poëzie poog je dat tegen te gaan?
'Eigenlijk wel.
Dichters vermogen taal op te poetsen en het de oorspronkelijke glans terug te
geven.'
En zo taal weer schoonheid te geven?
'Schoonheid is
een onwerkbaar begrip. Schoonheid is subjectief. Het gaat eerder om precisie en
beeldende kracht. Lelijke taal is lege taal, het zijn vulsels, losse klanken.
Precieze taal geeft woorden hun pregnantie terug, zodat iedere zin en ieder
woord er toe doet.'
Precisie. Maar dichters gebruiken toch
graag meerduidige woorden om zo meer betekenis aan hun poëzie te geven.
'Ja. Het gaat
om allebei. Een voorbeeld uit mijn bundel Idyllen.
Daar schrijf ik: "gezichten achter sluiers opgedoekt". Opdoeken wordt
in de dagelijkse taal overdrachtelijk gebruikt. Met het kan, zoals hier, ook
letterlijk nemen – terwijl ik tegelijk gebruik maak van de gewone connotatie
van het werkwoord. Zo kan ik "opdoeken" iets van zijn pregnantie
teruggeven.'
Werkt dat bij uitstek bij poëzie?
'Welk genre ik
ook beoefen, ik blijf dichter, omdat het me in de eerste plaats gaat om de
formulering. Er zijn wel verschillen. In een gedicht kun je je een zo'n hoge
informatiedichtheid permitteren die in proza vermoeiend zou zijn en
onbegrijpelijk toneel zou opleveren. Maar de taal staat altijd voorop. Ook als
ik een roman lees: het verhaaltje interesseert me weinig als de taal me niet
interesseert.'
Sinds 2008 woon je in Italië. Je schreef
het toneelstuk Aaamaaaaateeemiii!
in het Italiaans. Stap je ooit over op die taal?
'Mijn Italiaans
is niet goed genoeg. Ik maak foutjes. Voor een toneelstuk werk je samen met een
regisseur en acteurs. Zij corrigeren die foutjes wel, terwijl ik hen misschien
iets kan bieden – structuur, dialogen – die ze zelf niet in huis hebben. Als ik
een voorstel krijg, zou ik het graag nog eens doen. Maar ik hoef geen
Italiaanse auteur te worden. Het Nederlands is mijn moedertaal, daar ben ik toe
veroordeeld. Een lot dat ik met een glimlach draag.'
Het Italiaans geldt als een veel mooiere
taal.
'Flauwekul. Ik
geloof niet in mooie of lelijke taal. Dat zijn onberedeneerbare persoonlijke
voorkeuren. Alle talen zijn even mooi en hebben per definitie dezelfde
uitdrukkingsmogelijkheden.'
Niet iedere taal kent het woord
'gezellig'.
'Ieder land
heeft alleen zijn eigen culturele concepten. Voor ons is gezelligheid
belangrijk. Als Italianen gezelligheid belangrijk vonden hadden ze daar wel een
woord voor. Die verschillen zijn interessant om te onderzoeken, maar ze maken
de ene taal niet rijker dan een andere.'
De Poëzieweek
van 29 januari en 4 februari staat bol van de activiteiten. Iedereen die voor
ten minste 12,50 euro aan poëzie koopt, ontvangt Giro giro tondo. Meer informatie: www.poëzieweek.com.
(Eerder gepubliceerd op Taalunie:bericht, jan 2015)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten