maandag 25 mei 2015

Interview Stephan Enter over 'Compassie' (De Standaard)

Hoe kan een relatie ontsporen als je elkaar hebt leren kennen via internet? Stephan Enter onderzoekt die vraag in zijn nieuwe roman. 'Ik heb misschien wel de langste cunnilingusscène uit de Nederlandse literatuur geschreven.'

Echte lezers bestaan nog

Mensen ontmoeten hun geliefde niet meer op dezelfde manier als twintig jaar geleden. 'Toen kwam je iemand tegen op een sportvereniging, via vrienden of op je werk. Je wist meteen hoe die ander bewoog, hoe die rook, wat voor stem die heeft. Tegenwoordig ontmoeten veel mensen elkaar via internet. Dan heb je al die informatie niet. Je ziet een foto van iemand, leest de informatie van zijn of haar profiel, correspondeert per e-mail. Je hebt al een beeld van de ander voor je die ontmoet.'
Dat leidt tot de vreemdste situaties, weet Stephan Enter. 'Mensen blijken bijvoorbeeld van alles te verzinnen. Een vriend van mij datete al drie maanden een vrouw toen bleek dat ze man en kinderen thuis had. Of je hebt bij voorbaat een positief en leuk gevoel bij iemand waardoor je totaal verrast bent als ze bij de vierde ontmoeting opbiecht aan de antidepressiva te zitten. Als je iemand op een sportveld ontmoet, sta je nog blanco tegenover de ander en vallen de voortekenen je eerder op.'
De 41-jarige schrijver werkte al jaren aan een social comedy à la Jane Austen. Maar dit gegeven hield hem zo bezig dat hij dat project tijdelijk liet liggen – temeer omdat hij nog nooit een roman had gelezen die de effecten van internetdating onderzoekt. 'De online datingbureaus zwijgen er al helemaal over. Die schilderen internetdaten af als normaal of zelfs ideaal. Maar het is toch vreemd om bij de eerste ontmoeting meteen te weten dat je allebei actief op zoek bent naar een relatie?'
Het resultaat van een jaar broeden en schrijven verscheen vorige maand. Compassie beschrijft de korte relatie tussen de geborneerde Frank en de Nederlands-Duitse promovenda Jessica. Hij beschouwt zichzelf als een getalenteerde minnaar. De bijna-veertiger is gewend van vriendin naar vriendin te fladderen. Zij heeft daarentegen op haar 32e geen enkele ervaring in de liefde. Al snel denkt Frank te weten waarom: ze heeft een onaantrekkelijk lichaam en is daardoor te onzeker geworden.
'Maar hij vindt Jessica al té leuk voor hij daar achter komt. Door haar foto. Door haar profieltekst, die afwijkt van de gebruikelijke onzin over hoe funloving iedereen is. En in de e-mail zegt ze te twijfelen of hij bij haar past. Dat is juist wat bij een blasé persoon als Frank werkt. En dan ontstaat de situatie dat hij zich zo goed bij haar voelt dat hij, ondanks dat hij haar totaal niet aantrekkelijk vindt, besluit tot haar promotie bij haar te blijven, zodat ze tenminste een goede herinnering aan haar eerste relatie heeft.'

Er zullen meer lezers nieuwsgierig zijn naar een nieuwe Enter dan ooit tevoren. Met zijn vierde roman Grip brak de voortreffelijk stilist door naar een groter publiek. Sinds het verschijnen drieëneenhalf jaar geleden zijn er 50.000 exemplaren van verkocht in Nederland en Vlaanderen. Het boek over de vraag hoe om te gaan met vergankelijkheid aan de hand van een reünie won de Prijs van de Lezersjury van de Gouden Boekenuil. En het werd vertaald in het Duits, Noors, Italiaans, Frans en Hongaars.
'Grip heeft me veel gebracht', vertelt Enter in zijn Utrechtse bovenwoning. 'Financieel in de eerste plaats. Ik kan een aantal jaren vooruit zonder dat ik me druk hoef te maken over de vraag of ik een baantje moet zoeken. Dat is het prettigst, de vrijheid die succes geeft. En ik kreeg opeens uitnodigingen als voor de Avond van Wetenschap en Maatschappij. Een avond voor ministers en allerlei notabelen in de Ridderzaal in Den Haag waar ze dan ook een schrijver bij willen hebben.'
Het leukste waren de reisjes die hij – op kosten van buitenlandse uitgevers – kon maken om het verschijnen van vertalingen op te luisteren. 'Behalve dat het een luxe is als een week lang alles voor je wordt betaald, krijg je een mooi inkijkje in hoe het er in andere landen in de literatuur aan toegaat. Ik kan je vertellen dat een schrijver in elk land met meer egards wordt behandeld dan in Nederland. In Duitsland ben je meteen de zeer geëerde heer de schrijver.'
Toch verandert het succes wat hem betreft niets. Enter gaat onverminderd door met het enige wat hij werkelijk wil doen: romans schrijven. 'Ik ben na Grip veel gevraagd voor bijdragen aan bundels of stukken in tijdschriften, maar ik ga daar bijna nooit op in. Alleen als ik iets klaar heb liggen, anders leidt het maar af van mijn werk aan een roman. Ik wil iedere keer een zo goed mogelijk boek maken. Dat kost tijd. Iedere keer ook meer tijd dan ik me voorneem.'

Het mooie aan Enters doorbraak is dat het uitsluitend aan de kwaliteit van zijn werk is te danken. Hij is nog nooit op televisie geweest. Hij won nog nooit een grote prijs. 'Grip werd goed gerecenseerd en een paar keer genomineerd, maar het succes komt echt door mond-tot-mondreclame. Dat zag je aan de verkoopcijfers: vanaf het begin vertoonden die een langzaam opgaande lijn, met af en toe een piekje zoals toen ik de Prijs van de Lezersjury kreeg – waar ik overigens erg blij mee was.'
De schrijver houdt strikt vast aan zijn privacy. Je hoeft hem niet te vragen in hoeverre Franks ervaringen met internetdaten autobiografisch zijn. 'Laten we zeggen dat ik veel research heb gepleegd.' Je hoeft zelfs niets te vragen over iets anders dan zijn werk. 'Als ik over mijn boek kan praten, sla ik een uitnodiging van De Wereld Draait Door niet af. Zeker niet. Maar waarom zou ik opdraven om bijvoorbeeld over de Tour de France te praten? Dan ben je eerder je schrijverschap aan het prostitueren.'
Dat Grip desondanks zo veel lezers vond is voor hem dan ook een bewijs dat ze nog bestaan: 'echte lezers, die niet op basis van sensatie lezen', zoals Enter ze noemt. 'Ik ben natuurlijk hartstikke blij met 50.000 lezers, maar ik doe het niet voor zo veel mogelijk mensen. Lang dacht ik zelfs dat ik precies dezelfde boeken zou schrijven als ik na een kernramp de enige overlevende zou zijn. Nu ben ik daar van teruggekomen. Ik heb toch de uitdaging nodig: slikt het publiek wat ik bedenk?'

De eerste reacties op Compassie vielen Enter tegen. Drie sterren – op vijf – in De Volkskrant en NRC Handelsblad. Hij proefde in beide besprekingen een verlangen van de recensent naar een nieuwe Grip. Dat heeft hij juist niet willen maken. 'Waarom zou ik? Een boek schrijven moet geen maakwerk worden. Ik wil iedere keer iets schrijven dat kan mislukken. Dat is het mooiste van het avontuur van schrijven. Dat je met ieder boek ontdekt wat je mogelijkheden zijn. Dat je léért schrijven.'
Compassie is misschien zelfs het tegenovergestelde van zijn succesboek. Waar Grip een complex verhaal is dat zich op veel manieren laat duiden, is Compassie zeer helder. Boy meets girl en daarna gaat het fout. Het motto uit een sprookje van de gebroeders Grimm geeft bovendien meteen de plot weg: Jessica draagt haar schijnbaar uitzichtloze verdriet in hun korte relatie door aan Frank. Door te besluiten met een coda dat de moraal van het verhaal bevat, lijkt Compassie zelf ook op een sprookje.
Een van de uitdagingen die Enter zich in dit verhaal stelde was expliciet schrijven over seks. 'De recensent van Knack schreef destijds in zijn stuk over Grip dat ik waarschijnlijk in driedelig pak achter mijn computer zat te schrijven omdat er in mijn boeken nooit seks voorkwam. Nu heb ik misschien wel de langste cunnilingusscène uit de Nederlandse literatuur geschreven. Nou ja, misschien heeft Herman Brusselmans een langere geschreven. Dat weet ik niet.'
Belangrijker was echter de uitdaging om de balans te vinden tussen Franks liefde voor Jessica en zijn afkeer voor haar lichaam. Het moest geloofwaardig zijn hoe goed hij zich bij haar voelt omdat hij zich dankzij haar opgewektheid, warmte en de liefde van haar naasten voor het eerst wezenlijk voelt. En dat hij zich desondanks alleen met zelfopoffering toe kan zetten om met Jessica te vrijen. 'Scènes waar je om kunt lachen, maar waarbij je ook kunt denken: oei, pijnlijk.'
Zo hoopt Enter dat de lezer na afloop niet weet met wie hij compassie moet voelen. Met Jessica die onder de oppervlakte getormenteerd is en wordt belazerd. Of met Frank die voor het eerst beseft dat hij zich nooit heeft kunnen verbinden met een ander. 'Ik wil het niet benadrukken. Het woord "compassie" komt niet voor in het boek. Ik wil dat de vraag bij de lezer blijft hangen. Dat zie ik ook als het mooiste compliment dat ik kan krijgen: dat een lezer nog een paar dagen over het boek blijft nadenken.'
(Eerder gepubliceerd in De Standaard)

Zie ook:

Geen opmerkingen: