Hoe kan een
relatie ontsporen als je elkaar hebt leren kennen via internet? Stephan Enter
onderzoekt die vraag in zijn nieuwe roman. 'Ik heb misschien wel de langste
cunnilingusscène uit de Nederlandse literatuur geschreven.'
Echte lezers bestaan nog
Mensen ontmoeten
hun geliefde niet meer op dezelfde manier als twintig jaar geleden. 'Toen kwam
je iemand tegen op een sportvereniging, via vrienden of op je werk. Je wist
meteen hoe die ander bewoog, hoe die rook, wat voor stem die heeft.
Tegenwoordig ontmoeten veel mensen elkaar via internet. Dan heb je al die
informatie niet. Je ziet een foto van iemand, leest de informatie van zijn of
haar profiel, correspondeert per e-mail. Je hebt al een beeld van de ander voor
je die ontmoet.'
Dat leidt tot de
vreemdste situaties, weet Stephan Enter. 'Mensen blijken bijvoorbeeld van alles
te verzinnen. Een vriend van mij datete al drie maanden een vrouw toen bleek
dat ze man en kinderen thuis had. Of je hebt bij voorbaat een positief en leuk
gevoel bij iemand waardoor je totaal verrast bent als ze bij de vierde
ontmoeting opbiecht aan de antidepressiva te zitten. Als je iemand op een
sportveld ontmoet, sta je nog blanco tegenover de ander en vallen de
voortekenen je eerder op.'
De 41-jarige
schrijver werkte al jaren aan een social
comedy à la Jane Austen. Maar dit gegeven hield hem zo bezig dat hij dat
project tijdelijk liet liggen – temeer omdat hij nog nooit een roman had
gelezen die de effecten van internetdating onderzoekt. 'De online datingbureaus
zwijgen er al helemaal over. Die schilderen internetdaten af als normaal of
zelfs ideaal. Maar het is toch vreemd om bij de eerste ontmoeting meteen te
weten dat je allebei actief op zoek bent naar een relatie?'
Het resultaat van
een jaar broeden en schrijven verscheen vorige maand. Compassie beschrijft de korte relatie tussen de geborneerde Frank
en de Nederlands-Duitse promovenda Jessica. Hij beschouwt zichzelf als een getalenteerde
minnaar. De bijna-veertiger is gewend van vriendin naar vriendin te fladderen.
Zij heeft daarentegen op haar 32e geen enkele ervaring in de liefde. Al snel
denkt Frank te weten waarom: ze heeft een onaantrekkelijk lichaam en is
daardoor te onzeker geworden.
'Maar hij vindt Jessica
al té leuk voor hij daar achter komt. Door haar foto. Door haar profieltekst,
die afwijkt van de gebruikelijke onzin over hoe funloving iedereen is. En in de e-mail zegt ze te twijfelen
of hij bij haar past. Dat is juist wat bij een blasé persoon als Frank werkt.
En dan ontstaat de situatie dat hij zich zo goed bij haar voelt dat hij,
ondanks dat hij haar totaal niet aantrekkelijk vindt, besluit tot haar promotie
bij haar te blijven, zodat ze tenminste een goede herinnering aan haar eerste
relatie heeft.'
Er zullen meer
lezers nieuwsgierig zijn naar een nieuwe Enter dan ooit tevoren. Met zijn vierde
roman Grip brak de voortreffelijk
stilist door naar een groter publiek. Sinds het verschijnen drieëneenhalf jaar
geleden zijn er 50.000 exemplaren van verkocht in Nederland en Vlaanderen. Het
boek over de vraag hoe om te gaan met vergankelijkheid aan de hand van een
reünie won de Prijs van de Lezersjury van de Gouden Boekenuil. En het werd
vertaald in het Duits, Noors, Italiaans, Frans en Hongaars.
'Grip heeft me veel gebracht', vertelt
Enter in zijn Utrechtse bovenwoning. 'Financieel in de eerste plaats. Ik kan
een aantal jaren vooruit zonder dat ik me druk hoef te maken over de vraag of
ik een baantje moet zoeken. Dat is het prettigst, de vrijheid die succes geeft.
En ik kreeg opeens uitnodigingen als voor de Avond van Wetenschap en
Maatschappij. Een avond voor ministers en allerlei notabelen in de Ridderzaal
in Den Haag waar ze dan ook een schrijver bij willen hebben.'
Het leukste waren
de reisjes die hij – op kosten van buitenlandse uitgevers – kon maken om het
verschijnen van vertalingen op te luisteren. 'Behalve dat het een luxe is als
een week lang alles voor je wordt betaald, krijg je een mooi inkijkje in hoe
het er in andere landen in de literatuur aan toegaat. Ik kan je vertellen dat
een schrijver in elk land met meer egards wordt behandeld dan in Nederland. In
Duitsland ben je meteen de zeer geëerde heer de schrijver.'
Toch verandert
het succes wat hem betreft niets. Enter gaat onverminderd door met het enige
wat hij werkelijk wil doen: romans schrijven. 'Ik ben na Grip veel gevraagd voor bijdragen aan bundels of stukken in
tijdschriften, maar ik ga daar bijna nooit op in. Alleen als ik iets klaar heb
liggen, anders leidt het maar af van mijn werk aan een roman. Ik wil iedere
keer een zo goed mogelijk boek maken. Dat kost tijd. Iedere keer ook meer tijd
dan ik me voorneem.'
Het mooie aan Enters
doorbraak is dat het uitsluitend aan de kwaliteit van zijn werk is te danken.
Hij is nog nooit op televisie geweest. Hij won nog nooit een grote prijs. 'Grip werd goed gerecenseerd en een paar
keer genomineerd, maar het succes komt echt door mond-tot-mondreclame. Dat zag
je aan de verkoopcijfers: vanaf het begin vertoonden die een langzaam opgaande
lijn, met af en toe een piekje zoals toen ik de Prijs van de Lezersjury kreeg –
waar ik overigens erg blij mee was.'
De schrijver houdt
strikt vast aan zijn privacy. Je hoeft hem niet te vragen in hoeverre Franks
ervaringen met internetdaten autobiografisch zijn. 'Laten we zeggen dat ik veel
research heb gepleegd.' Je hoeft zelfs niets te vragen over iets anders dan
zijn werk. 'Als ik over mijn boek kan praten, sla ik een uitnodiging van De Wereld Draait Door niet af. Zeker
niet. Maar waarom zou ik opdraven om bijvoorbeeld over de Tour de France te
praten? Dan ben je eerder je schrijverschap aan het prostitueren.'
Dat Grip desondanks zo veel lezers vond is
voor hem dan ook een bewijs dat ze nog bestaan: 'echte lezers, die niet op
basis van sensatie lezen', zoals Enter ze noemt. 'Ik ben natuurlijk hartstikke
blij met 50.000 lezers, maar ik doe het niet voor zo veel mogelijk mensen. Lang
dacht ik zelfs dat ik precies dezelfde boeken zou schrijven als ik na een
kernramp de enige overlevende zou zijn. Nu ben ik daar van teruggekomen. Ik heb
toch de uitdaging nodig: slikt het publiek wat ik bedenk?'
De eerste
reacties op Compassie vielen Enter
tegen. Drie sterren – op vijf – in De
Volkskrant en NRC Handelsblad.
Hij proefde in beide besprekingen een verlangen van de recensent naar een
nieuwe Grip. Dat heeft hij juist niet
willen maken. 'Waarom zou ik? Een boek schrijven moet geen maakwerk worden. Ik
wil iedere keer iets schrijven dat kan mislukken. Dat is het mooiste van het
avontuur van schrijven. Dat je met ieder boek ontdekt wat je mogelijkheden
zijn. Dat je léért schrijven.'
Compassie is misschien zelfs het tegenovergestelde
van zijn succesboek. Waar Grip een
complex verhaal is dat zich op veel manieren laat duiden, is Compassie zeer helder. Boy meets girl en daarna gaat het fout.
Het motto uit een sprookje van de gebroeders Grimm geeft bovendien meteen de
plot weg: Jessica draagt haar schijnbaar uitzichtloze verdriet in hun korte
relatie door aan Frank. Door te besluiten met een coda dat de moraal van het
verhaal bevat, lijkt Compassie zelf
ook op een sprookje.
Een van de
uitdagingen die Enter zich in dit verhaal stelde was expliciet schrijven over
seks. 'De recensent van Knack schreef
destijds in zijn stuk over Grip dat
ik waarschijnlijk in driedelig pak achter mijn computer zat te schrijven omdat
er in mijn boeken nooit seks voorkwam. Nu heb ik misschien wel de langste
cunnilingusscène uit de Nederlandse literatuur geschreven. Nou ja, misschien
heeft Herman Brusselmans een langere geschreven. Dat weet ik niet.'
Belangrijker was
echter de uitdaging om de balans te vinden tussen Franks liefde voor Jessica en
zijn afkeer voor haar lichaam. Het moest geloofwaardig zijn hoe goed hij zich
bij haar voelt omdat hij zich dankzij haar opgewektheid, warmte en de liefde
van haar naasten voor het eerst wezenlijk voelt. En dat hij zich desondanks
alleen met zelfopoffering toe kan zetten om met Jessica te vrijen. 'Scènes waar
je om kunt lachen, maar waarbij je ook kunt denken: oei, pijnlijk.'
Zo hoopt Enter dat de lezer na afloop niet weet met wie hij
compassie moet voelen. Met Jessica die onder de oppervlakte getormenteerd is en
wordt belazerd. Of met Frank die voor het eerst beseft dat hij zich nooit heeft
kunnen verbinden met een ander. 'Ik wil het niet benadrukken. Het woord
"compassie" komt niet voor in het boek. Ik wil dat de vraag bij de
lezer blijft hangen. Dat zie ik ook als het mooiste compliment dat ik kan
krijgen: dat een lezer nog een paar dagen over het boek blijft nadenken.'
(Eerder gepubliceerd in De Standaard)
Zie ook:
- Stephan Enter over 'Grip' (2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten