Opereren op een kleine markt en toch relevante digitale
producten brengen voor de doelgroep. Dat doet Boekencentrum met Preekwijzer. We
steken hiermee behoorlijk onze nek uit, met alle risico's van dien', zegt
uitgever Arjen van Trigt.
Elk jaar was het een vaste waarde in de aanbiedingscatalogus
van Boekencentrum Uitgevers: de nieuwe Postille.
Tweehonderd pagina's met schetsen voor een preek, voor iedere zon- en feestdag
één, aangevuld met artikelen over onderwerpen als het gebed, leven met God,
christelijke meditatie, het geweten en natuurlijk: de kunst van het preken. Zo
bevatte de 65e en allerlaatste editie (2013-2014) een inleiding over het
gebruik van een beamer tijdens de preek. 'Ieder jaar liep het aantal abonnementen en de losse verkoop
terug', vertelt uitgever Arjen van Trigt. 'Op het laatst drukten we er duizend.
Daar hielden we er een paar honderd exemplaren van over. Voor een deel kwam dat
omdat de inhoud zich verplaatste naar internet. Er bestonden al lange tijd
Yahoo-nieuwsgroepen waar predikanten elkaar tips gaven en onderling informatie
uitwisselde. Moesten we dan doorgaan met ieder jaar een nieuwe editie tot het
niet meer uit kon?'
Natuurlijk niet. Begin oktober lanceerde Boekencentrum ter
vervanging van de Postille het digitale
– en inhoudelijk veel rijke – platform Preekwijzer.nl. De site bevat alles wat
een predikant nodig kan hebben voor de voorbereiding op de verkondiging van
Gods woord: honderden preekschetsen, tientallen artikelen, een forum, materiaal
voor kindermomenten, een agenda. Nu nog is het grotendeels afkomstig uit de
archieven van Postille en andere
tijdschriften, maar er wordt ook nieuw materiaal geschreven.
De laatste Postille,
nog steeds te bestellen, kost 19,90 euro. Toegang tot de Preekwijzer kost 99
euro per jaar of 9,95 per maand. 'Een behoorlijk verschil', erkent Van Trigt,
'Maar we hebben gekeken naar wat normaal is voor vergelijkbare communities. Omdat de Preekwijzer veel
meer biedt, is het ook te rechtvaardigen. In het begin werd er wel geklaagd dat
de site nog in opbouw is. Terecht. Daarom kostte de eerste drie maanden een
jaarabonnement 69 euro.'
Gespecialiseerde uitgaven op de markt brengen voor een
nichemarkt als predikanten is bepaald geen gegarandeerde vetpot. Van Trigt
schat de doelgroep van Postille en
Preekwijzer op maximaal 5.000 predikanten in de volle breedte van
protestants-christelijk Nederland. 'Alleen de uiterste vleugels zal zich niet
in de schetsen herkennen.' Daarnaast is er een ongeveer even grote
geïnteresseerden, inclusief lekenpredikanten, die af en toe als vrijwilliger op
de kansel staan.
Digitale producten rendabel op de markt brengen is helemaal moeilijk.
Een project als Preekwijzer vergt nogal wat investering – in geld én knowhow.
'Dat is niet vanzelfsprekend op te brengen voor een christelijke uitgeverij. De
meeste zijn zelfstandig en klein. Samen met Kok en Jongbloed behoren wij nog
tot de grootste drie. Daarom kleeft er best een risico aan Preekwijzer,' zegt
Van Trigt, 'al hebben we het natuurlijk zo begroot dat we er niet failliet aan
kunnen gaan.'
Hij kent dan ook weinig vergelijkbare producten in het
christelijke boekenvak. Erdee Media Groep heeft Digibron Bookstore, waarin
Boekencentrum, Kok, Jongbloed en De Banier participeren (zie kader). De laatste
twee uitgeverijen hebben ieder een ook vrouwenplatform: Kok Puur! (Puurvandaag.nl) en Jongbloed Sestra (Sestra.nl). 'Al zien deze sites
er aantrekkelijk uit, in hoofdzaak zijn dat etalages voor papieren uitgaven,'
vindt Van Trigt. Daarnaast hebben sommige tijdschriften een eigen website. Dat
is het eigenlijk.
Zelf heeft Boekencentrum sinds anderhalf jaar ook
Pastorwijzer.nl. Een hulpmiddel voor pastoraal werkers, tienduizenden
vrijwilligers in heel Nederland, die daar informatie over allerlei problemen
kunnen vinden, de manier waarop je daarover kunt praten, en relevante
Bijbelteksten. Het idee is dat ze vlak voor een huisbezoek op hun mobiel de
benodigde informatie opzoeken, de teksten zijn dus bondig en op alle devices te lezen. Prijs: 29,90 euro per
jaar.
Analoog blijven uitgeven is voor Boekencentrum in ieder
geval geen optie. 'Ons publiek gebruikt net zo intensief laptops, smartphones
en tablets als iedereen. In 2009 begonnen we daarom al met e-boeken en apps.
Toen geloofden we nog dat we allemaal betaalde apps op onze telefoon zouden
willen. Dat heeft niet gewerkt. De verkoop bleef gering, de prijs staat enorm
onder druk en daarmee ook het verdienmodel. Toen kwamen we uit op een all you can read-abonnement op het web.'
Er zijn weinig concurrerende uitgaven voor de Preekwijzer.
Op het gebied van preekvoorbereiding bestaan enkele particuliere of kerkelijke
initiatieven. Van Trigt noemt bescheiden sites als Tijdschriftvoorverkondiging.nl
en Geloofwaardigspreken.nl en het platform over preken Areopagus, waarmee hij samenwerkt.
De Yahoo-nieuwsgroep bestaat ook nog, 'maar die vorm is verouderd, omdat het
via e-mail werkt. Van iedere reactie krijg je een aparte e-mail. Dat wil je
niet meer.'
Dat neemt niet weg dat de Preekwijzer geen halfbakken
product kan zijn. De concurrentie is gratis content. 'Dus moet je betere inhoud,
betere service en betere techniek hebben. De helpdesk bijvoorbeeld moet echt
goed werken. We kunnen niemand in dienst nemen die 24 uur per dag vragen
beantwoordt. Gelukkig hebben we nu een freelance webmaster – een predikant met
digitale interesse. Hij volgt ook klachten op die we via Twitter of Facebook
opvangen.'
Vier maanden na lancering is het aantal abonnees conform
verwachtingen – zonder dat Van Trigt exacte aantallen noemt. Om het platform op
deze manier in de lucht te kunnen houden zijn er uiteindelijk '1500 à 2000
abonnees' nodig. Als je bedenkt dat er altijd predikanten zijn die hun eigen
preken schrijven, andere bronnen aanboren of aan papier blijven hechten, is dat
een fors percentage van de maximaal denkbare doelgroep. En de benodigde massa
moet in drie jaar tijd zijn bereikt.
'Gelukkig is de doelgroep goed georganiseerd', zegt van
Trigt. 'We kunnen hen via hun bladen en podia gericht benaderen. Het beste
werkt digitaal – via banners, Google Ads, ons eigen blog Theoblogie.nl, sociale
media en dergelijke. Je wilt ze met één druk op de knop meteen kunnen leiden
naar de plek waar ze een abonnement kunnen afsluiten. We zien ook na iedere
nieuwsbrief die we versturen een klein piekje in nieuwe abonnees.'
[NB. Op 2 april jl. twitterde Preekwijzer dat de 2200e gebruiker een account had aangemaakt.]
De eerste stap bij het opzetten van Preekwijzer.nl was het
formeren van een redactie, die auteurs benadert tot het schrijven van
preekschetsen en artikelen. Dat is met opzet een interkerkelijke redactie. 'Postille had dat niet. Het was van
oudsher gebonden aan de Nederlands-Hervormde Kerk, later de PKN. Daardoor had
het een bepaald imago. Dan is het een groot voordeel als je helemaal opnieuw
kunt beginnen: je kunt een groter publiek aanboren. Daarom hebben we die
ouderwetse naam niet gehandhaafd.'
Van Trigt zat aanvankelijk zelf in de redactie, maar droeg
dat per 1 april over aan Esther van der Panne, die onlangs voor twee dagen per
week is benoemd als community manager. Haar voornaamste taak is het zorgen voor
een dynamische site, die nieuwsberichten toevoegt, nieuwe samenwerkingen
aangaat maar ook real live events als
studiedagen organiseert. 'De community manager is in feite een geheel nieuwe
functie, waarvoor we iemand omscholen. Zo zie je ook het takenpakket in de
uitgeverij veranderen.'
Hoe de community manager zich gaat ontwikkelen, kan Van
Trigt eigenlijk niet zeggen. 'Het is een kwestie van trial and error. We moeten ontwikkelingen uit het veld volgen, maar
ook zelf discussies op gang brengen. We moeten nog meer samenwerkingen zoeken.
En natuurlijk moeten we het rechtstreekse contact met predikanten proberen te
benutten door hen via Preekwijzer andere producten aan te bieden. Maar hoe dat
zal werken, gaan we nog merken.'
Hetzelfde geldt voor de alle plannen voor nieuwe platforms in
de toekomst: Kerkliedwijzer, Bijbelstudiewijzer. Eerst maar eens zien hoe
succesvol Preekwijzer en Pastorwijzer zullen zijn. 'Kunnen we advertenties
binnenhalen? Het lijkt dat betalen voor content op internet geaccepteerd wordt.
Maar: is het genoeg? Wil men betalen wat wij vragen? Hoe hou ik de kosten in de
hand. Die zijn bij digitale producten erg hoog. Het is echt pionieren.'
KADER
Predikanten en andere belangstellenden kunnen voor
studiemateriaal ook terecht bij Digibron Bookstore van Erdee Media Groep. Vier
uitgeverijen bieden op deze site (bookstore.digibron.nl) christelijke
non-fictie aan uit de backlists van Kok, Boekencentrum, Jongbloed en De Banier,
die ook per hoofdstuk te bestellen is. De prijs wordt bepaald door het aantal
bestelde pagina's – 0,055 cent per pagina voor een POD-uitgave, 0,03 cent voor
een ePub.
Negen maanden na de start heeft Digibron Bookstore 'nog niet
opgeleverd wat we ervan willen', zegt projectleider Jan Reijnoudt, zonder het
aantal bestellingen te kwantificeren. 'Het verbaast ons ook niet, omdat er nog
te weinig content op staat'. Bij de start waren dat circa vijftig titels,
sindsdien zijn er in weerwil van gemaakte afspraken maandelijks titels aan te
leveren welgeteld vijf bijgekomen. 'Uitgevers weten nog niet precies wat er in
moet. Daarom stellen ze zich wat afwachtend op.'
Toch geven Erdee Media Groep en de betrokken uitgeverijen niet
op. Daarvoor zijn ze te bewust dat platforms als Digibron Bookstore de toekomst
zijn. 'We hebben in december afgesproken dat de vier uitgeverijen elk vijftig
titels van gemiddeld tweehonderd pagina's aanleveren. Daarna zullen we opnieuw
een campagne doen. Titels verzamelen is best moeilijk, blijkt. Ik heb ze nu van
één uitgeverij binnen.'
Reijnoudt zal Digibron Bookstore dan ook geen doodgeboren
initiatief willen noemen. 'Integendeel. Het moet alleen nog springlevend
worden. We hadden ook geen winst begroot voor 2015 en we verwachten ook niet
dat het binnen vijf jaar de kurk is waar de uitgeverij op drijft, maar in zulke
platforms moeten we wél investeren.'
(Eerder verschenen in Boekblad magazine, april 2015)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten