vrijdag 16 december 2016

Interview Vinnie Ko: 'Je blijft altijd op 95% van een moedertaalspreker steken' (Taalunie:Bericht)

Zeven jaar geleden kwam Vinnie Ko als student naar Nederland. Nu publiceert de Zuid-Koreaan een boek over zijn ervaringen met de taal. 'Brabants en Limburs klonk zó anders dat ik me niet goed kon concentreren op het gesprek zelf.'

Het verraste Vinnie Ko zelf ook dat hij een boek wilde schrijven in zijn geadopteerde taal. De Zuid-Koreaan, destijds masterstudent statistiek, had op de cursus Nederlands van het universitaire Talencentrum alle niveaus doorlopen. Op zoek naar betaalbare vervolgcursussen stuitte hij op het Taalmaatjes-programma van Humanitas. Maar: dat was uitsluitend bedoeld voor vluchtelingen. Toen hij bij de organisatie langsfietste om zijn eigen zaak te bepleiten, hoorde hij zichzelf opeens zijn diepste verlangen uitspreken.
Die onverwacht geuite wens om te gaan schrijven was de kiem van de vorige maand verschenen bundel columns Met hartelijke groente. De medewerker van Humanitas bracht Ko in contact met de dichter Fred Penninga, die hem om de paar weken nieuwe schrijfopdrachten gaf. Penninga vond zijn stukken zo leuk dat hij Ko aanmoedigde ze op te sturen naar De Groene Amsterdammer. Daarna ging het snel. Het weekblad wilde zijn aanstekelijke, opmerkzame columns over taal graag online plaatsen. Na drie stukken meldden zich al meerdere uitgeverijen.

De eerste keer dat Ko Nederlands hoorde, vond hij de taal 'zowel zacht en rond als stekelig', vertelt hij op Utrecht Centraal. Dat exotische is er af. Nu hij de woorden begrijpt, concentreert hij zich op de betekenis. 'Behalve toen ik Brabanders en Limburgers leerde kennen. Dat klonk zó anders dat ik me niet goed kon concentreren op het gesprek zelf.' Maar hij vindt Nederlands nog altijd een mooie taal. 'Het is rechttoe rechtaan. Overzichtelijk, als je eenmaal de uitzonderingen onder de knie hebt. Dat weerspiegelt hoe mensen hier denken.'
Aanvankelijk voelde Ko weinig drang om Nederlands te leren. Hij volgde een Engelstalige studie psychologie. Na zijn switch naar wiskunde veranderde dat. En toen wilde hij de taal ook echt goed leren. 'Op de cursus krijg je complimenten dat je zo goed spreekt. Maar als je dan in de echte wereld komt merk je dat het niet goed genoeg is. Als ik naar het gemeentehuis ging, kende ik zoveel termen niet. In simpele mailtjes maakte ik zo veel fouten. In talencursussen leer je net genoeg om te communiceren. Dat was niet voldoende voor mij.'
 Hij maakte het zichzelf daarom moeilijk. Hij probeerde bijvoorbeeld te vermijden dat Nederlanders in het Engels tegen hem bleven praten – door weg te blijven uit een internationaal studentenhuis. 'De vier Nederlanders met wie ik samenwoonde konden het echt niet schelen als ik dingen niet meekreeg. Ik moest maar zorgen dat ik ze begreep. De jongens haalden ook voortdurend grapjes uit. Ik pikte daardoor woordjes op die mijn cursusgenoten niet kenden omdat ze weinig kans hadden hun Nederlands te gebruiken. Vet, chill, meisjes scoren.'

Hoe goed Ko ook heeft geleerd Nederlands te spreken, hij weet: hij wordt nooit zo goed als een moedertaalspreker – ongeacht alle taalfouten die Nederlandstaligen zelf maken. 'De taal is niet moeilijk om te leren. Ik hou als wiskundige van logica. De grammatica van een taal is ook logisch. Al zijn er afwijkingen, natuurlijk. Waarom is het 'een maand, twee maanden' maar "een jaar, twee jaar"? Maar die kun je leren. En toch blijf je steken op 95 %. Die laatste 5% kun je gewoon niet inhalen op een moeder­taalspreker.' 
Wat hoort daarbij? De exacte zinsstructuur, somt Ko op. Scheldwoorden. Hij heeft niet de juiste gevoelswaarde van scheldwoorden meegekregen om ze perfect toe te passen. 'En dan duiken er altijd weer woorden en uitdrukkingen op die je in zulke specifieke situaties gebruikt dat ik ze alleen ken als ik die situaties heb meegemaakt. "Mijn boek is uit" bijvoorbeeld. Tot voor kort betekende dat voor mij alleen: ik heb het gelezen. Maar het blijkt ook iets anders te kunnen betekenen. Eerst was mijn boek af, nu is hij uit.'
Beter zal Ko's taal niet meer kunnen worden. Al helemaal niet nu hij een paar maanden geleden naar Oslo is verhuisd om daar te promoveren en direct een achteruitgang bespeurt. Hij moet in korte tijd Noors leren om volgend studiejaar in die taal les te kunnen geven. 'Dat is echt geen moeilijkere taal dan Nederlands, maar Noors is niet gestandaardiseerd. Iedereen praat zijn eigen dialect. Zelfs de nieuwslezer op tv. En omdat het land zo groot en dunbevolkt is, zijn er veel verschillende dialecten. Echt superlastig voor een buitenlander.'

*****
In Met hartelijke groente beschrijft Vinnie Ko zestig ervaringen met de Nederlandse taal en cultuur. Wat geef je wanneer een collectant vraagt of je 'iets' over hebt voor de kankerbestrijding? Wanneer is 'opdagen' geen goed synoniem voor 'langskomen'? En wie zijn er allemaal jarig op een verjaardagsfeestje? Ko toont iedere keer opnieuw de gave om zijn gestuntel met de wonderlijke taal even eerlijk als geestig op te schrijven.
(Eerder gepubliceerd op Taalunie:Bericht, 7 dec)

1 opmerking:

Melanie zei

Erg bijzonder hoe hij de Nederlandse taal eigen heeft gemaakt! Daar kunnen zelfs een heleboel Nederlanders niet aan tippen.