donderdag 21 maart 2013

De mythe van Jan Siebelinks succes


Jan Siebelink publiceerde dertig jaar zonder veel erkenning. Zijn boeken wonnen zelden tot nooit prijzen en gelezen werden ze maar door een handvol liefhebbers. Tot 2005, toen hij Knielen op een bed violen publiceerde waarvan het succes krankzinnige proporties aannam en zijn oeuvre integraal werd ontdekt door een publiek dat naar méér Siebelink smachte.
Zo ongeveer zat het in mijn hoofd. Maar het is een mythe, begrijp ik uit het ter gelegenheid van een expositie in het Letterkundig Museum verschenen Schrijversprentenboek Jan Siebelink Het wonder dat mij is geschied. Of beter: uit de bibliografie van afzonderlijk verschenen werken.
Neem zijn debuut Nachtschade uit 1975: vijf drukken vóór 2005. Zijn eerste roman Een lust voor het oog: drie drukken vóór 2005. De herfst zal schitterend zijn: elf drukken voor 2005. En zijn grootste succes voor zijn doorbraak – nota bene een verhalenbunel – Laatste schooldag: twaalf drukken vóór 2005.
De oplages ken ik niet, maar dat is een drukgeschiedenis waar menig auteur jaloers op zal zijn. Het zeer uitgebreide oeuvre van Willem Brakman haalde nooit (of toch één keer?) een herdruk, om maar een PC Hooftprijs-winnaar te noemen. 
Gek genoeg zijn het juist de romans die Siebelink na 2005 publiceerde die betrekkelijk weinig zijn herdrukt – vanwege het feit dat de startoplage veel hoger was, maar toch. Suezkade is aan zijn vierde druk toe. Het lichaam van Clara idem. En van het vorig jaar verschenen Oscar was na dik een half jaar de eerste druk nog altijd niet uitverkocht.

Zie ook:

Geen opmerkingen: