Eigenlijk is Kees van Kooten in de eerste plaats schrijver. In ruim een halve eeuw schreef hij een boekenkast vol. Het Boekenweekgeschenk van dit jaar is een synthese van alle sterke punten van zijn schrijverschap.
‘Dit is het beste wat ik kan maken’
1941
Eerst maakte vader Van Kooten de mobilisatie en de vijf dagen durende oorlog mee. Daarna was er tijd voor nageslacht. Op 10 augustus 1941 krijgen hij en Annie Snaauw hun eerste kind. De jongen wordt de derde opeenvolgende Cornelis Reinier in de familie. Alleen de roepnaam verschilt. Opa heet Kees, hijzelf Bill en de baby weer Kees. Bijna 72 jaar later zal zijn zoon over zijn militaire maanden het Boekenweekgeschenk schrijven. De verrekijker moet antwoord geven op de vraag of hij ten onrechte een verrekijker heeft gevorderd of niet – desnoods met behulp van zijn fantasie.
1960
Nog geen twintig jaar oud, of Kees van Kooten maakt zijn officiële literaire debuut. Het gedicht ‘Geef het nu maar toe’ verschijnt in Een 10 voor de de 10-ers, een bloemlezing uit Nederlandse schoolbladen: ‘ons strijden met / stilleverdrietvogels / defilee / goeieouwetijdzeggers / zinloos.’ De kiemen van zijn goedmoedig, maar o zo spitsvondig spel met woorden zijn hierin al in aanwezig.
1967
Weekblad de Haagse Post geeft Van Kooten een column, die al een groeiende bekendheid heeft opgebouwd als tekstschrijver van de cabaretgroep Lurelei en radiomaker. Oud-klasgenoot aan het Dalton Lyceum Wim de Bie en hij zijn voor de VARA De Klisjeemannetjes. Ook in zijn columns ontmaskert de kortstondige copywriter de clichés achter modern taalgebruik. De bundelingen van deze ‘treitertrends’ zijn de eerste titels van zijn officiële bibliografie.
1973
Zijn leven lang leest Van Kooten nauwgezet de kranten. Wat hem opvalt, knipt hij uit. In dit jaar leidt dat tot de eerste van veertien Bescheurkalenders. Tot op de dag van vandaag laat hij zijn recentste knipsels zien op zijn antieke epidiascoop, die hij naar al zijn optredens meesleept. Samen met zijn even onnavolgbare als snedige commentaar. Ook bij de presentatie van De verrekijker gaf hij zo commentaar op het boekenvak dat bestellingen in zijn ogen te snél aflevert. Zo verdwijnt de voorpret.
1974
Wie schrijft, is koning met een publiek van tienduizenden. Wie tv maakt, mag hopen op miljoenen. Daarom staat de man die al meer dan een halve eeuw schrijft, nog altijd hoofdzakelijk bekend als tv-maker. Op 6 november is de eerste uitzending te zien van Het simplistisch verbond, het programma dat het duo Koot & Bie onder wisselende namen 24 jaar onafgebroken maakte. Opmerkelijk genoeg kregen beiden vlak daarvoor hun eerste van een handvol Zilveren Nipkow-schijven voor hun tv-werk. Deze danken ze aan hun bijdrage aan programma’s als Hadimassa en Het gat van Nederland.
1977
Vrouw Barbara. Zoon Kasper (1971). Vriend De Bie. Opa. Dochter Kim (1974). Allemaal figureren ze in Koot droomt zich af, de nieuwe bundeling HP-columns. Met deze wekelijkse stukken maakt Van Kooten een start met de autobiografie waarin hij inmiddels decennialang doorwerkt. Wie ze ooit in de juiste chronologische volgorde zet, zal een verrassend coherente roman lezen: van overvloedig aanwezige jeugdherinneringen – ook in De verrekijker – tot aan de odes van opa Kees voor zijn kleinzoon in Episodes (2007).
1982
In het eerste verhaal uit de bundel Veertig reflecteert Van Kooten op het schrijverschap. Hij krijgt van zijn vrouw twee weken Frankrijk cadeau om in alle rust aan zijn oeuvre te werken. Hij heeft de middelbare leeftijd bereikt, het moet er nu maar eens van komen. Maar losgerukt van gezin en werk krijgt hij niets uit zijn pen. Hoogstens een stukje voor het Vlaamse blad Humo, waarvoor hij tegenwoordig columns pent. Hij beseft dat daar zijn grens als schrijver ligt: stukjes, mijmeringen, dat is zijn stiel.
1987
In de jaren tachtig is de populariteit van Van Kootens schrijverschap op zijn hoogst. Van Koot graaf zicht autobio (1979) tot Zwemmen met droog haar (1991), dat een jaar later het bestverkochte boek van het jaar blijkt te zijn – iedere publicatie wordt gevroten. De liefde van de lezer culmineert in Van Kootens uitverkiezing in 1987 tot de meest geliefde schrijver van het land. Live op televisie neemt dochter Kim namens hem de eerste Publieksprijs voor het Nederlandse Boek in ontvangst.
1998
Wat valt er nog toe te voegen aan meer dan dertig jaar radio en tv? Het besluit te stoppen bij de VPRO maakt de weg vrij om schrijfplannen die meer tijd en energie kosten eindelijk uit te voeren. Van Kooten schrijft langer werk. Experimenteert met nieuwe genres als het kinderboek (Het schaampaard, 1999) en toneel (Wina zingt, 2002). En verzorgt bloemlezingen, zoals van de Amerikaanse dichter Billy Collins, die hij – in 2010 – zelf vertaald.
2000
Annie, het eerbetoon aan zijn dementerende moeder, is waarschijnlijk het hoogtepunt uit het oeuvre. In nauwelijks zestig bladzijdes schetst Van Kooten een ontroerend beeld van haar liefde en inzet voor hem – én zijn inzet voor haar, vooral in de laatste maanden, waarin de aftakeling totaal is. Het boek bevat een aantal haiku’s van moeder van Kooten. In 1987 waren die op initiatief van haar zoon al in eigen beheer gebundeld onder de titel Waarlangs streek de wind.
2004
De toekenning van de Gouden Ganzenveer betekent de definitieve canonisatie van een televisiemaker in het pantheon van de Nederlandse letteren. Iemand die zo veel woorden aan de taal heeft toegevoegd – regelneef, jemig de pemig, doemdenken, oudere jongere – verdient ook niet anders. Drie jaar later zal het Genootschap Onze Taal Van Kooten (en De Bie) om dezelfde vindingrijkheid het erelidmaatschap aanbieden.
2013
Een jaar of twintig geleden moest Van Kooten nee zeggen tegen het verzoek om het Boekenweekgeschenk te schrijven. Geen tijd. Nu hapt hij direct toe. De novelle van 92 pagina De verrekijker bevat alles wat zijn gehele oeuvre kenmerkt. Een nostalgische hang naar het verleden. Taal- en vormgrapjes. Originele maatschappijkritiek, verpakt in prikkelende terzijdes. De luchtig gevoerde strijd tegen clichés. En een familiegeschiedenis. ‘Dit is het beste wat ik kan maken’, zegt Van Kooten er dan ook zelf over.
(Eerder verschenen in BOEK 2, 2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten