zondag 24 maart 2013

Des romans français: J.M.G. Le Clézio, ‘Het refrein van de honger’


Parijs, Mauritanië, een Indisch paviljoen, de rotsachtige kust van Bretagne, Nice; belangrijke plaatsen in het leven van Ethel, een meisje met zelfzuchtige ouders dat te midden van een dreigende Tweede Wereldoorlog volwassen zal moeten worden. Ze is de centrale figuur in Het refrein van de honger (‘Ritournelle de la faim’) van Nobelprijswinnaar J.M.G. Le Clézio. Ethel groeit op in Parijs, waar haar oudoom Samuel Soliman optreedt als haar mentor en haar probeert voor te bereiden op het echte leven. Soliman is vermogend en tijdens een bezoek met Ethel aan de wereldtentoonstelling koopt hij het Indische paviljoen, een tempelachtig houten huis met een rimpelloze vijver in de binnentuin. Voor zichzelf, maar eigenlijk voor haar. Staan deze tempel en de vijver symbool voor de vredige situatie waarin Ethel zich dan nog bevindt?
Het lijkt er wel op, want wanneer het huis gedemonteerd en al bij Soliman wordt afgeleverd, komt er ook een einde aan het rustige en voorspelbare bestaan van Ethel. Haar oudoom wordt ziek en komt te overlijden. Het terrein waar het huis had moeten worden opgebouwd, komt in handen van Ethels vader, Alexandre. Hoewel Ethel de enige erfgenaam is van Soliman, weet Alexander op slinkse wijze de beschikking over het vermogen te krijgen. Als ook haar hartsvriendin Xenia het laat afweten, komt ze erachter dat ze op zichzelf is aangewezen.

Ze moest de kinderjaren achter zich laten, volwassen worden. Beginnen te leven. En waarvoor allemaal? Om iemand te zijn, iemand te worden. Om zich te harden, om te vergeten.

Op het terrein waar het Indische paviljoen opgebouwd had moeten worden, laat haar vader een appartementencomplex bouwen, in de hoop van de opbrengsten ervan te kunnen leven. Maar niet voor niets had oudoom Soliman geen vertrouwen in Alexandre, want deze verliest het fortuin door slechte investeringen en aan sjacheraars die zijn geld verkeerd beleggen. Het gezin stevent af op een faillissement.
Een zomer aan de kust van Bretagne brengt nog wat verlichting. De zon en de zee doen haar even haar zorgen vergeten, en zelfs de liefde komt even om de hoek kijken. Ethel laat haar gedachten gaan terwijl zij op haar rug in het zand ligt en naar de wolken staart. De stijl van Le Clézio is bloemrijk en poëtisch:

Er waren waanzinnige bij, die harder gingen dan de andere, uiteenrafelden in wollige kluwens, in paardebloempluizen, in rietpluimen. Eronder kantelde de aarde in langzame bewegingen waar je duizelig van werd. Het rollen van de golven op het strand was een lopende motor die de zeevlakte voortstuwde, die de wereld onstuitbaar omverduwde.

De oorlog dreigt, het gezin moet Parijs verlaten en Ethel regelt het vertrek naar Nice, waar de armoede alleen maar erger wordt en honger en vernedering aanzwellen als de bekende regels uit de Boléro. Ethel herinnert zich dat ze naar de première is geweest van dit stuk van Ravel, ze was een jaar of acht en leefde nog een veilig leven. Maar ook Nice moeten ze verlaten als ze opgepakt dreigen te worden. Een dorp in de bergen wordt hun laatste bestemming, daar wachten ze het einde van de oorlog af.
Het is knap hoe Le Clézio in de huid is gekropen van een opgroeiend meisje en door haar ogen het einde van de generatie van haar ouders beschrijft. Ze wordt meegesleurd door de golfbeweging van de geschiedenis, waar ze willoos aan lijkt te zijn overgeleverd:

Je kiest je eigen geschiedenis niet uit. Die wordt je gegeven zonder dat je erom vraagt en je mag en kan hem niet weigeren.

Le Clézio blijkt het verhaal van zijn moeder te vertellen, dat zich als de muziek van de Boléro ontvouwde en steeds in heftigheid toenam. De Boléro mondt uit in een refrein dat eindeloos herhaald wordt en waar steeds meer instrumenten aan meedoen. Als een rommelende maag die naarmate hij leger wordt, harder gaat rommelen. Maar in het verhaal van Ethel gaat het over een andere honger, schrijft hij in de proloog. Om de honger naar geborgenheid, naar een veilig en rustig leven?

Geen opmerkingen: