Met deze zevenentwintigste roman vervolgt Patrick Modiano zijn prachtige en
melancholische zoektocht naar voorbije gebeurtenissen en vriendschappen. Zijn
hoofdpersonen, boekverkopers, schrijvers, dwalen door de stad,
ontmoeten vage mensen, sluiten vriendschappen met soortgelijke types
en observeren hun levens zonder er te veel deel van uit te maken. Zo ook
in Het gras van de nacht (‘L’herbe
des nuits’, vertaling Maarten Elzinga). Jean is een beginnend schrijver en
heeft gedurende enkele maanden contact met een meisje, Dannie genaamd, en
enkele van haar mannelijke kennissen.
Het gras van de nacht is een Modiano ten
top. In De horizon ('L’horizon'), zijn
vorige roman, vertrok de hoofdpersoon naar het buitenland om zijn zoektocht
naar een voorbije liefde te volbrengen. Beter werkt het wanneer de ik, zowel in
het heden als in het verleden, in en rond Parijs blijft. Die stad is het decor
waarin Modiano's personages het beste gedijen, als een soort immens doolhof
pendelen zij over verlaten avenues op en neer tussen nachtelijke cafés, louche
hotels en tijdelijk gehuurde kamers.
Het boek begint in het nu, Jean heeft een zwart schrift teruggevonden
waarin aantekeningen staan van ontmoetingen met Dannie en haar kennissen met
dubieuze achtergronden. Hij probeert de adressen te achterhalen waar ze elkaar
dertig jaar geleden ontmoetten en het hotel terug te vinden waar Dannie
logeerde en hij haar vaak ophaalde of thuisbracht. Langzaam, met behulp van de
losse krabbels in het schrift, lukt het hem het verhaal te reconstrueren.
Wie was Dannie en waarvoor was ze op de vlucht? Wat was er met dat ene
adres waar hij voor haar moest aanbellen, omdat ze het zelf niet durfde? En dan
was er nog een buitenhuis waar ze samen heengingen en waar haar kennissen niets
van mochten weten. Jean heeft er een manuscript laten liggen van een boek dat
bijna af was, maar juist na die keer was het niet meer mogelijk er heen te gaan
volgens Dannie. Hoe kwam ze aan de sleutel van dat huis en van wie was het
eigenlijk?
Flashbacks wisselen de huidige zoektocht van Jean af terwijl hij de
locaties langs loopt waar hij vroeger met deze mensen verbleef. Het zwarte
schrift brengt hem naar vroeger, maar is er wel een verleden en een heden,
vraagt hij zich af wanneer hij op een zondag door de stad dwaalt en in een wijk
terechtkomt waarin hij in de tijd van Dannie vaak kwam. Op zo’n moment opent
zich een gat in de tijd, maar zijn het dan herinneringen die bovenkomen?
Les souvenirs? Non. Ce dimanche
soir, je finissais par me persuader que le temps est immobile et que si je
glissais vraiment dans la brèche je retrouvais tout, intact.
(Herinneringen? Nee. Die zondagavond raakte ik ervan overtuigd dat de
tijd stilstaat en dat ik, wanneer ik me echt in die bres zou laten
zakken, alles onveranderd zou terugvinden.)
Had Jean een affaire met Dannie, of was het gewoon een goede vriendin?
Modiano laat vrijwel altijd in het midden wat precies de relaties zijn tussen
de hoofdpersoon en zijn vrienden. Hoe minder exact, hoe meer ruimte is er om om
de clou heen te draaien en de precieze verhoudingen of toedracht van het een of
ander in nevelen gehuld te laten. Hij licht tipjes van een sluier op. Talloze
kleine tipjes van een eindeloze sluier die de lezer nieuwsgierig maakt naar wat
eronder ligt. Telkens weer word je verleid en lees je geboeid verder, terwijl
je na al die romans, die steeds min of meer hetzelfde zijn, toch weet dat wat
er gebeurd is nooit helemaal opgehelderd zal worden.
Wat is de kracht van Modiano? Ik denk dat het met herinneringen net zo is
als met het verlangen naar een volgende vakantie of de aanschaf van een gewild
hebbeding. De route erheen is het leukste, het bezit van de zaak is het einde
van het vermaak. Zo is het ook met het verleden. Dat moet vaag blijven, een
woud waarin je op ieder gewenst moment kunt rondstruinen op zoek naar verloren
gezichten, vriendschappen of hotelkamers waar je ooit sliep. En het moet nooit
lukken het helemaal in te kleuren zoals het was. Daarom vallen reünies ook
altijd tegen, of het weerzien van een lang vergeten bekende. Gelukkig lukt het
ook niet om herinneringen vast te houden, het ene moment komen ze boven en dan
zijn we weer weg.
Puis, plus rien, comme dans ces
rêves dont il ne reste qu’un vague reflet au reveil qui s’efface au cours de la
journée.
(Daarna, niets meer, als in een droom waarvan bij het
wakker worden alleen een vaag beeld overblijft dat in de loop van de
dag in het niets oplost.)
Ik kijk uit naar de volgende roman van Patrick Modiano en zal intussen oude
favorieten herlezen, zoals Remise de
peine of Du plus loin de
l’oubli. Of deze roman.
Zie ook van Patrick Modiano:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten