Nooit van Walter van
den Berg gehoord? En toch geprikkeld om Van
dode mannen win je niet te lezen? Geef hem dan een eerlijke kans. Wie een
paar zinnen leest, om zijn proza te proeven, valt het op hoe eenvoudig zijn
idioom is en stoort zich aan de vele herhalingen: op pagina 6 staat drie keer
in vier regels ‘weer’. Van den Berg moet het hebben van de bedwelmende kracht
van zijn stijl. Die voel je alleen als je je erin onderdompelt.
Ook in zijn derde
roman zuigt de verteller je genadeloos zijn hoofd binnen. Hij introduceert zich
als een harde, maar geschikte kerel. Type: grote mond, klein hartje. Hij houdt
zich aan zijn beloftes en zijn principes. Als hij moet rijden, drinkt hij dus
niet meer dan twee biertjes. Maar al gauw blijkt zijn rechtlijnigheid een schaduwkant
te hebben. Wie twijfelt aan zijn oprechtheid, ontdekt zijn gewelddadige inborst.
Zo is Van dode mannen win je niet een geslaagd
portret van een typische bikkel uit de Amsterdamse onderklasse. Een houwdegen
die leeft van onduidelijke handeltjes, geen vast woonadres heeft en weet
wanneer hij zijn charmes moet inzetten. Het is daarom des te spijtiger dat structuur
en plot van deze roman slecht uit de verf komen. Daar heeft Van den Berg zijn
mogelijkheden als schrijver duidelijk te hoog ingeschat.
Van dode mannen win je niet is
opgezet als een lange biecht aan Wesley, het zoontje van zijn ex Dimphy. Vanuit
dat perspectief zijn veel uitweidingen niet te begrijpen. Wat moet die jongen
met al die verhalen over Trudy? Ook slaagt Van den Berg er matig in om de
spanning in de relatie tussen Dimphy en de verteller op te voeren. Op een
gegeven moment is ze simpelweg zo bang dat ze op de vlucht slaat. Jammer.
Walter
van den Berg – Van
dode mannen win je niet (206 p.) – De Bezige Bij, € 18,50
(Eerder gepubliceerd in BOEK 5, 2013)
(Eerder gepubliceerd in BOEK 5, 2013)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten