donderdag 20 november 2014

Steeds meer zelfstandige redacteuren bieden uitgeverijen concentratie en distantie te huur aan (Boekblad)

Redacteuren die hun vaste baan inruilen voor een bestaan als freelancer kunnen gerust zijn. Werk genoeg. Literaire uitgeverijen huren onder invloed van de crisis en een veranderende visie op de organisatie van een uitgeverijbedrijf steeds vaker een zelfstandig redacteur in.

Een nieuwe baan zoeken of zelfstandig verder? Toen Nieuw Amsterdam in 2012 mensen ontsloeg en redacteur Arjan Post er bij gebrek aan vast contract uit moest, kwam hij voor die keus te staan. 'Omdat ik mogelijkheden zag om een zelfstandige praktijk uit te bouwen, koos ik daarvoor. Er is me later een heel mooie baan aangeboden, maar dat heb ik niet gedaan: die paste niet per se bij me.'
Sindsdien doet hij redactieklussen voor Nieuw Amsterdam, maar ook voor Nijgh & van Ditmar, Meulenhoff, Boom, De Kring en Mediawerf. 'In tachtig procent van de gevallen benadert een uitgeverij mij. Soms gaat het uit van de auteur. Als je een relatie met elkaar hebt opgebouwd, is het prettig het bij een volgend boek weer samen te doen. Een uitgeverij heeft er alleen niet altijd budget voor.'
Doorgaans werkt hij een dikke week tot twee weken aan een tekst. 'De opdracht is vaak heel concreet. De inhoud klopt, maar de toon is niet goed. Of past niet bij het beoogde publiek. Kijk daar eens naar. Of: de tien hoofdstukken zijn goed, maar de romanstructuur klopt niet. Werk daar aan. Soms is het ook meer bureauredactiewerk.'

Zoals Post zijn er de laatste jaren steeds meer redacteuren uit de literaire uitgeverij voor zichzelf begonnen. Jasper Henderson nam in 2009 al ontslag – ook bij Nieuw Amsterdam. Ingrid Meurs verliet Artemis in 2011. Harminke Medendorp ging vorig jaar juni weg bij Podium – toen nog om wat anders te gaan doen, maar in september koos ze, mede omdat ze spontaan werd benaderd door schrijvers en uitgevers, doelbewust voor het zzp-bestaan.
Henderson had vijf jaar geleden geen idee of het zou lukken te overleven als zelfstandige. Hij wilde vooral uit vaste dienst en 'kijken wat ik nog meer kan doen', vertelt hij. Hij kende niemand die als freelance redacteur voor literaire uitgeverijen werkte. 'Het was wel prettig dat ik van Nieuw Amsterdam de auteurs mocht blijven begeleiden met wie ik voor bezig was. Ik wist tenminste dát ik werk had.'
De laatste jaren echter is de trend onmiskenbaar. Uitgeverijen krimpen onder invloed van de dalende boekenmarkt in. Omdat het redactiewerk toch moet worden gedaan huren zij meer en meer freelancers in. Bovendien zijn er uitgeverijen ontstaan die bijna uitsluitend met zelfstandige medewerkers op het gebied van productie, pr én redactie werkt. Denk aan Marmer of Brandt.
'Het voordeel is dat als een uitgever loyale freelancers heeft, hij toch het gevoel heeft met een team te werken,' zegt Henderson, die veel voor Marmer doet. 'Zonder dat hij alle kosten heeft van het in dienst nemen: loonheffingen, pensioenen, vakantiegeld. Bovendien moet je al die mensen huisvesten en loop je het risico dat ze ziek worden en je hen moet doorbetalen. De overhead is veel lager.'
Daarbij zijn uitgeverijen 'soepeler' geworden. 'Ik werk nu 20 uur per week bij Lebowski – niet uit behoefte aan vastigheid, maar puur omdat ik het zo'n interessante en goede uitgeverij vind. Die constructie kan alleen omdat Oscar [van Gelderen] erop kan vertrouwen dat wat ik hier hoor ook hier blijft. En andersom: als ik met auteurs van andere uitgeverijen werk, vertrouwen zij erop dat ik hen niet pols van Lebowski. Dat protectionistische van vroeger is in het algemeen minder.'

Non-fictie- en commerciële uitgeverijen werken al langer met externe redacteuren. 'Deze uitgeverijen letten meer op de kosten,' zegt Meurs. 'Ik doe voor hen soms het hele projectmanagement van een titel. Inclusief omslag uitzetten en flaptekst schrijven. Juist bij dit soort uitgeverijen is de kantooromgeving zo open geworden dat je je niet meer kan concentreren op het inhoudelijk werk aan een manuscript.'
Literaire uitgeverijen hielden langer vast aan zelf redigeren omdat ze dat beschouwen als een belangrijke toegevoegde waarde die zij leveren. Maar dat idee is gaan schuiven. Ook onder invloed van schrijvers zelf, van wie steeds meer eigen inbreng wordt verwacht – in de eerste plaats op het gebied van publiciteit. Dat maakt, zeker voor grotere auteurs, hun positie sterker om een eigen redacteur te vragen.
De meeste zelfstandigen werken ook af en toe rechtstreeks voor auteurs. Medendorp: 'Hun manuscript is bijvoorbeeld nog pril. Dan willen zij een idee eerst uitwerken voor ze dat aan een uitgeverij aanbieden.' Dat past ook in een trend dat uitgevers minder boeken uitgeven en dus strenger zijn bij hun keuze voor bepaalde titels. 'Ook zijn sommige auteurs minder gelukkig met de redactie in huis. Dan willen ze een second opinion.'

Allemaal benoemen de freelancers als hét voordeel van zelfstandig werken dat ze zich weer kunnen focussen op de tekst. 'Ik begon ooit als bureauredacteur. Puur inhoudelijk werk', zegt Meurs. 'Naarmate ik langer in de uitgeverijwereld zat, ging ik steeds meer dingen eromheen doen. Omslagen zoeken, marketingplannen uitwerken, maar ook vragen van auteurs beantwoorden als: waarom lig ik niet in de Bruna?'
De kerntaak van een redacteur is lezen en redigeren. Maar in dienst gebeurde dat in toenemende mate 's avonds en in het weekend. 'Redacteuren zijn zo veel tijd kwijt aan de bureaucratie: vergaderen, dingen regelen, branden blussen', zegt Post. 'Dat ik dat niet meer hoef te doen, ervaar ik als een reusachtige bevrijding. In wezen verkoop ik daarom nu de concentratie die redacteuren intern moeilijker kunnen opbrengen.'
En: distantie. 'Ik ben me niet bewust van de voorgeschiedenis, de politiek van een uitgeverij om een boek uit te brengen, de bedoelingen van een auteur toen zijn boek werd geacquireerd. Voor mij is er alleen de tekst. Ik heb het boek vaak niet zien ontstaan vanaf het eerste idee. Ik lees het meestal voor het eerst.'
Post heeft hierdoor het gevoel dat zijn relatie met auteurs zakelijker en afstandelijk is geworden. Hij mist de relatie met auteurs inclusief de therapeutische aspecten ervan. 'Maar het is te duur voor een uitgeverij om twee jaar kopjes koffie drinken te vergoeden in de hoop dat er in het derde jaar een boek ligt.'
Maar Medendorp en Henderson ervaren juist het tegenovergestelde. 'Ik kan nu meer de diepte in,' zegt Medendorp. 'Ik heb nu veel meer tijd om te praten over een verhaal en de mogelijkheden ervan,' vult Henderson aan. 'Desnoods de hele ochtend. Laatst sprak ik bijvoorbeeld met een auteur over haar boek tijdens een wandeling over het strand.'

De precieze werkzaamheden verschillen per persoon. Medendorp heeft een voorkeur voor de begeleiding 'van het sparren over een boekplan tot het aandraaien van de laatste schroeven'. Post komt er pas in als er 'in huis al zeker een keer' naar een manuscript is gekeken. 'De interne redacteuren kunnen natuurlijk niet duimen draaien. En mijn kosten moeten wel door die ene titel worden terugverdiend.'
De relatie met de uitgeverij blijft wel intens. Medendorp: 'Ik zorg altijd dat er een vertrouwde driehoeksrelatie is tussen de auteur, de uitgeverij en mij. Redactie is essentieel, maar lang niet het enige wat bij het uitgeven van een publicatie komt kijken. Alles draait om de afstemming.' Henderson: 'Ik overleg vaak eerst met de in-huis-redacteur, zodat we hetzelfde verhaal aan de auteur vertellen. Tegenstrijdige adviezen is te verwarrend voor een auteur.'
Door die intensieve contacten doet een zelfstandige redacteur uiteindelijk toch vaak meer dan redactie alleen. Al werkende aan een manuscript ontstaan vaak ideeën over omslagen of marketingplannen, die de freelancers maar al te graag delen. Maar het grote verschil met vroeger in vaste dienst is: ze zijn er niet meer verantwoordelijk voor. Ze zijn alleen nog maar verantwoordelijk voor waar hun hart naar uit gaat: de tekst.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, okt 2014)

NASCHRIFT Na publicatie van dit artikel ontving ik deze mail:

“Met deel van de inhoud ben ik het niet eens. Jammer dat je alleen relatief ‘jonge freelancers hebt gesproken: mensen die nog maar kort bezig zijn. Ikzelf ben, na bureauredacteur geweest te zijn, met vergelijkbare ideeën als de door jou geïnterviewden begin jaren negentig begonnen als freelancer. Tot enkele jaren geleden was het inderdaad, zoals de mensen in het stuk ook zeggen, niet moeilijk om aan opdrachten te komen - die komen vanzelf als je in de uitgeefwereld hebt gezeten. Maar als je een jaartje of twintig bezig bent, liggen de zaken, mede door crisis, heel anders. Sinds een paar jaar moet ik actief werven, veelal zonder succes. Door velen lijk je te worden vergeten (of je bent bij jongere garde binnen uitgeverijen überhaupt niet in beeld, of je wordt om ondoorgrondelijke redenen ineens zonder melding afgeserveerd), of je komt (vanwege leeftijd? iets anders?) niet meer aan bod. Terwijl toch iedereen tegelijk zegt dat je ‘heel goed’ bent en dat kwaliteit van werk geen probleem is. Wat is er dan aan de hand? Hoe kunnen ‘senioren’ blijven freelancen? Ik vraag me af of het bij andere oudere zzp’ers ook zo is. Jammer dat het stuk niet ook daarover ging.”

Geen opmerkingen: