Redacteuren die hun vaste baan inruilen voor een bestaan als
freelancer kunnen gerust zijn. Werk genoeg. Literaire uitgeverijen huren onder
invloed van de crisis en een veranderende visie op de organisatie van een
uitgeverijbedrijf steeds vaker een zelfstandig redacteur in.
Een nieuwe baan zoeken of zelfstandig verder? Toen Nieuw
Amsterdam in 2012 mensen ontsloeg en redacteur Arjan Post er bij gebrek aan
vast contract uit moest, kwam hij voor die keus te staan. 'Omdat ik
mogelijkheden zag om een zelfstandige praktijk uit te bouwen, koos ik daarvoor.
Er is me later een heel mooie baan aangeboden, maar dat heb ik niet gedaan: die
paste niet per se bij me.'
Sindsdien doet hij redactieklussen voor Nieuw Amsterdam,
maar ook voor Nijgh & van Ditmar, Meulenhoff, Boom, De Kring en Mediawerf.
'In tachtig procent van de gevallen benadert een uitgeverij mij. Soms gaat het
uit van de auteur. Als je een relatie met elkaar hebt opgebouwd, is het prettig
het bij een volgend boek weer samen te doen. Een uitgeverij heeft er alleen niet
altijd budget voor.'
Doorgaans werkt hij een dikke week tot twee weken aan een
tekst. 'De opdracht is vaak heel concreet. De inhoud klopt, maar de toon is
niet goed. Of past niet bij het beoogde publiek. Kijk daar eens naar. Of: de
tien hoofdstukken zijn goed, maar de romanstructuur klopt niet. Werk daar aan. Soms
is het ook meer bureauredactiewerk.'
Zoals Post zijn er de laatste jaren steeds meer redacteuren
uit de literaire uitgeverij voor zichzelf begonnen. Jasper Henderson nam in
2009 al ontslag – ook bij Nieuw Amsterdam. Ingrid Meurs verliet Artemis in
2011. Harminke Medendorp ging vorig jaar juni weg bij Podium – toen nog om wat
anders te gaan doen, maar in september koos ze, mede omdat ze spontaan werd
benaderd door schrijvers en uitgevers, doelbewust voor het zzp-bestaan.
Henderson had vijf jaar geleden geen idee of het zou lukken
te overleven als zelfstandige. Hij wilde vooral uit vaste dienst en 'kijken wat
ik nog meer kan doen', vertelt hij. Hij kende niemand die als freelance
redacteur voor literaire uitgeverijen werkte. 'Het was wel prettig dat ik van
Nieuw Amsterdam de auteurs mocht blijven begeleiden met wie ik voor bezig was.
Ik wist tenminste dát ik werk had.'
De laatste jaren echter is de trend onmiskenbaar.
Uitgeverijen krimpen onder invloed van de dalende boekenmarkt in. Omdat het
redactiewerk toch moet worden gedaan huren zij meer en meer freelancers in.
Bovendien zijn er uitgeverijen ontstaan die bijna uitsluitend met zelfstandige
medewerkers op het gebied van productie, pr én redactie werkt. Denk aan Marmer
of Brandt.
'Het voordeel is dat als een uitgever loyale freelancers
heeft, hij toch het gevoel heeft met een team te werken,' zegt Henderson, die
veel voor Marmer doet. 'Zonder dat hij alle kosten heeft van het in dienst
nemen: loonheffingen, pensioenen, vakantiegeld. Bovendien moet je al die mensen
huisvesten en loop je het risico dat ze ziek worden en je hen moet doorbetalen.
De overhead is veel lager.'
Daarbij zijn uitgeverijen 'soepeler' geworden. 'Ik werk nu
20 uur per week bij Lebowski – niet uit behoefte aan vastigheid, maar puur
omdat ik het zo'n interessante en goede uitgeverij vind. Die constructie kan
alleen omdat Oscar [van Gelderen] erop kan vertrouwen dat wat ik hier hoor ook
hier blijft. En andersom: als ik met auteurs van andere uitgeverijen werk,
vertrouwen zij erop dat ik hen niet pols van Lebowski. Dat protectionistische
van vroeger is in het algemeen minder.'
Non-fictie- en commerciële uitgeverijen werken al langer met
externe redacteuren. 'Deze uitgeverijen letten meer op de kosten,' zegt Meurs.
'Ik doe voor hen soms het hele projectmanagement van een titel. Inclusief
omslag uitzetten en flaptekst schrijven. Juist bij dit soort uitgeverijen is de
kantooromgeving zo open geworden dat je je niet meer kan concentreren op het
inhoudelijk werk aan een manuscript.'
Literaire uitgeverijen hielden langer vast aan zelf
redigeren omdat ze dat beschouwen als een belangrijke toegevoegde waarde die
zij leveren. Maar dat idee is gaan schuiven. Ook onder invloed van schrijvers
zelf, van wie steeds meer eigen inbreng wordt verwacht – in de eerste plaats op
het gebied van publiciteit. Dat maakt, zeker voor grotere auteurs, hun positie
sterker om een eigen redacteur te vragen.
De meeste zelfstandigen werken ook af en toe rechtstreeks
voor auteurs. Medendorp: 'Hun manuscript is bijvoorbeeld nog pril. Dan willen
zij een idee eerst uitwerken voor ze dat aan een uitgeverij aanbieden.' Dat
past ook in een trend dat uitgevers minder boeken uitgeven en dus strenger zijn
bij hun keuze voor bepaalde titels. 'Ook zijn sommige auteurs minder gelukkig
met de redactie in huis. Dan willen ze een second opinion.'
Allemaal benoemen de freelancers als hét voordeel van
zelfstandig werken dat ze zich weer kunnen focussen op de tekst. 'Ik begon ooit
als bureauredacteur. Puur inhoudelijk werk', zegt Meurs. 'Naarmate ik langer in
de uitgeverijwereld zat, ging ik steeds meer dingen eromheen doen. Omslagen
zoeken, marketingplannen uitwerken, maar ook vragen van auteurs beantwoorden
als: waarom lig ik niet in de Bruna?'
De kerntaak van een redacteur is lezen en redigeren. Maar in
dienst gebeurde dat in toenemende mate 's avonds en in het weekend.
'Redacteuren zijn zo veel tijd kwijt aan de bureaucratie: vergaderen, dingen
regelen, branden blussen', zegt Post. 'Dat ik dat niet meer hoef te doen,
ervaar ik als een reusachtige bevrijding. In wezen verkoop ik daarom nu de concentratie
die redacteuren intern moeilijker kunnen opbrengen.'
En: distantie. 'Ik ben me niet bewust van de
voorgeschiedenis, de politiek van een uitgeverij om een boek uit te brengen, de
bedoelingen van een auteur toen zijn boek werd geacquireerd. Voor mij is er alleen
de tekst. Ik heb het boek vaak niet zien ontstaan vanaf het eerste idee. Ik
lees het meestal voor het eerst.'
Post heeft hierdoor het gevoel dat zijn relatie met auteurs
zakelijker en afstandelijk is geworden. Hij mist de relatie met auteurs inclusief
de therapeutische aspecten ervan. 'Maar het is te duur voor een uitgeverij om
twee jaar kopjes koffie drinken te vergoeden in de hoop dat er in het derde
jaar een boek ligt.'
Maar Medendorp en Henderson ervaren juist het
tegenovergestelde. 'Ik kan nu meer de diepte in,' zegt Medendorp. 'Ik heb nu
veel meer tijd om te praten over een verhaal en de mogelijkheden ervan,' vult Henderson
aan. 'Desnoods de hele ochtend. Laatst
sprak ik bijvoorbeeld met een auteur over haar boek tijdens een wandeling over
het strand.'
De precieze werkzaamheden verschillen per persoon. Medendorp
heeft een voorkeur voor de begeleiding 'van het sparren over een boekplan tot
het aandraaien van de laatste schroeven'. Post komt er pas in als er 'in huis
al zeker een keer' naar een manuscript is gekeken. 'De interne redacteuren
kunnen natuurlijk niet duimen draaien. En mijn kosten moeten wel door die ene
titel worden terugverdiend.'
De relatie met de uitgeverij blijft wel intens. Medendorp:
'Ik zorg altijd dat er een vertrouwde driehoeksrelatie is tussen de auteur, de
uitgeverij en mij. Redactie is essentieel, maar lang niet het enige wat bij het
uitgeven van een publicatie komt kijken. Alles draait om de afstemming.'
Henderson: 'Ik overleg vaak eerst met de in-huis-redacteur, zodat we hetzelfde
verhaal aan de auteur vertellen. Tegenstrijdige adviezen is te verwarrend voor
een auteur.'
Door die intensieve contacten doet een zelfstandige
redacteur uiteindelijk toch vaak meer dan redactie alleen. Al werkende aan een
manuscript ontstaan vaak ideeën over omslagen of marketingplannen, die de
freelancers maar al te graag delen. Maar het grote verschil met vroeger in
vaste dienst is: ze zijn er niet meer verantwoordelijk voor. Ze zijn alleen nog
maar verantwoordelijk voor waar hun hart naar uit gaat: de tekst.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, okt 2014)
NASCHRIFT
Na publicatie van dit artikel ontving ik deze mail:
“Met deel
van de inhoud ben ik het niet eens. Jammer dat je alleen relatief ‘jonge
freelancers hebt gesproken: mensen die nog maar kort bezig zijn. Ikzelf ben, na
bureauredacteur geweest te zijn, met vergelijkbare ideeën als de door jou
geïnterviewden begin jaren negentig begonnen als freelancer. Tot enkele jaren
geleden was het inderdaad, zoals de mensen in het stuk ook zeggen, niet
moeilijk om aan opdrachten te komen - die komen vanzelf als je in de
uitgeefwereld hebt gezeten. Maar als je een jaartje of twintig bezig bent,
liggen de zaken, mede door crisis, heel anders. Sinds een paar jaar moet ik
actief werven, veelal zonder succes. Door velen lijk je te worden vergeten (of
je bent bij jongere garde binnen uitgeverijen überhaupt niet in beeld, of je
wordt om ondoorgrondelijke redenen ineens zonder melding afgeserveerd), of je
komt (vanwege leeftijd? iets anders?) niet meer aan bod. Terwijl toch iedereen
tegelijk zegt dat je ‘heel goed’ bent en dat kwaliteit van werk geen probleem
is. Wat is er dan aan de hand? Hoe kunnen ‘senioren’ blijven freelancen? Ik
vraag me af of het bij andere oudere zzp’ers ook zo is. Jammer dat het stuk
niet ook daarover ging.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten