Johan Polak was een van de bekendste uitgevers en boekhandelaren
van zijn tijd. Koen Hilberdink gaat in zijn biografie J.B.W.P. Het leven van Johan Polak echter niet in op zijn rol als
cultuurpaus. Wel legt hij haarfijn zijn persoonlijkheid bloot, aldus Maarten
Dessing.
Johan Polak was tegen het
einde van zijn leven een graag geziene gast in talkshows. Iemand met zo'n fraai
sonoor stemgeluid die zichzelf op zulke eloquente wijze naar beneden haalde:
dat was leuke televisie. Hij was lelijk en nietswaardig en hij werd nooit moe
dat te herhalen. Je kon je er maar het beste bij neerleggen dat journalisten
geen interesse hadden in zijn verdiensten als uitgever en boekhandelaar, vond
hij. 'Het enige wat "men" wil weten is: hoeveel geld, hoeveel en wat
voor seks, hoe Joods', schreef hij in 1983 aan een correspondent.
Hoe mooi zou het zijn als
Polak een biograaf kreeg die wel de nadruk legt op datgene wat overblijft als
de oppervlakkige televisieroem is vervluchtigd. Een biograaf die minutieus
ingaat op datgene waarom hij überhaupt een levensbeschrijving verdient: zijn
rol als uitgever en boekhandelaar. Hoe stelde hij zijn fonds samen? Welke
bijdrage aan de Nederlandse cultuur leverde hij daarmee? Hoeveel verlies leed
hij aan de uitgeverij? Waarom begon hij een boekhandel? Waarom droeg hij die
midden jaren zeventig over aan het personeel?
Koen Hilberdink is die
biograaf niet. Op de meeste van bovenstaande vragen geeft hij in J.B.W.P. weliswaar antwoord, maar
bepaald niet gedetailleerd. Dat de uitgaven van Athenaeum-Polak & Van
Gennep niet zo verzorgd waren als hij deed voorkomen doet hij af met een alineaatje.
En wat hem ertoe bewoog om Athenaeum Boekhandel in fases cadeau te doen aan de
medewerkers? Was dat alleen omdat de winkel verlies leed? En wat deed hem dat?
Hilberdink schetst kort de feiten en dat is het dan.
'Johan
deed weinig aan zijn commissarisschap [van de boekhandel – wat hij in 1975 was
geworden]. Jaarstukken voor aandeelhoudersvergaderingen las hij niet of
nauwelijks en toen Schut hem een keer als grap wees op de strafbaarheid van dit
verzuim, beloofde Johan angstig zijn leven te beteren. Helemaal uit beeld
verdween Johan niet. Bijna dagelijks zagen de medewerkers hem aan het einde van
de middag komen aanlopen en dan riepen ze: "lange Joop" is in
aantocht. "Lange Joop" kwam aan het grote bureau in het Nieuwscentrum
kranten knippen en daarbij werd hem geen strobreed in de weg gelegd. De
medewerkers van Athenaeum Boekhandel gunden hem zijn gelukzalige momenten in de
winkel die ooit helemaal van hem was geweest.'
Het is waar dat Polaks
excentriciteit bijdroeg aan zijn status als markante uitgever. Als hij niet zo
vaak in de media optrad was hij niet meer dan een directeur geweest van een
bescheiden imperium voor fijnproevers die alleen bij ingewijden bekend was.
Zijn prestige, ook postuum, was navenant sober geweest. Maar om nu zo sterk de
nadruk te leggen op zijn afwijkingen – van de oorzaken tot de door
machtsverschillen gecorrumpeerde relaties met een stoet jongemannen? Ik vind
dat een gemiste kans.
Voor cruciale aspecten uit
Polaks leven kun je nu beter terecht bij anderen. Bij Nop Maas' driedelige
biografie van Gerard Reve voor hun onderlinge relatie – aanvankelijk innig, na
te zijn gebrouilleerd hatelijk. Bij Geke van der Wals biografie van Rob van Gennep voor Polaks relatie met zijn belangrijkste zakenpartner. Zelfs voor zijn
rol als directeur van Athenaeum Boekhandel kun je beter Joris van Casterens toch niet diepgravende jubileumboek Is u bekend met het alfabet?, vorig jaar verschenen ter gelegenheid van het
vijftigjarig bestaan, opslaan.
Dat neemt niet weg dat als
je Hilberdink afrekent op de keuzes die hij heeft gemaakt, je zijn biografie
kunt prijzen. Inzoomend op Polaks karakter legt hij helder uit hoe de erfgenaam
van geurstof-miljoenen werd gevormd door zijn ziekelijke familie, de
aanhankelijkheid aan zijn moeder en de ervaringen als onderduiker. Hij miste zo
zijn adolescententijd en kon zich daarna nooit als zelfstandige persoonlijkheid
verbinden met anderen – ook doordat hij niet helemaal in de tijd leek te passen.
Dat leidde tot een diepe eenzaamheid.
Je begrijpt na lezing van J.B.W.P. uitstekend hoe Polak zich
overeind probeerde te houden. Hij vond als zoveel eenzame zielen troost in de
schone letteren en het mooie boek. Vanuit die rol als klassiek uitgever – een
rol die hij in de loop der decennia zo uitvergrootte dat het gaandeweg een
karikatuur werd – kon hij zich in een plek in de maatschappij verwerven. Een
plek weliswaar die hij groter maakte dan hij werkelijk was door zijn
grotendeels geveinsde eruditie, die – ondanks het plagiëren van historicus H.L.
Wesseling – nooit is ontmaskerd.
Zijn rijkdom deed de rest. Polak
zette zijn geld voortdurend in om toch de liefde en genegenheid te krijgen waar
hij zo wanhopig naar verlangde. Bijna niemand leek aan die greep te kunnen
ontsnappen, getuige de lange stoet vrienden, schandknapen en personeelsleden
die hij met groot geduld uiteindelijk tot het verrichten van seksuele
handelingen wist te verleiden, of ze homoseksueel of heteroseksueel waren. Ook
Jan Siebelink niet, wiens vertaling van Joris-Karl Huysmans' À rebours hij in 1977 uitgaf.
'Siebelink
raakte onder de indruk van Johans verfijnde negentiende eeuwse levensstijl –
hij leek op de hoofdfiguur uit À rebours
– en verkeerde jarenlang in zijn omgeving. Johan was van hem gecharmeerd en
verschafte hem midden jaren zeventig een lening voor de verbouwing van zijn
huis in Ede. Toen het aflossen maar moeilijk lukte, liet Johan zijn makelaar
Heineke dreigende brieven sturen. Toen dat onvoldoende hielp, stelde Johan voor
een deel van de lening kwijt te schelden in ruil voor bepaalde diensten. Dat
gebeurde in een hotel in het centrum van Amsterdam en werd ingeleid met een
diner. De heteroseksuele Siebelink was doodnerveus. Hij kon opgelucht ademhalen
toen Johan tevreden het hotel verliet.'
Het is Polak ten voeten uit.
Het is de verdienste van Hilberdink dat je hem hierin direct herkent.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 4 jun)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten