Waarom nog een roman schrijven als er al miljoenen
zijn gemaakt? Dat heeft alleen zin als je je eigen gevoel er maximaal inlegt,
vindt DBC Pierre. Met diezelfde instelling heeft hij een schrijfboek toegevoegd
aan de vele die al zijn gemaakt. Zelden was een auteur openhartiger over zijn
eigen schrijfproces.
Kun je beter schrijven op ecstasy of op opium? Zijn
hallucinogenen misschien een betere optie? Of is het voldoende om simpelweg
oververmoeid te zijn? De Brits-Australische schrijver DBC Pierre, bekend van de
Booker Prize winnende roman Vernon God Little (2003), behandelt in zijn
vorig jaar verschenen schrijfboek Laat ze maar denken dat je als schrijver
geboren bent de invloed van alle mogelijke drugs op het schrijfproces –
inclusief het verslavende effect van routine. Wat doen ze met je creativiteit?
In welke fase van het werk kun je ze het best gebruiken?
‘Als je kiest [voor cocaïne]’, schrijft hij
bijvoorbeeld, ‘zou ik zeggen: probeer het te verfijnen tot een perfecte
routine, open de bladzij elke dag op dezelfde tijd, bepaal het aantal zinnen,
en schrijf elke keer tot een specifiek doel. Hou het misschien kort, train
jezelf om in die tijd gek te worden en hou er al na een half uur mee op, of hooguit
na drie uur, want dat lijkt het gemiddelde maximum te zijn van een heleboel
grote schrijvers.’
Het hoogst ongebruikelijk overzicht is typerend voor Laat
ze maar denken dat je als schrijver geboren bent. Het is geen schrijfboek
die nog eens alle do’s & dont’s opsomt, het is een persoonlijke
verantwoording van de auteur van wat voor hem werkte bij de inmiddels vier
romans en twee verhalenbundels die hij publiceerde. Dat is per definitie uniek,
vindt hij. ‘Schrijvers praten onderling bijna nooit over schrijven. We
vertellen wel eens anekdotes, maar echt uitleggen hoe we het doen? Heel zelden.
Daarvoor is het te persoonlijk wat we allemaal doen.’
Dat DBC Pierre toch een schrijfboek heeft geschreven,
is dan ook voor een deel toeval, legde hij uit tijdens zijn kort bezoek aan
Nederland tijdens Crossing Border. Omdat de markt voor fictie was ingestort,
ook in zijn Groot-Brittannië, wilde zijn uitgever voorlopig geen nieuwe roman
van hem. Kon hij niet iets anders schrijven? Piekerend over die vraag schoten hem
ervaringen te binnen op de vele schrijfcursussen die hij in de loop der jaren
heeft gegeven.
‘Op cursussen creatief schrijven aan universiteiten
hebben de studenten veel academische kennis van literatuur en literaire
theorie. Maar praktische kennis van hoe je uit de problemen komt als je bent
vastgelopen? Ze hebben geen idee. Aan de andere kant van het spectrum heb je de
schrijfgroep van langgestraften in een gevangenis in Berlijn waar ik juist was
toen ik over de vraag van mijn uitgever nadacht. Dat zijn absoluut geen
hoogopgeleiden. Een daarvan vroeg me: hoe kan ik verder als ik midden in de
nacht wakker vastzit? Hij vroeg dat als schrijver tot schrijver. Precies
dezelfde vraag dus.’
Daar komt bij: in het begin van zijn carrière heeft
hij zelf wel degelijk baat gehad bij schrijfboeken. Toen hij een jaar of
vijftien geleden verbeten werkte aan zijn debuutroman, lukte het hem niet om er
een boek van te maken. Hij had een stem, waarvan hij domweg wíst dat die uniek
was. Maar hij had geen narratief. Het was een brij van geklaag. ‘Ik had een
gids nodig. Iemand die me tips gaf voor dialoog, voor structuur – begin je
verhaal met een big bang, voor ritme. Ik had techniek nodig. Dat vond ik in de
schrijfboeken die ik doorbladerde.’
In de kern is dat ook DBC Pierre’s advies die in zijn
boek voortdurend terugkomt: schrijf de eerste versie vanuit je gevoel, ga er
dan aan schaven. ‘Het belangrijkste dat je hebt is je eigen gevoel. Het is het
enige unieke aan jezelf: je eigen verhaal. Alleen als je dat op papier krijgt,
kun je succes hebben in een markt waar ook de boeken van giganten als
Shakespeare en Faulkner nog gewoon te koop zijn. Aan superieure techniek alleen
heb je niets. Er zijn immers maar zoveel manieren om een verhaal te vertellen
en die zijn allemaal al duizenden kregen verteld.’
De grootste uitdaging vindt de schrijver daarom:
jezelf overwinnen. ‘Je moet alle angst, alle energie, alle duistere gedachten
in je boek zien te krijgen. Hoe meer ervan op de pagina’s terecht komt, hoe
beter. Als ik éérst de schrijfboeken met tips had gekregen, was het me nooit
gelukt met Vernon God Little. En dan moet je volhouden. Dat voortdurende
ongemakkelijke gevoel dat het schrijven oproept. Daar moet je dwars tegenin
kunnen aan. Ik denk dat dat ook de reden is dat de alle schrijvers die ik ken
zo aardig zijn. Ze zijn allemaal vernederd door de ervaring van het schrijven.’
Pas als die eerste versie is voltooid, moet een
schrijver zich bekommeren om vragen als: klopt het plot? Werkt het personage?
‘Je hebt een diamant. Als je eerlijk bent althans wéét je van jezelf of je dat
hebt of niet. En dan moet je die diamant op een ring monteren. Ook dat is een
moeilijke klus. Want je moet de diamant niet dof of kapot maken dat iedere
schittering ervan verloren gaat. Het is echt een evenwichtsoefening, waarbij je
nooit uit het oog mag verliezen wat je boek goed maakt.’
DBC Pierre heeft geen enkele pretentie om te denken
dat Laat ze maar denken dat je als schrijver geboren bent hét
schrijfboek is. Integendeel, hij raadt aankomende schrijvers aan om er een
handvol door te nemen. In ieder boek is iets te vinden waar hij wat aan heeft.
‘Sla gewoon over waar je het niet mee eens bent’, zegt hij zelfs over zijn
eigen boek. Het is die instelling die het boek zo uniek maakt – niet alleen
door de bespreking van de invloed van verschillende drugs op het schrijfproces.
Interessant is zijn advies om te mikken op een trilogie. Dan lijkt het boek waar het eigenlijk om gaat slechts een openingszet. Met als gevolg dat je extra je best doet om maximale zeggingskracht in je werk te leggen. Het boek moet immers drie delen lang boeien. En daarnaast: dat je het zogenaamde eerste deel tenminste afmaakt en niet blijft hangen bij de knagende twijfel: is dit het beste wat ik in me heb? ‘Sommige van de beste boeken worden nooit afgemaakt of zelfs niet geschreven omdat de schrijvers ervan zich te veel concentreerden op dat ene boek.’
Interessant is zijn advies om te mikken op een trilogie. Dan lijkt het boek waar het eigenlijk om gaat slechts een openingszet. Met als gevolg dat je extra je best doet om maximale zeggingskracht in je werk te leggen. Het boek moet immers drie delen lang boeien. En daarnaast: dat je het zogenaamde eerste deel tenminste afmaakt en niet blijft hangen bij de knagende twijfel: is dit het beste wat ik in me heb? ‘Sommige van de beste boeken worden nooit afgemaakt of zelfs niet geschreven omdat de schrijvers ervan zich te veel concentreerden op dat ene boek.’
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine)
zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten