Nacht over Westwoud van Wanda Reisel is niet het beste boek van dit najaar. De flaptekst deed al vrezen voor een te eenvoudige moraal: waarnemend huisarts van Joodse afkomst belandt in een dorp dat zich druk maakt om de jaarlijkse invasie van moslims die voor het Offerfeest vlees kopen bij een schapenfokker. Inderdaad functioneert het leed van de Holocaust als parallel voor het leed dat de goedwillende, dus de meeste moslims wordt aangedaan. Sterker: de Koerd in het dorp, een leerling-veearts, is niet eens moslim, dat denken de dorpsbewoners alleen maar. Ze doen geen moeite hem te leren kennen, ze concluderen op basis van vooroordelen. En als die Koerd wordt beschuldigd van verkrachting, blijkt hij het uiteraard niet te hebben gedaan. Het was de brave gereformeerde leraar wiens familie al eeuwen in Westwoud woonde.
Reisel zet wel goed in. Misschien te klassiek, maar wel goed. In de openingsscène komt dokter Levi Levi op weg naar Westwoud in botsing met een eend, die overlijdt – de vreemde eend in de bijt, nietwaar. Even later, in het lege, donkere huis van de huisarts schrikt hij van de felle ogen van de kat. Onheil tekent zich af. Daarna zet Reisel vakkundig de stukken van haar schaakspel uit. De weldenkenden, per definitie medestanders van Levi. Zijn toekomstige tegenstanders. Mooi verweeft ze ook het vreemdelingendebat met de veranderingen van de dorpscultuur, dat de import uit de stad met zijn romantische waanbeelden van het plattelandsleven steeds meer naar zijn hand zet, en de nieuwe kijk op dieren, waardoor eerbiedwaardige agrariërs geleidelijk aan het imago van dierenbeulen hebben gekregen.
Maar dan het slot. Dat kun je alleen karakteriseren als potsierlijk. De sfeer in het dorp slaat wel heel snel om – en vooral: heel erg radicaal. Terwijl je aandacht wordt opgeëist door de brief over zijn vaders verleden die Levi’s moeder hem na haar dood bij testament heeft gestuurd en die hij al die tijd had dichtgelaten, hangen de dorpelingen bloedende varkens in de deuropening, werpen ze barricades op en vallen ze met oude jachtgeweren woningen binnen. Ongetwijfeld is het laagje beschaving van de mens heel dun, maar bladdert het zo snel af? Reisel richt haar aandacht aan het einde op het vaderconflict van Levi, maar had zich beter kunnen concentreren op het geloofwaardig maken van deze grove ontsporing. Misschien was Nacht over Westwoud dan wel een fraaie verbeelding van de sluipend opgerukte superioriteitsgevoelens van de blanke meerderheid, gebaseerd op vooroordelen en onwetendheid.
Wanda Reisel, Nacht over Westwoud, uitgeverij Contact, 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten