Het zevende en laatste deel van het verzameld werk van Karel van het Reve werd dinsdag feestelijk gepresenteerd in Amsterdam.
Aan fans heeft de Nederlandse essayist en ‘broer van’ nog altijd geen gebrek. Twaalf jaar na zijn dood zat debatcentrum De Rode Hoed afgeladen vol met bewonderaars. Om ieder citaat van de grootmeester dat werd voorgelezen lachten zij uitbundig – of Karel van het Reve nu sprak over de sociaal-democratische partij in de eenentwintigste eeuw, wetenschappers als Freud en Darwin of zijn eigen leven, de monkelende ironie heeft iedere tekst springlevend gehouden.
Uitgebreid prezen de verschillende sprekers Van het Reve. De opzettelijk argeloze en naïeve houding waarmee hij communisten, psychoanalisten en biologen, zonder hen rechtstreeks aan te vallen of te beledigen, in hun hemd zette. Zijn heldere logica. En natuurlijk zijn humor en elegante stijl, die Van het Reve nog steeds een van de meest gelezen essayisten maken. ‘De naam Kousbroek kom je af en toe tegen, maar Karel van het Reve wordt iedere week wel ergens geciteerd’, zei Elma Drayer, een van de drie redacteuren van het verzameld werk.
Het is ook aan de bewonderaars te danken dat het volledige oeuvre zo snel na Van het Reve’s dood al gereed is – meer dan zevenduizend pagina’s, met veertig procent nooit eerder in boekvorm gepubliceerde teksten, volledig geannoteerd en voorbeeldig bezorgd. De liefhebbers moesten wel. Het Huygens Instituut, dat de wetenschappelijk verantwoorde tekstedities maakt van de grootste Nederlandse schrijvers, had geen trek in de auteur die in 1978 de literatuurwetenschappers voor eeuwig belachelijk had gemaakt om hun holle taal.
Zoon David van het Reve somde een indrukwekkend lange lijst begunstigers op die het verzameld werk financieel steunden: van schrijvers Arnon Grunberg en Maarten ‘t Hart, die ieder 5000 euro doneerden, tot de Nederlandse staat en een handvol cultuurfondsen. En dan waren er nog de vrijwilligers. Zo’n dertig man, aangestuurd door een ook al grotendeels onbezoldigd redactieteam van drie mensen, trokken de vaak uit het hoofd geciteerde en dus foute uitspraken na, legden verschillende tekstversies naast elkaar, verbeterden de toch wel vele stijl- en spelfoutjes.
In het najaar van 2004 begon de redactie. Drie jaar geleden verscheen al het eerste deel van het verzameld werk. En nu zijn al alle delen, inclusief het zevende dat columns uit de laatste vier jaar van Van het Reve’s leven bevat, in één cassette te koop à 275 euro. Tegelijk verscheen het fotoboek Knip dan, toe dan: 130 foto’s, geselecteerd door dochter Jozien Driessen-Van het Reve en Hella Rottenberg, voorzien van passende citaten. Zoals de cassette de ‘complete Karel’ bevat, kan het fotoboek dienen als introductie op het werk.
Vraag is wel of deze uitgaven ook belangstelling wekken bij andere lezers dan de fans. Bij een nieuwe generatie bijvoorbeeld. Niemand ging daar gisteren op in. Ironisch genoeg maakte de eerste Karel van het Reve-lezing, een nieuwe initiatief om de schrijver levend te houden, duidelijk hoe twijfelachtig het is of de essayist over, zeg, twintig jaar nog zo veel geciteerd wordt. Publicist Thomas von der Dunk sprak over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting – een actueel thema dat in Van het Reve’s tijd niet speelde. Zijn stijl mag dan wel hedendaags gebleven zijn, zijn onderwerpen vaak niet.
(Gepubliceerd op Knack, 7 dec 2011)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten