Pure fictie ging Jamal Ouariachi beter af aan autobiografische romans. Volgende maand debuteert hij met het groots opgezette epos De vernietiging van Prosper Morèl.
‘Met nieuwe schoenen en een verse vulpen ben ik al blij’
Jamal Ouariachi (1978) werkt als boekhandelaar en psycholoog. Maar: zo min mogelijk, om veel tijd over te houden voor het schrijven. Zijn roman is in alle opzichten een entree in de letteren. Korte verhalen in tijdschriften publiceerde hij niet. ‘Een dikke roman past mij het best. Langdurige, diepgaande leeservaringen, dat heb ik ook het liefst.’
Wat is het thema van De vernietiging van Prosper Morél?
‘Lastig om te zeggen. Voor mij gaat het om het verhaal van de zelf ingezette neergang van een personage, waaraan ik allerlei thema’s hang: zelfmoord, de erosie van vriendschap, de verhouding tussen kunst en leven. Er zit van alles in dit boek: seks, drugs en psychologie. Een roman met filosofie en een paar ontploffingen.’
Debuten zijn vaak autobiografisch. Ook het jouwe?
‘Nee. Ik heb eerder twee romans geschreven waarin veel autobiografie zat. De eerste, toen ik zestien was, over een nieuwe messias die de wereld wil veroveren. De tweede, waaraan ik drie jaar heb gewerkt, was een Othello-achtig verhaal in het circuit van onbekende bandjes. Maar het was te particulier. En het kon mezelf al niet genoeg boeien, laat staan anderen. Toen heb ik bewust gekozen voor fictie. Er zijn ook al te veel zelfbevlekkende autobiografische romans.’
Toen begon je aan De vernietiging van Prosper Morèl?
‘In de tijd dat ik aan de mislukte roman werkte, had ik een trucje om het schrijfproces op gang te krijgen: een losse scène schrijven over iets anders. Een keer beschreef ik hoe een man een junk benadert en hem een duister voorstel doet. Dat fascineerde me enorm. Welk voorstel deed hij dan? En waarom? Wat is dat voor een man? Binnen een maand had ik hier zoveel over nagedacht dat ik wist: dit wordt een roman. Viereneenhalf jaar heb ik eraan gewerkt. En die eerste scène zit nog steeds in het boek.’
Hoe kwam je in contact met een uitgever?
‘Een vriendin van mij liep stage bij een uitgever. Jij hebt er kijk op, zei ik, lees jij het eens. Vier hoofdstukken had ik toen. Zij was zo enthousiast dat ze het aan de redacteur liet lezen bij wie zij werkte. Toen die het ook goed vond, nodigde ze me uit. Fantastisch natuurlijk, al drong het niet helemaal tot me door. Ik was zo bezig met het boek zélf. Dat het boek goed werd, dat was belangrijker. Achteraf ben ik ook blij dat ik niet meteen een contract heb getekend. Ik heb het boek daardoor in alle vrijheid en naar eigen inzicht kunnen voltooien, zonder de druk dat het op een bepaald moment af moest zijn.’
Je werkt ook in de boekhandel. Is een werkomgeving tussen honderdduizend boeken niet ontmoedigend als je zelf een roman wilt schrijven?
‘Die gedachte kwam niet bij me op. Bij mij werkte het eerder andersom: het enthousiasmeerde me ook schrijver te worden. En in de boekhandel zie ik zo veel troep voorbij komen dat je ook kunt denken: er kan nog wel een goed boek bij.’
Wat verwacht je van je debuut?
‘Dat is moeilijk te voorspellen. Uit de boekhandel weet ik dat flutboeken bestsellers worden en meesterwerken ongelezen blijven. En gelukkig soms ook andersom. Ik heb bescheiden verwachtingen. In de jaren dat ik aan De vernietiging van Prosper Morèl werkte, heb ik zo ongeveer onder de armoedegrens geleefd. Als ik nu nieuwe schoenen en een verse vulpen kan kopen, ben ik al blij.’
Jamal Ouariachi, De vernietiging van Prosper Morèl, (475 p.), Querido, 19,95 euro.
(Eerder verschenen in BOEK 4, 2010)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten