dinsdag 3 april 2012

Ted van Lieshout - 'Mijn meneer' (BOEK)


Een roman over pedofilie is in deze tijd een statement. In Mijn meneer geeft Ted van Lieshout een uiterst genuanceerd beeld van een pedoseksueel die uiteindelijk toch te ver gaat.

Uit eenzaamheid en verwaarlozing
Het is allerminst verwonderlijk dat de media in februari massaal aandacht besteden aan Mijn meneer, de eerste roman voor volwassenen van Ted van Lieshout. Pedofilie is al jaren een onderwerp waarover de landelijke pers alles meldt. Elk incident, iedere oprisping van een politicus. Een buurt hoeft maar te protesteren tegen de komst van een pedofiel of het NOS Journaal opent ermee. De teneur is altijd uiterst negatief – tégen die enge mannetjes. En dan verschijnt er een autobiografische roman waarin Van Lieshout vanuit een elfjarig jongetje vertelt hoe die de seksuele relatie met een oudere man heeft beleefd. Gefundenes fressen voor iedere talkshow.
Een unicum is Mijn meneer niet. Eerder beschreven Kees Verheul in Een jongen met vier benen (1982) en Rudi van Dantzig in Voor een verloren soldaat (1986) hun verhouding met een volwassen man. Maar vijfentwintig jaar geleden was de heksenjacht op pedoseksuelen nog niet geopend. Het is dapper dat Van Lieshout, die zijn eigen ervaringen alleen impliciet had verwoord in de dichtbundel voor kinderen Zeer kleine liefde (1999), juist in deze tijd een genuanceerd geluid laat horen en de seks tussen de jongen en zijn meneer – toch de reden waarom de schijnwerpers op pedofilie zijn gericht – zo expliciet durft te beschrijven.
Ondanks het onderwerp is Mijn meneer geen roman die je direct onverbiddelijk bij de kladden grijpt. Van Lieshout geeft zijn elfjarig jongetje, net als hijzelf Ted geheten, tijd en ruimte om zijn verhaal te doen. In de eerste en met afstand langste van een reeks brieven aan Maria, de enige aan wie hij zijn ongelofelijke belevenissen kwijt kan, vertelt hij over zijn dode vader, de onderhuurder en zijn wekelijkse ronde op zaterdagochtend met de bakker, terwijl de band met de nieuwe bewoner van Watermolenweg 9 zich langzaam intensiveert na hun eerste (toevallige?) ontmoeting bij het mariahuisje aan de rand van het bos.
Toch is de lange aanloop cruciaal. Zo dringt goed tot je door dat de kleine Ted niet alleen irritant is, door de voor een elfjarige typische gewoonte om zijn gedrag tot in den treure toe te lichten, maar vooral eenzaam en verwaarloosd. Hij wordt gepest. Zijn moeder geeft geld liever uit aan schoenen en kleren voor zichzelf dan aan hem. Niemand kijkt ooit écht naar zijn tekeningen. En: ‘de enige die ooit hardop heeft gezegd dat ze blij was dat ze me zag was oma van papa’s kant’, zegt hij. Je beseft steeds beter waarom hij de aandacht van zijn meneer zo prettig vindt. Eindelijk is er iemand die hém ziet staan, die hém bijzonder vindt.
Van Lieshout houdt dit perspectief consequent tot het einde vol. Ook de seksuele wending van de vriendschap verklaart Ted uit de unieke relatie die hij en meneer hebben. Hij wil kunstenaar worden en meneer, zelf reclametekenaar van beroep, stimuleert hem daarbij, met aanmoedigingen en adviezen. Wat is er dan vanzelfsprekender dan dat hij voor de kleine Ted naakt poseert? En niet veel later: dat Ted naakt voor hem poseert? En als zijn meneer dan één keer te ver gaat, is deze aanranding niet de reden dat Ted hem niet meer wil zien. Dat zijn de gerezen twijfels of hij wel zo bijzonder is voor meneer. Want waarom nodigt meneer ook Ronnie uit?
Vooral in de vele intieme scènes heeft Van Lieshout de juiste toon gevonden. De kleine Ted is de nieuwsgierige jongen die met rode oren het grootste geheim van de wereld ontdekt. De meneer is de verstandige volwassene, die weliswaar zijn behoeften najaagt, maar er altijd voor waakt zijn macht te misbruiken. Je hoeft nooit iets te doen wat je niet wilt, zegt hij tegen Ted. En altijd blijft Van Lieshout concreet, zodat er nooit een (ver)oordelende ondertoon in zijn verhaal sluipt. Onverbloemd laat hij zijn verteller schrijven: ‘[Meneer] wreef over zijn ding, schoof het velletje terug en waste het uiteinde van zijn piemel.’ Gewoon omdat het zó gebeurde.
Het eindresultaat is een volstrekt geloofwaardige en literair hoogstaande roman, die tegelijk precies laat zien welke positie Van Lieshout zelf inneemt in het debat over pedofilie – veel exacter dan hij ooit in gesprekken met journalisten kon. Hij toont hoe natuurlijk een pedofiele relatie kan verlopen, welk geluk de jongen eraan kan ontlenen (iemand kan mij liefhebben omdat ik het ben, beseft de kleine Ted), maar ook tot hoever de relatie mag gaan. De volwassene had nooit moeten masturberen terwijl hij bovenop de jongen zat, maar eigenlijk was hij al veel eerder een grens overgegaan. In een vriendschap tussen man en jongen moet de piemel onzichtbaar blijven.

Lieshout, Ted van - Mijn meneer (254 p.) - Querido, € 18,95, ISBN 978 90 214 4202 0
(Eerder gepubliceerd in BOEK 2, 2012)

Geen opmerkingen: