maandag 9 juli 2012

Interview met Manon Sikkel over social media en uitgeverijen (Boekblad)


MANON SIKKEL (WINNAAR NEDERLANDSE KINDERJURY)
‘Auteurs mailen mij: zo’n uitgever wil ik ook’
Na negen overwinningen op rij moest Francine Oomen de prijs van de Nederlandse kinderjury in de categorie 10-12 jaar dit keer laten aan Manon Sikkel voor haar boek Hoe word ik een koppelaar? door IzzyLove

Gefeliciteerd met uw bekroning. Had u ook verwacht de prijs van de Nederlandse Kinderjury te winnen?
‘Alleen gehoopt. Ik dacht dat ik met Francine Oomen en Paul van Loon op de nominatielijst weinig kans maakte. Het Hoe overleef ik-tijdschrift heeft 50.000 abonnees. Als Oomen die vraagt om op haar te stemmen! Mijn verkoopcijfers groeien wel en ik heb steeds meer fans, maar die aantallen staan niet in verhouding. Misschien heeft het geholpen dat Francine Oomen was genomineerd met een boek dat eigenlijk een samenvatting is van wat in haar tijdschrift stond en dat volgens mij deels niet door haar geschreven is. Met een normaal Hoe overleef ik-boek had ik nooit gewonnen.’

Heeft deze prijs commercieel effect?
‘Enorm. Ik zou een paar dagen later signeren bij Selexyz in Amsterdam, maar dat kon niet doorgaan omdat het boek niet meer leverbaar was. De voorraad van zo’n duizend boeken bij Centraal Boekhuis was gelijk weg. En sinds de uitreiking word ik iedere dag door SSS gebeld omdat een school of boekhandel me wil boeken. Hopelijk haal ik nu ook de Bestseller 60. De prijs van de Nederlandse kinderjury is voor mij de belangrijkste, dus dat is het enige wat ik nog te wensen heb.’

Heeft u zelf veel campagne gevoerd voor Hoe word ik een koppelaar?
‘Zeker. Ik ben vanaf het begin van deze serie heel actief op Hyves. Ik heb inmiddels 5000 vrienden. Ik reageer altijd op alle berichten. En ik krijg veel fanmail die ik altijd beantwoord. Dat is best een ballast soms. Het kost me elke dag een uur, ook in het weekend. Ooit overwoog ik ermee op te houden, maar toen vertelde een collega-redacteur van Psychologie magazine dat Isabelle Allende elke dat twee uur mails van lezers beantwoord. Toen heb ik toch maar volgehouden. En dat is maar goed ook: zo creëer je trouw van fans.’

Zie je deze contacten als een verplichting? Misschien juist ook voor een kinderboekenauteur: zoveel aandacht hebben media niet voor het genre.
‘Ik heb ook dertig boeken voor volwassenen geschreven. Dat is even hard werken. Maar het is zeker waar dat je als schrijver veel zelf moet doen voor de promotie van je boek. Vroeger sprak het voor zich, de schrijver bestond niet. Nu wordt – al jaren – de schrijver achter het boek gepromoot. Daarom hangt de stad vol affiches met leuke schrijfsters die je toelachen. Aan de andere kant profiteer ik ook van alle contacten. Ik zie wat kinderen bezighoudt. Hun taalgebruik. De merken die ze noemen. Het is alsof ik een uur of een schoolplein met kinderen klets. Daar steek ik veel van op.’

U noemde als eerste Hyves. Is dat het belangrijkst medium?
‘Voor mijn lezers zeker. Aan het eind van groep 8 stappen ze over op Facebook. E-mail vinden kinderen ouderwets. Dat gebruiken ze alleen als ze van hun ouders niet op Hyves mogen. Sommigen twitteren ook, maar dat zijn alleen heel taalvaardige kinderen in de Randstad. Voor de meesten komt Twitter later.’

Hebben collega’s die minder aan sociale media doen minder succes?
‘Ik denk wel dat schrijvers die actiever zijn, zichtbaarder zijn. En als je lezers je kennen, vinden ze je aardiger en sympathieker en denken ze ook dat je boeken leuker zijn. Alleen als je al een naam hebt, kun je het veroorloven minder actief te zijn online. Een schrijfster als Carry Slee.’

U geeft ook journalistieke boeken uit bij Bert Bakker en Gottmer. Waarom bent u voor uw kinderboeken naar een andere uitgeverij gegaan: Dutch Media?
‘Bij Gottmer geef ik reisboeken, kookboeken, psychologie- en ehbo-boeken uit. Als ik voor hen ook nog kinderboeken zou schrijven, is dat verwarrend voor boekhandelaren. En ik zocht een uitgeverij die zou zeggen: we geloven in je, we gaan je flink promoten – zoals ik dat zelf doe. Gottmer heeft met Dikkie Dik, De Grijze Jager en Eric Carle zulke kaskrakers dat ze voorzichtiger kunnen zijn. Terecht in deze tijden, maar ik had een uitgeverij nodig die echt risico durft te nemen. Ondernemers.’

Waarom kwam u bij Dutch Media uit?
‘Op grond van het fonds, ervaringen van andere schrijvers, vestigingsplaats en hoe ze zich profileren op sites stond Dutch Media mij het meest aan. Vooral hun slogan: “we love books, and we love selling them” past bij mij. Je merkt dat iedereen van Dutch Media heel commercieel is. Het wordt niet alleen aan de afdeling marketing en pr overgelaten. En ze bedenken daarbij leuke manieren om op te vallen. Dutch Media prijst zijn waar aan als een marktkoopman, zoals volgens mij moet in deze tijd van crisis en steeds meer boeken op de markt.’

Kunt u een voorbeeld geven van opvallende marketing?
‘Het zit hem vooral in de royale houding van de uitgeverij. Tegenover de pers,  de boekhandel én auteurs. Ze denken groots: als het vandaag niets oplevert, dan volgend jaar of over twee jaar. Ik denk bijvoorbeeld aan het eten voorafgaand aan het kinderboekenbal met alle auteurs. Iedereen mag mee, ook partners of bevriende schrijvers. En uitgever Thille Dop neemt me mee naar Bologna en drinkt vaak een kopje koffie met me. Omdat ik daarover blog, merk ik dat niet iedere uitgever zo is. Auteurs mailen mij: zo’n uitgever wil ik ook. Marian De Smet en Marlies Slegers zijn dankzij mijn enthousiasme zelfs overgestapt naar Dutch Media.’

(Uitgebreide versie van interview in Boekblad Magazine 9, 2012)

Zie ook:

Geen opmerkingen: