vrijdag 27 juli 2012

Ook Kees van Kooten en Wim de Bie debuteerden bij Nijgh & van Ditmar (Boekblad)


Het jubileumboek van Nijgh & van Ditmar is een schitterend bladerboek. Het had nog schitterender kunnen zijn.

Wat waren de boekomslagen in de jaren zeventig lelijk. De in banaangeel en zuurstokroze uitgevoerde quasi-jugenstiltypografie van De man met de orchidee. Het levensverhaal van Louis Couperus door Albert Vogel. Of de aan hippie en flowerpower refererende tekeningen van Niek Wensing voor – wat het extra treurig maakt – inmiddels volkomen vergeten literatoren als Madzy Ford, Tone Brulin en Jan van Gelder. En al die iele schreefloze letters en fletse afbeeldingen.
In het jubileumboek van Nijgh & van Ditmar, onlangs verschenen ter gelegenheid van het 175-jarige bestaan, is het verschil met andere tijdperken goed te zien. C.J. Aarts en M.C. van Etten hebben zich ten doel gesteld een zo compleet mogelijk beeld te geven van het fonds sinds Henricus Nijgh in 1837 zijn betrekking bij G. Vervloet opgaf en in Rotterdam een eigen boekhandel en uitgeverij begon. Alles wat de literaire uitgeverij smoel heeft gegeven staat erin. De bestsellerauteurs. De flops. De reeksen, met de Nimmer Dralend Reeks voorop. En curiosa als het geïllustreerde Rhythmisch huidborstelsysteem van Dr. Georg Hartes uit 1938.
Zo zie je de ontwikkeling van de weelderige typografie in de negentiende eeuw naar de schitterende zakelijke boekbanden uit de jaren twintig en dertig. Sla de oorspronkelijke omslagen van Bint van F. Bordewijk en Narcissus op vrijersvoeten van Simon Vestdijk maar op en je snapt waarom de uitgeverij die een halve eeuw later in facsimile heeft heruitgegeven. En daarna gaat het verder naar de steeds meer door beelden overheerste omslagen na de Tweede Wereldoorlog tot en met de ongekend grote variatie aan sfeer en uitstraling tegenwoordig.
Het heeft een schitterend bladerboek opgeleverd. Niet alleen door de honderden boekomslagen en zorgvuldige beschrijvingen, maar ook door de uitgebreide extra informatie. De achterflap wordt geciteerd. Herinneringen aan het ontstaan of juist de receptie van een boek, waarin conflicten over royalty's niet met de mantel der liefde worden bedekt. Gedichten en spraakmakende fragmenten staan integraal afgedrukt. En soms wordt de auteur, zeker vergeten grootheden uit de beginjaren zoals Bernhard Kellerman en Alie Smeding, kort gebiografeerd.
Het is een mooie, aantrekkelijke mix waardoor je dóór blijft lezen. Steeds stuit je op een weetje dat je doet opveren. In 1922 maakte meestervervalser Han van Meegeren het omslag van Het geheim van Cuba van Herman Middendorp. In 1955 wist de uitgeverij Lucebert te strikken voor Waterloze wolken van Theo J. van der Wal. En dankzij de bloemlezingen uit schoolkranten, Een 10 voor de 10-ers, debuteerden Kees van Kooten en Wim de Bie bij Nijgh. Hun gedichten staan erbij.
Helaas komt de geschiedenis van Nijgh & van Ditmar minder uit de verf. In korte hoofdstukjes per periode doen Aarts en Van Etten niet meer dan de gebeurtenissen aanstippen. Waarom hadden Nijgh en Vervloet ruzie? Hoe prominent was de literaire uitgeverij die Dickens, Heine en Hugo in het fonds had? Een echt antwoord ontbreekt. Het is duidelijk dat de auteurs waren gehandicapt door de verwoesting van het archief bij het bombardement op Rotterdam in 1940, maar was er echt niets méér te achterhalen? Zeker de context waarbinnen de uitgeverij al bijna twee eeuwen functioneert, hadden de auteurs uitgebreider kunnen schetsen.
Ook de afwerking had bij zo’n mooi boek beter gemoeten. Een erratum – noodzakelijk omdat de verkeerde tekst op de allerlaatste pagina was gedrukt – is al spijtig voor wat Nijgh & van Ditmar toch als een visitekaartje voor de uitgeverij moet beschouwen, ook overleeft de band één keer lezen niet. En waarom ontbreekt een register? Zo wordt de lezer die nog eens wil opzoeken welke omslagen de Anton Wachter-romans van Simon Vestdijk allemaal heeft gehad, wel gedwongen te blíjven bladeren.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad Magazine 10, 2012)

Zie ook:

Geen opmerkingen: