maandag 18 maart 2013

Interview: Renate Dorrestein over 'De blokkade' en haar writer's block (De Standaard)


Schrijvers praten niet over hun writer’s block. Renate Dorrestein doorbrak het taboe. In De blokkade onderzoekt ze wat de beroepsziekte precies is en wat schrijvers eraan kunnen doen.

Renate Dorrestein: ‘Ik wilde niet ook nog een liegende mislukkeling zijn’

Wie vage hoofdpijn heeft, zoekt eerst op internet naar informatie – en voelt zich daarna meestal een stuk beroerder. Toen Renate Dorrestein een writer’s block kreeg, surfte ze ook direct het internet op. Hoewel de schrijfster van Een hart van steen (1998) en De stiefmoeder (2011) onnoemelijk veel hits kreeg, vond ze bijna niets wat haar kon helpen om het probleem te bestrijden.
Dorrestein liep begin vorig jaar vast na zes maanden vruchteloos ploeteren aan een nieuwe roman. Het vooruitzicht om wéér tien versies te schrijven voor ze een soepel lezend, subtiel uitgewerkt, goed gedoseerd verhaal had, maakte haar kotsmisselijk. Letterlijk. Alleen al de aanblik van haar werkkamer, waar ze dagelijks met zo veel plezier naartoe ging, deed haar wanhopig terugdeinzen.
Uniek is die ervaring allerminst. Honderden schrijvers voor haar hadden een ernstig writer’s block. Maar Dorrestein is wel de eerste die besloot er een informatief boek over te maken. Als een auteur al over de gevreesde beroepsziekte schrijft, is het fictie. De blokkade is een persoonlijke verslag van haar eigen gang door de hel én een journalistiek onderzoek naar oorzaken en mogelijke oplossingen.

Wist u meteen: ik ga het boek schrijven over writer’s block dat nog niet bestond?
‘Nee. Aanvankelijk was ik in paniek. Mijn toekomstperspectief was in elkaar geklapt. Ik had altijd gedacht dat er na iedere roman een nieuwe zou komen. Pas toen ik me erin ging verdiepen en ontdekte dat er zo weinig informatie te vinden is waar je wat aan hebt als je met de rug tegen de muur staat, werd writer’s block ook een onderzoeksobject. De enige zinnige informatie op internet is toegespitst op milde gevallen. Trucjes die je kunt leren om het schrijven vlot te trekken. Trucjes die ik allang toepas.’

Waarom zwijgen uw collega’s het liefst over hun onvermogen om te schrijven?
‘Uit gêne. Je voelt je zo’n loser als iets wat je vanzelfsprekend afging, niet meer gaat, zonder dat je daar een verklaring voor hebt. Vergelijk het met mensen die jarenlang voor hun partner verborgen houden dat ze zijn ontslagen. Iedere dag gaan ze naar hun werk en vervolgens zitten ze in het park te wachten tot ze weer naar huis kunnen. Writer’s block wordt ook gezien als gebrek aan wilskracht. Als iets voor watjes. Ook daarom wilden de meeste collega’s niet met mij over het onderwerp praten. Nee, ik noem geen namen.’

En dat terwijl veel literatuur gaat over mislukken.
‘Inderdaad. Dat is een interessante paradox. Fictie exploreert de schaduwzijde van het leven, maar als het onszelf betreft, doen schrijvers er besmuikt over. Zelf vond ik het een opluchting om het desgevraagd te vertellen. Lezers vragen mij vaak: gaat het goed met uw nieuwe roman? Het voelde ongemakkelijk om dan te mompelen: ja, ja. Als ik al een mislukkeling was, wilde ik niet ook nog een liegende mislukkeling zijn.’

Het verbaasde me te lezen dat u uw writer’s block zo fysiek onderging.
‘Het was ook toen ik tegen mijn zus zei dat ik kotsmisselijk werd bij het idee om een roman te moeten schrijven, dat ik voor het eerst besefte dat ik een writer’s block had. Dat was toen al niet meer overdrachtelijk bedoeld.’

Uw blokkade ontstond toen u een roman schreef waarin een zelfmoord voorkwam. Was er niets aan de hand geweest als u aan een ander verhaal had gewerkt?
‘Dat denk ik niet. Ik had ook plots het gevoel dat ik verantwoording moest afleggen over mijn werkwijze toen journalisten ernaar vroegen. Dat heb ik nooit eerder gehad. Ook speelde mee dat ik dit jaar dertig jaar besta als auteur. Onbewust hield ik mijn hele oeuvre tegen het licht en ontdekte ik dat ik de grote roman over het effect van zelfmoord op nabestaanden niet heb geschreven. Dat ik de roman die ik had moeten schrijven, niet durfde te schrijven.’

Vanwege uw jongste zusje dat zelfmoord pleegde toen ze twintig was. Had u zonder haar nooit een writer’s block gehad?
‘Wie weet wat voor andere monsters me dan hadden achterna gezeten. In ieder mensenleven gebeuren dingen die je probeert te verdringen. Ik wil daar geen hiërarchie in aanbrengen.’

Voor u die ontdekking deed, onderzocht u veel theorieën en therapieën. U schrijft daar mild over. Toch lijkt het meeste me onzin.
‘Maar niet alles. Jan Derksen legde uit dat iedereen risico loopt tot stilstand te komen als hij te weinig in het hier en nu leeft en dat schrijvers meer risico lopen omdat ze altijd maar bezig zijn met de toekomst: met het boek dat af moet. En Alice Flaherty gaf inzicht in wat er breinmatig gebeurt. Ze legt uit dat het falen in het systeem zichtbaar en aantoonbaar blijkt. Dat troost mij.’

Gelooft u ook in haar toekomstige oplossing van writer’s block: transcranial magnetic stimulation?
‘Ik weet het niet. Er moet meer onderzoek naar worden verricht, zegt Flaherty. Het risico is dat je writer’s block medicaliseert. Dat je de symptomen bestrijdt, terwijl je de oorzaak blijft verdringen. In de long run is het beter als je de ziekte echt verwerkt. Mij heeft de zoektocht in ieder geval verrijkt. Het heeft me weer dichter bij mezelf gebracht.’

Aan het slot van De blokkade heeft u uw geloof in het schrijven terug. Maar schrijft u ook?
‘Voorlopig zit ik tot het einde van de Boekenweek vol met afspraken. Daarna heb ik weer de benodigde tijd en rust. Plannen heb ik niet. Ik wacht tot me iets te binnen schiet, zoals het altijd is gegaan. Ik vind dat ook heel spannend.’

Bent u niet vastbesloten om de grote roman over het effect van zelfmoord op nabestaanden te gaan schrijven?
‘Ik laat het gewoon open. Ik ken geen andere manier van schrijven dan wachten op wat er komt. In ieder geval maakt De blokkade dat effect ook zichtbaar. Ik krijg nu al tientallen mails per dag van lezers die me daar dankbaar voor zijn. Daar ben ik heel blij mee.’
(Eerder gepubliceerd in De Standaard, 15 maart 2013)

1 opmerking:

fred van der wal zei

fredvanderwal permalink
Begin 2009 publiceerde ik mijn verhalenbundel Schrijversblokkade bij Unieboek voorheen WWAOW publishers, gecorrigeerd en heruitgegeven in eigen beheer bij LULU in 2014.
Blokkade van Dorrestein uit 2013 gaat vier jaar later na mijn eerste uitgave ‘toevallig”eveneens over schrijversblokkade. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Uiteraard heeft Dorrestein nog nooit van mijn boek gehoord. Zij kan moeilijk iets anders beweren.
Ik zal nooit iets van Dorrestein lezen. Alleen die kop al.