zaterdag 21 september 2013

Christophe van Gerrewey, 'Trein met vertraging'


Het debuut van Christophe van Gerrewey beviel me niet (zie hier). Trein met vertraging, zijn onlangs verschenen tweede roman, juist wel.
Van Gerrewey volgt een aantal personages tijdens een treinrit van Oostende naar Antwerpen Centraal, die ergens bij Gent om onduidelijke redenen een half uur vertraging oploopt. Sommigen reizen het hele traject mee, sommigen stappen ergens op of juist uit. De meeste personages zijn reizigers, een is een conducteur – of ‘treinbegeleider’, zoals dat bij de Belgische spoorwegen heet.
Het is mooi hoe de auteur alle ervaringen van het treinreizen, mij heel goed bekend (ook op het beschreven traject), in zijn roman heeft verwerkt. Van de ergernis om vertragingen – groter naarmate je aanwezigheid op de plaats van bestemming dringender is – tot het al dan niet versluikt staren naar vrouwen elders in de coupé. De irritatie over het holle geklets naast je. Het mijmeren over het uitzicht. De alomtegenwoordige gsm’s. Enzovoort.
Trein met vertraging is echter vooral mooi omdat de reis een metafoor is voor onderweg zijn in je leven – of juist niet. De twee belangrijkste personages zitten vast in hun leven. Een jonge vrouw (Roos) heeft een relatie verbroken. Een man (Dirk) prutst aan een artikel dat is geweigerd. Net zomin als ze weten waarom de trein stil staat, krijgen ze geen vat op de oorzaak van hun blokkade.
Hoe moeten zij nu verder? Van Gerrewey geeft een elegant antwoord op deze vraag, dat ik aan toekomstige lezers van deze roman laat om zelf te ontdekken.

Of ben ik als lezer verplicht de metafoor te analyseren? Ergens in deze roman (p.42-47) klaagt Dirk over het onvermogen en de onwil van lezers om na te denken en te interpreteren. Mensen zetten plusjes of minnetjes bij wat ze lezen – of beluisteren of zien of meemaken – en dat is het dan. Wat een tekst hen zou kunnen leren over de wereld of henzelf, hoe weinig ook, doet niet meer ter zake.
Ongetwijfeld deelt Van Gerrewey deze opvatting. En ongetwijfeld vond hij mijn beknopte bespreking van zijn debuut een archetypisch voorbeeld van deze vorm van literatuur ondergaan. Ik haakte af om de stijl en om het in mijn ogen pretentieuze gezeur van de personages over onbenullige bijzaken. Ik ging niet in op wat de schrijver in dit boek aan de orde wil stellen.
Toch blijf ik bij wat ik toen schreef: wat doet de inhoud van een roman ertoe als het lezen van dat boek vervelend is? Hoe particulier die ervaring van verveling ook is en hoezeer een recensie van een boek dan ook een getuigenis wordt. Ik hecht nu eenmaal meer waarde aan het esthetische genoegen dat het lezen van een roman mij biedt dan wat die roman mij te leren heeft.
En ja, het genoegen dat ontbrak bij Van Gerreweys debuut, kreeg ik wel van Trein met vertraging. Door de ingenieuze vorm. Door de originaliteit. Door de herkenning als mede-treinreiziger. Door de stijl, die soms al te precies en daardoor wat omslachtig is, maar toch iets aantrekkelijks houdt – veel meer dan het eerdere boek. En ook de diepgang, waarvan het aanvoelen voor mij genoeg is.

Geen opmerkingen: