De abonnees van Knack kregen vorige week een kortingsbon voor De koning van Kader Abdolah. Voor € 6,95
i.p.v. € 22,50! Ja ja. Om de lezers te verleiden werd de roman omschreven met
woorden als ‘prachtig’, ‘betoverende personages’, ‘magische sfeer’. Wat ontbrak
was iedere verwijzing naar de recensie die het blad in maart 2011 plaatste
(in één bespreking met Abdolahs Boekenweekengeschenk De kraai). Die recensie – inderdaad: van
mij – was toch wat matiger in zijn lof. Zie hier.
***
Kader Abdolah
heeft een primeur. Als eerste auteur van het Nederlandse Boekenweekgeschenk
publiceert hij tegelijkertijd een nieuwe roman. Geen tussendoortje, maar een
lijvig werk van ruim vierhonderd pagina’s. Beide boeken staan bovendien
nadrukkelijk met elkaar in verband. Het geschenk – vanaf 16 maart in Nederland
te krijgen – heet De kraai. En zoals
Abdolah heeft uitgelegd: Een kraai is in de Perzische cultuur een verkondiger
van een boodschap. Dat maakt de novelle tot aanzegger van de grote roman: De koning.
In De kraai vertelt Refiq Foad zijn
levensverhaal. Net als zijn schepper wil de geboren Pers schrijver worden. Na
enkele publicaties moet hij vluchten voor het regime van de ayatollahs. Eenmaal
in Nederland belandt hij bij toeval in de koffie. Eerst als fabrieksarbeider,
daarna als makelaar in koffie. In zijn vrije tijd blijft hij zijn grote droom
nastreven. Nu in de taal van zijn nieuwe vaderland, waarvan hij de literatuur heeft
leren te waarderen. Dankzij ‘Dien Avond en die Rooze’ van Guido Gezelle overleeft
hij de wurgende saaiheid in de fabriek.
Anders dan Abdolah
zelf heeft Refiq Foad geen succes. Maar hij behoudt zijn geduld. Net als sjah
Naser, vertelt hij, die in de negentiende eeuw Amsterdam bezocht en uit wiens
reisdagboek Refiq citeert. In werkelijkheid komt die passage echter uit De koning, die over deze sjah gaat. Zo
suggereert Abdolah dat het Refiq Foad is die deze roman zal schrijven. Tegelijk
zal hij daarmee in fictie zijn andere, niet expliciet uitgesproken ambitie
verwezenlijken: een vrij Iran. Zoals in De
koning de vrijheid de dictatuur overwint, zo moeten ook de oppositionele
krachten van vandaar de ayatollahs verdrijven.
Deze constructie
om twee verschillende boeken aan elkaar te knopen, is knap bedacht. Daarmee is
niet gezegd dat het ook goede boeken zijn. Dat zijn ze niet. De kraai is nog de beste. Abdolah zet in
kort bestek overtuigend het harde leven van een vluchteling neer die dankzij
een grote droom zijn geestelijk evenwicht weet te bewaren. Als altijd
excelleert hij in kristalheldere Jip en Janneke-taal. Maar het verhaal mist urgentie.
En door de absolute bondigheid die hij nastreeft, komt hij vaak niet verder dan
clichés.
De koning is als roman echt mislukt. Abdolah
heeft honderd jaar Perzische geschiedenis samengebald in één leven. Als sjah
Naser de troon aanvaardt geniet hij de absolute macht van zijn voorgangers.
Tijdens zijn regering knagen de progressieve krachten steeds hardnekkiger aan
zijn alleenheerschappij. Aanvankelijk vraagt de vizier om telegrafie en een
spoorwegnetwerk. Later eist het volk een grondwet, een parlement en
onafhankelijke rechtspraak. De onwillige sjah probeert het verzet tevergeefs
met geweld te onderdrukken. Hij sterft dan ook door de hand van een
revolutionair.
Het probleem is
dat het conflict, de motor van iedere roman, niet werkelijk wordt
gepersonifieerd. Het ancien régime
wordt verbeeld in één persoon, maar de democratische tegenkrachten niet. De
progressieve vizier wordt halverwege het boek vermoord door de sjah. Daarna
treedt een groepje jongeren in zijn voetsporen. Die wordt aangevoerd door
Djamal Khan en Mirza Reza Kermani, de latere moordenaar van de sjah, maar
beiden krijgen nooit een eigen gezicht. De strijd tussen dictatuur en
democratie komt daarom niet tot leven.
Soms lijkt De koning zelfs meer op een geschiedenishandboek
dan op een roman. Precies zo beschrijft Abdolah soms pagina’s lang achter
elkaar de politieke strategieën en internationale handboeken. Dan lees ik
liever een echt geschiedenisboek waarvan ik tenminste zeker weet dat alle
feiten kloppen. Nu betrapte ik me erop dat ik tijdens het lezen voortdurend op
Wikipedia ging zoeken naar de gebeurtenissen waarop Abdolah zich heeft
gebaseerd. Zo blijkt de dochter van de sjah ook in werkelijkheid te zijn opgekomen
voor vrouwenrechten. Leuk om te weten.
Maar interesse
opwekken voor de feiten achter de fictie
– dat kan nooit de enige bedoeling van een romanschrijver zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten