donderdag 17 juli 2014

Interview Ben Peperkamp (Raad voor Cultuur): ‘De relatie tussen de overheid en het vak is te vrijblijvend geweest’ (Boekblad)

De Raad voor Cultuur adviseert in een vorige week gepubliceerd rapport voortzetting van de vaste boekenprijs onder een aantal strenge voorwaarden. Ben Peperkamp, lid van de commissie media van de Raad en betrokken bij de toestandkoming van het advies, licht toe.

Is het inderdaad ‘de laatste kans’ voor de vaste boekenprijs, zoals NRC Handelsblad prominent op de voorpagina schreef?
'Die woorden hebben wij niet gebruikt. Wij hebben alleen vastgesteld dat er gebreken aan de evaluatie van de wet op de vaste boekenprijs zitten, zowel praktisch als methodologisch. De Raad is daarin ook niet de enige – de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zegt het ook. Wij zeggen alleen dat de wet nu niet moet worden afgeschaft, gelet op de huidige economische omstandigheden. De door de vaste prijs gegarandeerde relatieve inkomenszekerheid zou dan in één keer wegvallen. Maar we stellen wel een aantal voorwaarden aan voortzetten van de wet over vier jaar. In dat opzicht is de Raad realistisch.'

Hoe hard zijn die voorwaarden?
'Keihard. Om de principiële redenen dat als er een uitzondering wordt gemaakt op het vrij verhandelen van goederen, er ook bewijs moet zijn dat die uitzondering werkt. Dat ‘harde’ bewijs dat de wet de brede beschikbaarheid van een pluriform aanbod bevordert, is er niet. En als dat bewijs er over vier jaar nog steeds niet is, dan hebben we al vijftien jaar een wet waarvan we niet weten of die deugdelijk is. Dan vindt de Raad voor Cultuur het wel genoeg. Dat zou de overheid ook moeten vinden.'

De KVB vindt dat dat bewijs er wel is. Dat zou staan in het onderzoek van Ape/Dialogic.
'Wij delen de mening niet dat dat een goed onderzoek is, zoals ook in ons advies wordt uitgelegd. Ook is er nog nooit een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de interne kruisbestuiving. Gebeurt dat echt? Financieren uitgeverijen inderdaad minder renderende, maar cultureel waardevolle titels uit de opbrengst van bestsellers? Het vak roept dan: kijk naar het pluriform, divers aanbod van uitgeverijen. Maar er zijn ook andere argumenten te bedenken waarom uitgeverijen dat diverse aanbod leveren. Dus enkel roepen dat de wet werkt, is te makkelijk. Omdat het boekenvak een economische status aparte heeft moet het vak er alles aan doen om te laten zien dat deze bijzondere status terecht is. Dat is tot nu toe niet overtuigend gebeurd. De relatie tussen de overheid en het vak is te vrijblijvend geweest en heeft zich te zeer in één richting ontwikkeld.'

Zijn er verzachtende omstandigheden te bedenken waaronder de overheid zich niet aan de voorwaarden van de Raad voor Cultuur hoeft te houden?
'Waarom? Waarom zou je een wet handhaven als er geen deugdelijk bewijs voor is dat die werkt?'

Bij een aantal voorwaarden moet de overheid in actie komen. Die moet onderzoek verrichten. Wat als het ministerie dat onderzoek niet verricht?
'Dat zou niet logisch zijn. In artikel 30 van de wet staat de evaluatieverplichting van de overheid. Wij hebben vastgesteld dat die evaluatie tot nu toe ontoereikend is. Een onderzoek laten doen naar andere manieren om de wet te evalueren of naar additionele steunmaatregelen, volgt daar uit.'

En wat als er geen alternatieve manieren kunnen worden ontwikkeld om de wet te evalueren? De Raad zegt zelf dat het onmogelijk is om een situatie mét vaste prijs naast een situatie zónder vaste prijs te leggen.
'Lees de voetnoot bij die opmerking. In een Deens onderzoek is wel een contrast gelegd tussen een situatie met en zonder vaste prijs. In een Engels onderzoek is Engeland zonder vaste prijs vergeleken met Duitsland met vaste prijs. Dat biedt perspectieven. Lees ook de internationale literatuur. In Duitsland verschenen inmiddels dissertaties over deze problematiek. Maar het is niet aan de Raad om uitspraken te doen over alternatieven. Wij zijn geen bedrijfseconomen. Wij hebben geen econometrische kennis in huis. Wij zeggen alleen: laat een team van deskundigen er nog eens grondig naar kijken. Neem er de tijd voor.'

Een andere voorwaarde is: onderzoek of alternatieve steunmaatregelen voor het boekenvak wenselijk is. Waarom?
'Omdat het niet goed gaat met de sector. In vijf jaar is de boekenmarkt met ongeveer 25 procent gekrompen. Dat vindt de Raad voor Cultuur zeer zorgelijk. Dat gaat ons allen aan het hart. De boeken- en leescultuur is daarvoor veel en veel te belangrijk om niets te doen.'

Het klinkt ook als: onderzoek of er alternatieven bestaan voor de vaste prijs.
'Maar zo staat het er niet. Het kan wel zijn dat het invoeren van een alternatief de uitkomst is. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om de vraag: wat zou de overheid kunnen doen nu het niet goed gaat in de sector? Hoe kan zij bijspringen in het licht van haar culturele verantwoordelijkheid ten aanzien van onder meer geletterdheid en cultuurparticipatie? Daarom zeggen we ook dat het onderzoek breed moet worden verricht. De hele boekencultuur ondergaat een radicale verandering. De overheid moet dondersgoed weten wat de implicaties daarvan zijn. Zodat het ook weet op welke manier het hulp kan bieden.'

De Raad schrijft ook dat die verandering nog niet is 'uitgekristalliseerd'. Als volgend jaar onderzoek wordt gedaan naar steunmaatregelen die in 2019 worden ingevoerd, hebben die misschien ook al geen zin.
'Moet de overheid dan wachten tot de veranderingen wel zijn uitgekristalliseerd? De crisis is in 2008 begonnen. Het is nu bijna 2015. De digitalisering is nog langer aan de gang. Het lijkt ons hoog tijd dat de overheid een keer goed, vanuit zijn eigen verantwoordelijkheden, kijkt naar de sector en bedenkt wat zij – met beperkte middelen – kan doen. De Raad zelf kan het niet doen. Wij kunnen de overheid alleen adviseren om beleid te ontwikkelen, en daarbij goede argumenten proberen te leveren. De evaluatie van de wet op de vaste boekenprijs is daarvoor een mooie aanleiding.'

De vierde voorwaarde is: partijen in de boekenbranche moeten hun krachten bundelen en een innovatieagenda uitvoeren. Is er nu onvoldoende innovatie.
'Innovatie is een glibberig begrip. Er zijn natuurlijk wel initiatieven, maar te versnipperd. En: door individuele marktpartijen. Het is wel degelijk zinvol om als sector in zijn geheel vanuit een algemeen cultureel en commercieel perspectief na te denken onder welke grote gemene delers ontwikkelingen kunnen worden gestimuleerd. En zo helder te maken welke kant de sector heen wil. Dat gebeurt nu niet. De Raad heeft dan ook met verbazing vastgesteld dat de boekensector in het topsectorenbeleid voor de creatieve industrie geen rol van betekenis speelt. Let wel: het gaat slecht met de branche, de overheid stelt binnen deze context geld beschikbaar, het culturele belang van de branche is groot, en toch maakt de sector er geen gebruik van. Het is in dit verband ook jammer dat de sector zo slecht georganiseerd is.'

Hoezo?
'Wij missen echt een sectorexpertiseinstituut. Een plek met kennis van de markt, van de veranderingen in de markt, van de internationale discussie over de vaste prijs enzovoorts. Een plek ook dat zich kan ontwikkelen tot een loket waar je als boekenondernemer terecht kan met vragen over financiering, technologie, auteursrecht.'

In het advies zegt de Raad dat het Nederlands Letterenfonds die plek moet worden.
'Ja. Daarin moet je pragmatisch zijn. Je moet nu niet aan de overheid voorstellen om een nieuw instituut op te richten, waar de sector uiteraard ook zelf aan zal moeten bijdragen. Dat is niet erg realistisch. Probeer dan binnen de bestaande infrastructuur te opereren.'

Tot slot. U raadt aan om het door de Tweede Kamer aangenomen amendement om de vaste prijs voor W-boeken onverwijld toe te passen. De uitgevers krijgen daarbij de vrije hand om te bepalen wat een W-boek is of niet.
'Er zijn geen goede, sluitende en controleerbare criteria te bedenken op grond waarvan een algemeen boek van een wetenschappelijk boek kan worden onderscheiden. Wees pragmatisch en laat dat de uitgevers dat zelf doen. De overheid moet zich daar niet in willen mengen. Er zullen zich ongetwijfeld merkwaardige dingen voordoen, dat kun je voorspellen, maar dat zal betrekkelijk marginaal zijn. Niemand zal het toch in zijn hoofd halen om een roman een W-boek te noemen?

Toch kan dan bijvoorbeeld de uitgever van Herman Koch of Karin Slaughter bij het ontbreken van beperkende criteria een nieuwe titel als W-boek labelen omdat hij denkt zo een keer een klapper te kunnen maken waar hij extra aan verdient.
Het zou een krankzinnige figuur zijn als zoiets zou gebeuren. Maar ook interessant: dan kunnen we al die argumenten voor of tegen prijsbinding toetsen aan feitelijk economisch gedrag.'

Hartelijk dank.
'Als ik dan nog iets algemeens mag zeggen: Er is veel emotie en framing in het vak over de wet. Iedereen die zich er kritisch over uitlaat, wordt weggezet als boekenhater. Dat lijkt me een kwalijke zaak. De sector moet rationeler kijken naar het instrumentarium van de overheid en beoordelen wat daar de voor- en nadelen van zijn. Zo geniet het vak ook van een lager btw-tarief, wat misschien wel van groter belang is dan de wet op de vaste boekenprijs. De overheid laat zich ook eerder overtuigen door wijsheid dan door een paniekreactie. De sector gaat mij als hoogleraar Nederlandse Letterkunde zeer ter harte. Misschien dat het advies van de raad er aan kan bijdragen wat analytischer naar de zaak te kijken.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 jul)

Zie ook:
- De woekerplant die korting heet
- De KBb en Commissariaat voor de Media versus Splinq

Geen opmerkingen: